Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ S-20/3693/SGA, 27 mei 2020, schorsing
Uitspraakdatum:27-05-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          S-20/3693/SGA                      

Betreft verzoeker        Datum 27 mei 2020

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van verzoeker (hierna: verzoeker)

1. De procedure

De directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Lelystad (hierna: de directeur) heeft op 25 mei 2020 vermeend – verzoeker – in een meerpersoonscel (MPC) geplaatst met een nieuwe inkomst.

Verzoeker vraagt om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van de mededeling van de secretaris van de beklagcommissie dat het schorsingsverzoek zal worden ingeschreven als klaagschrift.

2. De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval.

Verzoeker heeft te horen gekregen dat in de MPC waar hij verblijft een nieuwe inkomst geplaatst zal worden. Verzoeker stelt dat niet uit te sluiten valt dat zijn nieuwe celgenoot in contact is geweest met besmette personen en verwijst daarbij naar de uitspraak RSJ 29 april 2020, S-20/3503/SGA. Volgens de directeur is recent beslist dat de PI Lelystad weer nieuwe inkomsten gaat opnemen. Dit betreft alleen gedetineerden die vanuit een andere PI overgeplaatst worden. Voor de nieuwe inkomst geldt een verscherpte inkomstenprocedure waarbij hij voor de duur van 24 uur in een eigen cel in quarantaine geplaatst wordt en een uitgebreide medische screening plaatsvindt. De directeur stelt dat deze maatregelen het risico op een besmetting minimaliseert en dat hij op deze manier op een verantwoordelijke manier beslissingen kan nemen over de plaatsing van een nieuwe inkomst in een MPC. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter is uit de stukken voldoende aannemelijk geworden dat de extra gezondheidsrisico’s zoveel mogelijk beperkt worden door de directeur en is de beslissing tot plaatsing van een nieuwe inkomst in de MPC waar verzoeker verblijft niet zodanig onredelijk en onbillijk dat er een spoedeisend belang is om tot schorsing over te gaan van die beslissing. Het verzoek zal afgewezen worden.

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek af.

Deze uitspraak is op 27 mei 2020 gegeven door mr. A.M.G. Smit, voorzitter, bijgestaan door J.A. van der Veen, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven