1 Inleiding
Voor u ligt het rapport 'kostenonderzoek beschikbaarheidbijdragen spoedeisende hulp en acute verloskunde'. Het doel van dit document is inzicht bieden in de totstandkoming van de herijking van de vergoedingsbedragen voor de beschikbaarheidbijdrage SEH en beschikbaarheidbijdrage AV. Deze vergoedingsbedragen zijn per
1-1-2020 van kracht en zijn opgenomen in de beleidsregel Beschikbaarheidbijdrage op aanvraag 2020 (BR/REG-20154).
In het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG is bepaald dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) voor het beschikbaar houden van de zorgfuncties SEH en AV een beschikbaarheidbijdrage kan toekennen aan zorgaanbieders. In de aanwijzingen (met kenmerk 24121 en 16992) die de NZa heeft ontvangen wordt een nadere afbakening van deze functies gegeven. Hiervoor verwijzen wij naar deze aanwijzingen. In deze afbakening wordt onder meer gesteld dat er 7x24 uur minimaal één door de KNMG-geregistreerde SEH-arts of één arts-SEH en één SEH-verpleegkundige aanwezig moeten zijn.
Voor de AV houdt de afbakening in dat binnen 30 minuten na vaststelling van de diagnose van een spoedeisende situatie, er door een gynaecoloog of geautoriseerd obstetrisch professional gestart kan worden met de benodigde medisch specialistische behandeling.
De overwegingen en modelkeuzes zijn afgelopen jaar met de betrokken ziekenhuizen en de NVZ gedeeld. Deze partijen hebben hun input kunnen leveren op de conceptresultaten.
2 Onderzoeksopzet
Uitvraag
Voor het kostenonderzoek naar de SEH en de AV heeft de NZa gegevens uitgevraagd bij ziekenhuizen die een beschikbaarheidbijdrage SEH en/of AV ontvangen, en instellingen die momenteel geen beschikbaarheidbijdrage ontvangen. Deze laatste groep bestaat uit instellingen die in eerdere RIVM-analyses zijn aangemerkt als 'gevoelige' ziekenhuizen. Het bestand van gevoelige ziekenhuizen wijzigt jaarlijks. Voor de toekomstbestendigheid van de bedragen is het daarom van belang om de resultaten te baseren op een bredere groep ziekenhuizen dan die op dit moment een beschikbaarheidbijdrage ontvangen.
Per onderdeel zijn de volgende instellingen uitgevraagd:
-
Voor de SEH hebben 23 ziekenhuizen gegevens aangeleverd.
-
Voor de AV hebben 26 ziekenhuizen gegevens aangeleverd.
-
Voor de vergoeding van de vrijgevestigde gynaecologen zijn de data van 15 medisch specialistische bedrijven (MSB's) gebruikt.
Basis voor de berekeningen
De basis voor de berekeningen in dit onderzoek is in onderstaande tabel terug te vinden.
Inschaling
|
Per instelling wordt een gewogen gemiddelde per functie berekend. Hierbij wordt het aantal fte's gewogen met het maandsalaris.
Vervolgens wordt er een ongewogen gemiddelde berekend uit de gemiddelde per instelling. Ieder ziekenhuis telt hierdoor even zwaar mee in de berekening.
|
Maandloon
|
o.b.v. resultaat corresponderende inschaling cao
|
Uurloon
|
o.b.v. cao i.c.m. inschaling
|
Fte uren
|
o.b.v. cao / arbeidsvoorwaarden
|
Eindejaarsuitkering
|
o.b.v. cao
|
Vakantieverlof en
-toeslag
|
o.b.v. cao
|
ORT
|
Jaarlijks maximaal benodigde ort-vergoeding o.b.v. cao
|
PLB
|
o.b.v. cao
|
Werkgeverslasten
|
Conform RAET Visma bruto netto app
|
Scholing
|
o.b.v. inschatting voorgaand onderzoek en arbeidsvoorwaarden AMS
|
Feestdagen
|
Openbare informatie
|
Ziekteverzuim
|
Landelijk gemiddelde horend bij salarisklasse (bron: Vernet, Staz)
|
Overdrachtsuren
|
o.b.v. expert opinie voorgaand onderzoek
|
Overheadkosten
|
o.b.v. eerder kostenonderzoek
|
Overige personeelskosten
|
o.b.v. analyse kostenposten jaarrekening (andere personeelskosten / lonen en salarissen)
|
3 Personeelskosten, formatie en overheadkosten
Resultaten maandsalarissen
In de volgende tabel tonen we de resultaten van het kostenonderzoek. Hier worden ter vergelijking de gemiddelde salarisschalen uit het nieuwe onderzoek en het vorige onderzoek getoond.
