Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/4657/JA en R-19/4658/JA, 10 februari 2020, beroep
Uitspraakdatum:10-02-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         R-19/4657/JA en R-19/4658/JA

Betreft: […]       datum: 10 februari 2020

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van twee bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften, ingediend door mr. T. Gümüs, namens […], geboren op [2001], verder te noemen klager, gericht tegen twee uitspraken van 3 september 2019 van de beklagcommissie bij de rijks justitiële jeugdinrichting (r.j.j.i.) Den Hey-Acker te Breda, en van de overige stukken, waaronder de uitspraken waartegen klager beroep heeft ingesteld, die in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht. Ter zitting van de beroepscommissie van 28 januari 2020, gehouden in de rechtbank Midden-Nederland te Utrecht, is klagers raadsvrouw gehoord. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruikgemaakt. De directeur van de inrichting heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

           1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft:
a.         een ordemaatregel van plaatsing in afzondering op 7 en 8 mei 2019, steeds van 21:00 uur tot 07:15 uur, wegens geluidsoverlast (H-2019-107);
b.         een disciplinaire straf van uitsluiting van deelname aan activiteiten op 7 mei 2019 van 15:00 uur tot 21:00 uur, wegens geluidsoverlast (H-2019-108);
c.         een ordemaatregel van plaatsing in afzondering van 30 april 2019 om 03:00 uur tot 2 mei 2019 om 03:00 uur, wegens geluidsoverlast en het uitschelden van de nachtdienst (H-2019-109);
d.         de verlenging van de ordemaatregel onder c. tot 3 mei 2019 om 12:00 uur, omdat de maatregel niet ’s nachts kon worden beëindigd (H-2019-109);
e.         een ordemaatregel van plaatsing in afzondering van 3 mei 2019 om 12:00 uur tot 4 mei 2019 om 12:00 uur, wegens het uitschelden van een groepsleidster (H-2019-109);
f.          een doseerprogramma (H-2019-109).

De beklagcommissie heeft de klachten a., b., c., e. en f. ongegrond verklaard en beklag d. gegrond verklaard, voor zover de verlenging tot na 7:15 uur voortduurde en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van € 5,=, en dit beklag voor het overige ongegrond verklaard, een en ander op de gronden zoals in de aangehechte uitspraken is weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur

Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft geen geluidsoverlast veroorzaakt. De kern van het beroep ziet echter op het feit dat klager in een isoleercel is geplaatst. De inrichting heeft dat niet weersproken. Geluidsoverlast vormt daarvoor echter onvoldoende grond. Een afzonderingscel is niet hetzelfde als een isoleercel. De ordemaatregelen hadden ten uitvoer moeten worden gelegd in klagers eigen kamer of in een andere ruimte waar gewoon spullen in staan. Het is aan de inrichting om ervoor te zorgen dat er zo’n ruimte beschikbaar is. In een eerdere, vergelijkbare beklagzaak heeft de directie haar excuses aangeboden. Daarnaast is maar een keer in de 24 uur iemand bij klager langs geweest. Bij verblijf in een isoleercel is dat te weinig. Het beroep richt zich overigens niet tegen het gegrond verklaarde gedeelte van het beklag. De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3.         De beoordeling

Aan klager zijn meerdere ordemaatregelen en een disciplinaire straf opgelegd, omdat hij meerdere keren ’s nachts geluidsoverlast veroorzaakte. Deze zijn ten uitvoer gelegd in een cel waar nagenoeg niets aanwezig was (door de raadsvrouw aangeduid als een isoleercel). Hoewel klager ontkent geluidsoverlast te hebben veroorzaakt, blijkt uit de schriftelijke rapportage dat hij zich hieraan schuldig heeft gemaakt. De beroepscommissie ziet geen aanleiding daaraan te twijfelen.
Kon klager in een isoleercel worden geplaatst? Klager stelt zich op het standpunt dat de maatregelen en de disciplinaire straf niet in een isoleercel ten uitvoer gelegd hadden mogen worden.
Gelet op artikel 25, tweede lid, en artikel 55, eerste lid, van de Bjj kan een ordemaatregel of disciplinaire straf in een afzonderingscel respectievelijk strafcel ten uitvoer worden gelegd. De beroepscommissie volgt de raadsvrouw niet in haar standpunt dat een afzonderingscel fundamenteel anders is dan een isoleercel. Op zichzelf is het aanbevelenswaardig dat – waar mogelijk – een afzonderingsruimte met enige aankleding beschikbaar wordt gesteld, maar onder een afzonderingscel en een strafcel kan wel degelijk een isoleercel worden begrepen. Op grond van de bestaande wet- en regelgeving kan de inrichting niet worden verplicht om een soort tussenvorm te creëren. Klager kon dus in een isoleercel worden geplaatst.
Was er onvoldoende toezicht tijdens klagers verblijf in een isoleercel? Klager stelt zich op het standpunt dat tijdens de ordemaatregelen (voor zover die meer dan 24 uur duurden) slechts eenmaal in de 24 uur iemand langs is geweest om te kijken hoe het met hem gaat. Hij heeft die stelling echter niet geconcretiseerd (bijvoorbeeld met tijdstippen) of anderszins nader onderbouwd. De beroepscommissie acht zijn stelling daarom onvoldoende aannemelijk. Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie de beroepen ongegrond verklaren en de uitspraken van de beklagcommissie bevestigen voor zover daartegen beroep is ingesteld, met aanvulling van de gronden.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart de beroepen ongegrond en bevestigt de uitspraken van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld, met aanvulling van de gronden.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M. Iedema, voorzitter, drs. H. Heddema en dr. J.G. Vinke, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris, op 10 februari 2020.

            secretaris         voorzitter

Naar boven