Onderwerp: Bezoek-historie

Overgangsbepalingen rechtspositionele gelijkstelling ongehuwde ambtenaren met gehuwde ambtenaren
Geldigheid:01-07-1996 t/m Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Overgangsbepalingen rechtspositionele gelijkstelling ongehuwde ambtenaren met gehuwde ambtenaren

 

DatumStb.T.a.v. de artikelenInwerkingtr.
08-03-96169 01-07-96

1. De militair die op 30 juni 1996 aanspraken ontleende aan de ministeriële regeling betreffende de aanspraken bij samenlevingsvormen maar van wie de levenspartner met wie hij op die datum samenwoont, nog niet door het Algemeen burgerlijk pensioenfonds is ingeschreven in het register inzake partnerpensioenen, behoudt zijn aanspraken uit hoofde van die regeling, indien het niet inschrijven uitsluitend het gevolg is van de omstandigheid dat de levenspartner naar Nederlands recht nog gehuwd is. De aanspraken op grond van die ministeriële regeling eindigen een jaar na inwerkingtreding van dit besluit, of zoveel eerder als:

  1. de levenspartner niet langer naar Nederlands recht gehuwd is;
  2. niet langer wordt voldaan aan de in die regeling gestelde voorwaarden.

2. de militair die op 30 juni 1996 aanspraken ontleende aan de ministeriële regeling betreffende de aanspraken bij samenlevingsvormen maar van wie de levenspartner met wie hij op die datum samenwoont, nog niet door het Algemeen burgerlijk pensioenfonds is ingeschreven in het register inzake partnerpensioenen, behoudt zijn aanspraken uit hoofde van die regeling, indien het niet inschrijven uitsluitend het gevolg is van de omstandigheid dat de militair of zijn levenspartner de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt. De aanspraken op grond van die ministeriële regeling eindigen zodra:

  1. de militair en zijn levenspartner de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt;
  2. niet langer wordt voldaan aan de in die regeling gestelde voorwaarden.

3. De militair die op 30 juni 1996 aanspraken ontleende aan de ministeriële regeling betreffende de aanspraken bij samenlevingsvormen maar van wie de levenspartner met wie hij op die datum samenwoont, nog niet door het Algemeen burgerlijk pensioenfonds is ingeschreven in het register inzake partnerpensioenen, behoudt zijn aanspraken uit hoofde van die regeling, indien het niet inschrijven uitsluitend het gevolg is van de omstandigheid dat de militair of zijn levenspartner bloed- of aanverwanten in de rechte lijn zijn. De aanspraken op grond van die ministeriële regeling eindigen zodra niet langer wordt voldaan aan de in die regeling gestelde voorwaarden.

Naar boven