|
SEH-verpleegkundige
|
SEH-arts KNMG
|
Gynaecoloog in loondienst
|
Obstetrisch professional
|
Maandsalaris nieuw
|
€ 3.670
|
€ 8.637
|
€ 11.512
|
€ 4.049
|
Maandsalaris huidig
|
€ 3.562
|
€ 8.117
|
€ 11.162
|
€ 3.917
|
Aantal ziekenhuizen
|
22
|
18
|
8
|
24
|
Aantal fte's
|
545
|
136
|
55
|
335
|
Resultaten personeelskosten
Vanuit de maandsalarissen kunnen de totale personeelskosten worden berekend. Onderstaande tabel toont deze totale kosten per functie.
|
SEH-verpleegkundige
|
SEH-arts KNMG/Arts-seh
|
Gynaecoloog in loondienst
|
Obstetrisch professional
|
Maandsalaris
|
€ 3.670
|
€ 8.637
|
€ 11.512
|
€ 4.049
|
Jaarsalaris
|
€ 44.042
|
€ 103.647
|
€ 138.141
|
€ 48.586
|
ORT
|
€ 7.413
|
-
|
-
|
€ 7.413
|
Toeslagen
|
|
€ 10.833
|
-
|
-
|
Vakantiebijslag
|
€ 4.286
|
€ 9.540
|
€ 11.051
|
€ 4.665
|
Eindejaarsuitkering
|
€ 3.669
|
€ 8.634
|
-
|
€ 4.047
|
Jaarsalaris
|
€ 59.410
|
€ 132.704
|
€ 149.193
|
€ 64.711
|
|
|
|
|
|
Werkgeverslasten (%)
|
28,5%
|
16,8%
|
15,0%
|
28,3%
|
Jaarsalaris inclusief werkgeverslasten
|
€ 76.344
|
€ 155.037
|
€ 171.583
|
€ 83.034
|
|
|
|
|
|
Overige personeelskosten
|
€ 3.196
|
€ 7.139
|
€ 14.105
|
€ 3.481
|
Totale werkgeverskosten per fte
|
€ 79.541
|
€ 162.176
|
€ 185.688
|
€ 86.516
|
Resultaten vrijgevestigde gynaecoloog
Het vergoedingsbedrag voor de vrijgevestigd gynaecologen is op gemiddeld € 275.726,- uitgekomen (prijspeil 2019). Dit betreft het gemiddelde over 2018 en 2019 van 15 Medisch-specialistische Bedrijven.
Resultaten formatie
Onderstaande tabel toont in de onderste regel de formatie in fte's per functie. Met uitzondering van de gynaecoloog geldt voor alle functies het uitgangspunt van een 36-urige werkweek conform de Cao Ziekenhuizen. Voor de gynaecoloog in loondienst is dit uitgangspunt 45 uur conform de AMS. In bijlage 2 is een uitgebreide toelichting en berekening opgenomen.
