Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/4028/GA, 23 juli 2020, beroep
Uitspraakdatum:23-07-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-19/4028/GA             

Betreft [klager]            Datum 23 juli 2020

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen het hem ten onrechte verstrekken van rundvleesmaaltijden.

De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Krimpen aan den IJssel heeft op 14 juni 2019 klager deels niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag en het beklag voor het overige ongegrond verklaard (IJ-2019-000435 en IJ-2019-000441). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de PI Krimpen aan den IJssel (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Er worden al zeven maanden rundvleesmaaltijden aan klager verstrekt terwijl hij als Hindoestaan geen rundvlees mag eten. Klager verwijst in dit kader naar een eerdere uitspraak waarin zijn klacht gegrond is verklaard. Dat klager op 7 en 8 mei 2019 is gecompenseerd betwist hij. Op 9 mei 2019 zijn de karren niet gecontroleerd en niet kan worden uitgesloten dat het is misgegaan. Uit het verweer van de directeur blijkt dat het verstrekken van rundvleesmaaltijden aan klager meerdere malen is voorgevallen en dat de maaltijdkarren worden gecontroleerd, maar niet het beleg. Klager wil financiële compensatie. Klager stelt daarnaast de objectiviteit en onpartijdigheid van de beklagcommissie ter discussie, nu dezelfde voorzitter ook zijn vorige klacht heeft beoordeeld.        

Standpunt van de directeur

De directeur persisteert bij zijn eerder ingenomen standpunt.

3. De beoordeling

De beroepscommissie gaat voorbij aan hetgeen klager stelt ten aanzien van de procedure bij de beklagcommissie, nu het beklag in beroep opnieuw ten gronde wordt beoordeeld.

Hoewel de precieze gang van zaken op de door klager genoemde data voor de directeur niet verifieerbaar was, blijkt uit de door directeur verstrekte inlichtingen tijdens de zitting van de beklagcommissie dat aan klager incidenteel abusievelijk rundvlees is aangeboden. Voorts blijkt dat hierover inmiddels afspraken zijn gemaakt met de keuken en dat alle nodige inspanningen worden verricht om dit te corrigeren als een en ander onverhoopt toch nog misgaat. Aldus is onvoldoende gebleken dat de directeur niet aan zijn zorgplicht heeft voldaan/voldoet.

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met aanvulling van de gronden.

Deze uitspraak is op 23 juli 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. T.B. Trotman, voorzitter, mr. R.H. Koning en mr. D. van der Sluis, leden, bijgestaan door mr. K. Kiela, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven