Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/2972/GA, 19 februari 2020, beroep
Uitspraakdatum:19-02-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          R-19/2972/GA

betreft: [klager] datum: 19 februari 2020

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.N.A. Brouns, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 5 februari 2019 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere, en van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. De beroepscommissie heeft de directeur in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. D.N.A. Brouns om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

           1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechterHet beklag betreft het niet (tijdig) opstellen van een definitief verblijfsplan  (AB-2018-533). De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur

Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De beslissing van de beklagrechter is onvoldoende en onjuist gemotiveerd en onzorgvuldig. Het betwiste concept verblijfsplan is onvoldoende om te kunnen spreken van ‘een verblijfsplan ex artikel 18a Pbw’ en is niet in overleg met klager opgesteld. Zijn verdere traject is wel in het geding gekomen en heeft vertraging opgelopen door het uitblijven van een definitief verblijfsplan. Er is onvoldoende rekening gehouden met zijn persoonlijke belangen.

De directeur heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

 3.      De beoordeling

Uit artikel 18a, eerste lid, van de Pbw volgt dat de directeur ervoor zorg draagt dat zo    spoedig mogelijk en in ieder geval binnen een maand na binnenkomst van de    gedetineerde in een inrichting voor stelselmatige daders, zo veel mogelijk in overleg met hem, een verblijfsplan wordt vastgesteld. In artikel 44g van de Penitentiaire maatregel (Pm) staat opgenomen dat het plan in zijn geheel of in gedeelten wordt vastgesteld door de directeur en artikel 44h Pm vermeldt dat het verblijfsplan kan worden gewijzigd. In artikel 44i Pm is bepaald dat in het verblijfsplan in ieder geval (a) een diagnose van de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene en (b) een individueel begeleidingsplan wordt opgenomen. Namens klager is aangevoerd – en dit is in de reactie op het beklag door de directeur bevestigd – dat het bij de stukken gevoegde verblijfsplan een concept verblijfsplan betreft. Klager is op 10 juli 2018 in de ISD van de p.i. Almere geplaatst. Het concept verblijfsplan van 19 juli 2018, waarover de directeur spreekt, is niet bij de stukken in het dossier gevoegd. Het wel (en als enige) bij de stukken gevoegde concept verblijfsplan van 27 september 2018 bevat noch een diagnose van de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene noch een individueel begeleidingsplan. Beide genoemde onderdelen dienen - zo blijkt uit het verblijfsplan - te worden ingevuld door een psycholoog. Klager heeft – onbetwist – aangevoerd dat juist de afwezigheid van de psycholoog heeft geleid tot de vertraging in de totstandkoming van een definitief verblijfsplan. Gelet op deze feiten en omstandigheden is naar het oordeel van de beroepscommissie in dit geval niet (tijdig) aan de eis van artikel 18a, eerste lid, Pbw voldaan en zal zij het beroep en het beklag gegrond verklaren. Zij acht ter zake een tegemoetkoming van € 30,= op zijn plaats.

      4.    De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 30,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. T.B. Trotman, voorzitter, mr. dr. A.M.G. Smit en mr. J.W. Wabeke, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 19 februari 2020.   

secretaris         voorzitter

Naar boven