|
SEH-verpleegkundige
|
SEH-arts KNMG/ arts-SEH
|
Gynaecoloog in loondienst
|
Obstetrisch professional
|
Voltijd dienst-verband (1 fte)
|
1.878
|
1.878
|
2.340
|
1.878
|
Vakantie-uren
|
144
|
144
|
270
|
144
|
Scholingsuren
|
36
|
36
|
90
|
36
|
PLB-uren
|
57
|
57
|
-
|
57
|
Feestdag-uren
|
47
|
47
|
59
|
47
|
Ziekteverzuim-uren
|
74
|
74
|
92
|
74
|
Werkbare uren
|
1.520
|
1.520
|
1.829
|
1.520
|
|
|
|
|
|
Overdracht
|
548
|
548
|
548
|
548
|
Correctie schrikkeljaar
|
6
|
6
|
6
|
6
|
Uren per jaar
|
8.760
|
8.760
|
8.760
|
8.760
|
Uren benodigd per jaar
|
9.314
|
9.314
|
9.314
|
9.314
|
Fte benodigd per jaar
|
6,13
|
6,13
|
5,09
|
6,13
|
Overheadkosten
In dit kostenonderzoek wordt voor deze beschikbaarheidbijdragen voor het eerst voorzien in een overheadcomponent. Overheadkosten hebben niet te maken hebben met het zorgverlenend proces, maar zijn hier aan randvoorwaardelijk. Denk hierbij aan kosten voor RvB, algemeen vloeroppervlak, financieel, personeel, kwaliteit, OR, CR, facilitair, etc. In dit kostenonderzoek is gesteund op cijfers uit eerder onderzoek. De bedragen komen uit op € 256.761 voor de SEH en € 106.689 voor de AV.
4 Verhoudingen kostenposten
De structuur van beide beschikbaarheidbijdragen is opgebouwd uit onderdelen personeel, materieel, en de kapitaallasten. Op basis van cijfers uit de Functiegerichte budgettering (FB) is er in het verleden een verhouding vastgesteld van 70% personeel versus 30% materieel en over voorgenoemd totaal een percentage van 8,7% aan kapitaallasten.
In het vorige kostenonderzoek SEH/AV (2016) is deze verhouding niet opnieuw onderzocht. Toen is er voor gekozen om de absolute hoogte van de bedragen materieel en kapitaallasten te handhaven.
In dit onderzoek is de verhouding opnieuw bepaald. De NZa heeft hiervoor gebruik gemaakt van de cijfers uit de jaarrekeningen van 2017 en 2018 van 63 algemene ziekenhuizen. Van de 63 ziekenhuizen zijn 57 jaarrekeningen gebruikt; 6 jaarrekeningen zijn niet gebruikt in de berekening.
Bij 4 (van de 6) ziekenhuizen zijn de cijfers niet gebruikt. Voor deze instellingen geldt dat de kostprijzen 2016 niet zijn opgenomen in het tarievenonderzoek. Hierdoor hebben wij de kosten voor de dure geneesmiddelen niet kunnen gebruiken in het bepalen van de kosten.
Daarnaast zijn de cijfers van 2 (van de 6) ziekenhuizen is niet gebruikt, omdat er in de jaarrekeningen een sterke verwevenheid is tussen ziekenhuiszorg en wlz-zorg. Jaarrekeningen met wlz-zorg geven andere kostenverhoudingen dan jaarrekeningen van ziekenhuizen. Een representatieve enkelvoudige jaarrekening met enkel ziekenhuiskosten was in deze gevallen niet voorhanden.
Per ziekenhuis is een percentage voor de drie onderdelen berekend. Vervolgens is er per onderdeel een ongewogen gemiddelde berekend over alle waarden van 2017 en 2018 samen. Onderstaande tabel toont de resultaten.
