Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ S-20/3324/STA, 31 maart 2020, schorsing
Uitspraakdatum:31-03-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

Nummer          : S-20/3324/STA

 

Betreft : [verzoeker]    datum: 31 maart 2020

 

De voorzitter van de beroepscommissie uit de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. D.W.H.M. Wolters, namens …], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de Pompestichting, locatie Nijmegen, verder de instelling te noemen.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 64 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt), van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van het hoofd van de instelling van 14 maart 2020, inhoudende de intrekking/opschorting van verzoekers verlof in verband met de uitbraak van het Coronavirus.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 26 maart 2020 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van het hoofd van voornoemde instelling van 27 maart 2020.

 

1.         De standpunten

Verzoeker heeft verzocht om de tenuitvoerlegging van de beslissing om zijn verlof in te trekken/op te schorten te schorsen.

Uit de inlichtingen van het hoofd van de instelling komt het volgende naar voren.

Er is sprake van een uitzonderlijke situatie. Wereldwijd worden (nood)maatregelen getroffen om mogelijke verspreiding van het Coronavirus tegen te gaan, zo ook binnen het justitieel kader in Nederland. Bij brief van 13 maart 2020 is door de Minister voor Rechtsbescherming bericht dat maatregelen ter verspreiding van het Coronavirus zijn genomen die onder meer inhouden dat vanaf 14 maart 2020 alle verloven van gedetineerden, tbs-gestelden en justitiële jeugdigen worden opgeschort. Het hoofd van de instelling heeft deze instructie opgevolgd en patiënten per brief op 13 maart 2020 geïnformeerd over de ontvangen brief en maatregelen. Besloten is per 14 maart 2020 binnen de instelling alle verloven op te schorten (met uitzondering van transmuraal verlof en proefverlof). Deze beslissing is genomen in het belang van de gezondheid van patiënten - een kwetsbare doelgroep - , medewerkers en de maatschappij; alsook in het belang van de orde en de veiligheid in de instelling. Aangesloten wordt bij de adviezen van RIVM, DJI en het landelijk beleid. Deze noodmaatregel is van tijdelijke aard en geldt voorlopig tot en met 31 maart 2020. Zodra de situatie verandert en/of er nadere nformatie wordt ontvangen, worden de maatregelen (ook aan de hand van de instructies van DJI) afgeschaald dan wel opgeschaald.

Voor verzoeker is een onbegeleid verlofmachtiging afgegeven. De wijze waarop invulling wordt gegeven aan deze verlofmachtiging wordt bepaald door het hoofd van de instelling en ex artikel 50, derde lid, van de Bvt heeft het hoofd van de instelling de bevoegdheid om verlof in te trekken. Begrepen wordt dat het intrekken van verlof voor verzoeker als een ingrijpende maatregel wordt ervaren. Echter om verspreiding van het Coronavirus waar mogelijk tegen te gaan zijn ingrijpende preventieve maatregelen onontkoombaar. Het op dit moment alsnog toestaan van (begeleide) verloven kan extra risico's met zich meebrengen, niet alleen voor verzoeker, maar ook voor medepatiënten, personeel en de maatschappij. Verzocht wordt het schorsingsverzoek af te wijzen

 

2.         De beoordeling

Uit de inlichtingen van het hoofd van de inlichting volgt dat maatregelen zijn genomen om verspreiding van het Coronavirus binnen de instelling te voorkomen. Eén van deze maatregelen is dat vanaf 14 maart 2020 tijdelijk alle verloven van tbs-gestelden worden opgeschort (met uitzondering van transmuraal verlof en proefverlof). Deze regel geldt voor alle in de instelling verblijvende tbs-gestelden.

Hoewel de voorzitter begrijpt dat de noodmaatregel zeer ingrijpend is voor verzoeker, stelt hij voorop dat het bovenstaande niet kan worden aangemerkt als een beslissing van het hoofd van de instelling als bedoeld in artikel 56 of artikel 57 van de Bvt maar als een kennisgeving van een voor alle binnen de instelling verblijvende tbs-gestelden geldende algemene regel dient te worden aangemerkt. Verzoeker kan derhalve niet worden ontvangen in zijn verzoek.

 

3.         De uitspraak

De voorzitter verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek.

 

 

Aldus gegeven door mr. R.M. Maanicus, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 31 maart 2020.

 

              

 

 

                                    secretaris                                             voorzitter

 

 

 

 

Naar boven