|
Onderdelen
|
|
Personele lasten
|
Materiële lasten
|
Kapitaallasten
|
Methode
|
Personeelskosten
Honoraria +
Personelelasten
|
Overige bedrijfskosten
Dure geneesmiddelen -/-
Materiëlelasten
|
Materiële afschrijvingen
Rentebetalingen +
Kapitaallasten
|
Verdeling FB
|
70%
|
30%
|
+ 8,7%
|
Nieuwe verdeling
|
71,19%
|
28,81%
|
+ 8,97%
|
De kosten van de dure geneesmiddelen worden, net als in de voorgaande situatie, niet meegenomen in de berekening. De kosten van dure geneesmiddelen nemen een aanzienlijk deel in van de kosten van ziekenhuizen, maar worden in mindere mate op de SEH en bij acute verloskunde gebruikt. De kosten van dure geneesmiddelen zijn daarom in mindering gebracht op de overige bedrijfskosten uit de jaarrekening. Omdat de kosten van dure geneesmiddelen niet herleidbaar zijn uit de jaarrekeningen, zijn hiervoor NZa-kostprijsgegevens 2016 geraadpleegd. De kostprijzen van de dure geneesmiddelen zijn geïndexeerd naar 2017 en 2018-niveau. De gehanteerde index komt overeen met de groei van de omzet dure geneesmiddelen in deze jaren.
5 Opbrengsten SEH en AV
De BB SEH en BB AV compenseren de ziekenhuizen voor een lage omzet uit (dbc-)tarieven voor SEH/AV. Als er geen patiënten komen, en er ook geen dbc's gedeclareerd kunnen worden, dan maakt de instelling aanspraak op het gehele subsidiebedrag zodat de (minimale) faciliteiten en personeel in stand gehouden kunnen worden. Maar komen er veel patiënten, dan kunnen ziekenhuizen hun kosten dekken uit de reguliere dbc-opbrengsten, en zou een aanvullende subsidie dubbele bekostiging betekenen.
Hier volgt op de berekening van de opbrengstencomponent binnen deze BB's. Bijlage 3 bevat een uitgebreide toelichting op de berekeningsmethodiek.
Resultaten opbrengsten SEH-consult
Er bestaat geen specifieke SEH-dbc, en daarom dient er een fictief SEH-consult te worden berekend. Dit SEH-consult vormt de basis van een p*q berekening; zo neemt de beschikbaarheidbijdrage af bij iedere patiënt die wordt ontvangen op de SEH. Uit de berekeningen volgt een SEH-consult van € 88,79 (prijspeil 2019). Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd met het NZa-indexcijfer voor dbc-zorgproducten.
Resultaten opbrengsten AV-consult
Naast de SEH-opbrengsten is er tevens een berekening gemaakt voor de opbrengsten AV. Hier moet, vanwege de mogelijkheid op dubbele bekostiging, ook een correctie worden toegepast. Voor de verloskunde zijn er diverse dbc's, maar geen specifieke dbc's voor acute verloskunde.
Voor de AV-opbrengsten heeft de medisch adviseur daarom een beoordeling gemaakt van het acute aandeel verloskunde binnen iedere dbc. Dit is gebeurd door verrichtingen te beoordelen. Het resultaat hiervan is een 'percentage acuut' binnen iedere verloskunde dbc. Instellingen geven bij de vaststelling aan hoeveel dbc's zij hebben gedeclareerd. Op basis van deze getallen wordt een deel van deze dbc's beschouwd als opbrengsten, en in mindering gebracht van de subsidie.
De verloskunde dbc's zijn vrije zorgproducten, er is dus geen maximumtarief vastgesteld door de NZa. Daarom maakt de NZa gebruik van gemiddelde verloskunde tarieven in het vrije segment. Bijlage 3 toont de tabel met de resultaten.
Een voorbeeld van de berekening van de AV opbrengsten:
Uit de analyse blijkt dat dbc 'x' voor 23% betrekking heeft op acute verloskunde. De dbc 'x' heeft een tarief van € 1.000,-. Instelling Y heeft 100 maal dbc 'x' uitgevoerd. De instelling brengt daarmee 100 x (€ 1.000,- x 23%) = € 23.000,- aan opbrengsten in mindering op de kosten van de BB acute verloskunde.
6 Bijlage 1: Berekening personeelskosten
De volgende onderdelen van de werkgeverslasten worden in deze bijlage ten aanzien van de personeelskosten behandeld:
- Vakantiegeld en eindejaarsuitkering
- Toeslagen
- Werkgeverslasten
- Functiegebonden budget
- Overige personeelskosten.
Vakantiegeld en eindejaarsuitkering
Per functie volgt een toelichting voor vakantiegeld en eindejaarsuitkering.
SEH-verpleegkundige, SEH-arts KNMG en de obstetrisch professional
Op basis van de Cao Ziekenhuizen wordt 8,33% vakantiegeld en 8,33% eindejaarsuitkering uitgekeerd. De vakantietoeslag gaat over de bruto jaarsalarissen en de onregelmatigheidstoeslag. De eindejaarsuitkering berekenen we over de bruto jaarsalarissen.
Gynaecoloog in loondienst
De gynaecoloog ontvangt een vakantietoeslag van 8%. Op basis van de arbeidsvoorwaarden AMS 2018 ontvangt een medisch specialist geen eindejaarsuitkering. In de berekening nemen we dit als uitgangspunt.
Toeslagen
Onregelmatigheidstoeslag in vakantie en tijdens ziekte
De Cao Ziekenhuizen gaat uit van doorbetaling van onregelmatigheidstoeslag (ORT) tijdens ziekte en vakantieverlof. Hier houden we rekening mee tijdens het berekenen van de ORT.
ORT SEH-verpleegkundige en de obstetrisch professional
Volgens de cao is er een recht op vergoeding voor het verrichten van onregelmatige dienst voor de werknemers die zijn ingedeeld in functiegroep 65 of lager. Dit geldt voor de SEH-verpleegkundige en de obstetrisch professional.
De Cao Ziekenhuizen kent een vergoedingsbeleid bij onregelmatige diensten. De toeslag wordt in de cao bepaald als percentage over het uurloon. Waarbij geldt dat het uurloon 1/156 deel is van het bruto maandsalaris, en inpassingstabel nummer 19 (€ 2.468,- per 1 juli 2018) als maximaal bruto maandsalaris geldt. Dit maximum is gehanteerd in onderstaande berekening, omdat de gemiddelde salarissen allen hoger liggen dan € 2.468,- per maand. Daarna hebben we de benodigde ORT toeslagen per dag berekend. Zie onderstaande tabel voor de bedragen.
Dag
|
Tijdstippen
|
Procentuele toeslag
|
Toeslag in euro per uur
|
Maandag-vrijdag
|
06.00-07.00 en 20.00-22.00
|
22%
|
€ 3,48
|
Zaterdag
|
06.00-08.00 en 12.00-22.00
|
38%
|
€ 6,01
|
Maandag-vrijdag
|
00.00-06.00 en 22.00-24.00
|
47%
|
€ 7,44
|
Zaterdag
|
00.00-06.00 en 22.00-24.00
|
52%
|
€ 8,23
|
Zon- en feestdag
|
00.00-24.00
|
60%
|
€ 9,49
|
24 en 31 december
|
18.00-24.00
|
60%
|
€ 9,94
|
Door de bedragen per dag te vermenigvuldigen met het aantal corresponderende werkdagen, zaterdagen, zon- en feestdagen, komen we tot de ORT kosten voor een heel jaar: € 38.546,71. In dit bedrag is nog geen rekening gehouden met de doorbetaling van ORT tijdens ziekte (3,93%), vakantie (144 uren per fte per jaar), en overdrachtsuren die tijdens onregelmatige diensturen plaatsvinden. Er is, conform de huidige situatie, uitgegaan van in totaal 1,5 uur per dag aan overdracht. Inclusief deze extra uren komt de totale ORT uit op
€ 45.426,42 voor een heel jaar, wat € 7.412,89 per fte (6,13 fte's) bedraagt.
|
%
|
Bedrag
|
ORT-kosten voor 365 dagen per jaar
|
100%
|
€ 38.546,71
|
Doorbetaling ORT tijdens ziekte
|
3,93%
|
€ 1.514,89
|
Doorbetaling ORT tijdens vakantie (144/1878 uur)
|
7,67%
|
€ 2.955,66
|
Dubbele ORT wegens overdrachtsmomenten
|
6,25%
|
€ 2.409,17
|
Aanvullend benodigd om een jaar ORT te kunnen vergoeden
|
17,85%
|
+ € 6.879,71
|
Totale ORT
|
117,85%
|
€ 45.426,42
|
ORT per fte (delen door 6,13 fte)
|
|
€ 7.412,89
|
Toeslag SEH-arts KNMG
Voor de toeslag voor de SEH-arts KNMG geldt geen algemene leidraad vanuit de cao. We gaan in de berekening uit van 10,5%. Dit bedrag komt voort uit een eerdere (2016) expertbijeenkomst over de achterwachtfunctie. Daaruit bleek dat SEH-artsen een toeslag ontvangen. De NZa heeft het bedrag aangepast van 10% naar 10,5% wat het actuele percentage is conform de AMS.
Toeslagen gynaecoloog in loondienst
Op basis van de arbeidsvoorwaarden AMS 2018 kunnen er diverse frequentie-, intensiteits-, en roostertoeslagen van toepassing zijn op medisch specialisten in loondienst (gynaecoloog). Overigens kunnen roostertoeslagen niet gelijktijdig met de frequentie- en intensiteitstoeslagen van toepassing zijn.
In de berekeningen van de NZa voor de gynaecologen in loondienst worden de bovengenoemde toeslagen niet toegepast. De reden hiervoor is dat de toeslagen van toepassing zijn indien de gynaecologen meer dan 45 uur per week werken, namelijk gemiddeld 52 uur, maximaal gemiddeld 55 uur. Momenteel is er met 45 uur gerekend in de formatie. Indien er een toeslag van toepassing is, dan zou het aantal contracturen in de formatieberekening ook moeten worden aangepast naar boven.
Werkgeverslasten
De werkgeverslasten worden berekend per functie aan de hand van het bruto maandsalaris (inclusief toeslagen, vakantiebijslag en de eindejaarsuitkering) en de publiek toegankelijke RAET app.
Functiegebonden budget
Er wordt jaarlijks een functiegebonden budget gereserveerd voor de gynaecoloog. De hoogte hiervan was per
1 januari 2017 € 5.894,-. Inclusief de consumentenprijsindex bedraagt dit € 6.078,- voor 2019.
Overige personeelskosten
Onder de overige personeelskosten vallen reis- en verblijfkosten, verhuiskosten, opleidingen, wervingskosten, studiekosten, arbodienst, kleding, geschenken bij jubilea, uitjes, etc. Het percentage overige personeelskosten betreft een gemiddelde dat is gebaseerd op een gemiddelde van alle algemene ziekenhuizen, en is als volgt berekend:
Andere personeelskosten per ziekenhuis (jaarrekening)
Functiegebonden budget * aantal medisch specialisten in loondienst -/-
Overige personeelskosten per instelling exclusief functiegebonden budgetten van medisch specialisten
Overige personeelskosten per instelling exclusief functiegebonden budgetten van medisch specialisten
Lonen en salarissen per instelling (jaarrekening) /
Percentage overige personeelskosten van de loonkosten per instelling
Vervolgens is het gemiddelde percentage van alle 57 instellingen berekend. Het gemiddelde percentage overige personeelskosten over 2017 en 2018 is 5,38% van de loonkosten. Dit percentage is per functie toegepast.
7 Bijlage 2: Berekening formatie
In deze bijlage lichten we de berekeningen van de formatie verder toe.
Formatie
Om te kunnen voorzien in 24/7 beschikbaarheid van de SEH en de acute verloskunde, gaat de huidige Beleidsregel 'Beschikbaarheidbijdrage op aanvraag' (BR/REG-19162b), uit van 6,09 fte SEH-arts, 6,09 fte SEH-verpleegkundige, en 5,06 fte gynaecoloog of 6,09 fte obstetrisch professional (of een verdeling hiervan tussen gynaecoloog en obstetrisch professional). In dit kostenonderzoek herijken we deze fte-aantallen.
Een regulier jaar bestaat uit 8.760 uur (365 dagen * 24 uur). Om te bepalen hoeveel fte er benodigd is om een jaar lang 24/7 beschikbaarheid mogelijk te maken, is het nodig om te bepalen hoeveel uur één fte effectief per jaar kan werken.
Bronnen
Voor onderstaande functies bepalen we het benodigde aantal fte aan de hand van de Cao Ziekenhuizen (hierna ook: 'cao') 2017-2019 en de beschikbare informatie over ziekteverzuim:
Het benodigd aantal fte voor de gynaecoloog (in loondienst en vrijgevestigd) bepalen we op basis van de arbeidsvoorwaarden AMS 2018.
Daarnaast gebruiken we Vernet als bron voor het ziekteverzuimpercentage. Bovendien volgen we een aantal uitgangspunten gelijk aan de uitgangspunten uit het kostenonderzoek van 2016.
Formatie uren Cao Ziekenhuizen
De cao gaat uit van een voltijdsdienstverband bij 1.878 uren arbeid. Daarnaast gaat de cao uit van 144 uren vakantieverlof en 57 uren PLB.
Formatie uren gynaecoloog
De arbeidsvoorwaarden AMS 2018 gaat uit van een voltijdsarbeidsduur van gemiddeld 45 uur per week exclusief de uren arbeid tijdens avond-, nacht-, of weekenddiensten. Dit betekent jaarlijks een voltijdsdienstverband bij 2.340 uren (exclusief ANW). De medisch specialist heeft recht op 30 vakantiedagen, wat neerkomt op 270 uur bij een voltijd arbeidsduur.
Feestdagen
Conform de cao wordt het aantal uren waarop jaarlijks arbeid dient te worden verricht, verminderd met 7,2 uur voor elke feest- en gedenkdag niet vallend op zaterdag of zondag. De cao noemt tien jaarlijkse feestdagen (Nieuwjaarsdag, eerste Paasdag, tweede Paasdag, Koningsdag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag, eerste Pinksterdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag, tweede Kerstdag). Van deze tien jaarlijkse feestdagen vallen er twee (eerste Paasdag en eerste Pinksterdag) altijd op een zondag en drie (tweede Paasdag, Hemelvaartsdag en tweede Pinksterdag) vallen altijd op een werkdag. Voor de vijf andere jaarlijkse feestdagen is de kans 5/7 dat de feestdag op een werkdag valt. Dit betekent dat gemiddeld per jaar in totaal 47,3 uren waarop jaarlijks arbeid verricht dient te worden in mindering worden gebracht op het totaal:
vermindering arbeidsuren=7,2 uren × (3 feestdagen+ 5 feestdagen × 5/7) = 47,3 uur
De arbeidsvoorwaarden (AMS 2018) voor de gynaecoloog kennen een zelfde feestdagenregeling. Het verschil is dat voor de medisch specialist uitgegaan wordt van 9 arbeidsuren op een dag, in plaats van 7,2 uur.
vermindering arbeidsuren=9 uren × (3 feestdagen+ 5 feestdagen × 5/7) = 59,1 uur
Ziekteverzuim
De meest recente verzuimcijfers hebben we opgevraagd bij Stichting Arbeidsmarkt Ziekenhuizen (StAZ). Deze zijn berekend door Vernet. Hieruit volgt een percentage van 3,93% (thans 3,5%) voor het verzuimpercentage in de periode 2018-3 en 2019-2 voor een salarisklasse > € 3.500,-. Dit percentage geldt voor de SEH-verpleegkundige, SEH-arts KNMG, gynaecoloog en de obstetrisch professional.
Scholing
Voor het aantal uren scholing geeft de cao geen handvatten. Daarom gebruiken we het uitgangspunt van vorig kostenonderzoek. Voor het vaststellen van de formatie van de SEH-arts KNMG en de SEH-verpleegkundige gaan we daarom uit van 36 uur scholing per fte.
De gynaecoloog heeft jaarlijks recht 10 dagen bij- en nascholingsverlof. Dit komt voor een voltijdsarbeidsduur overeen met 90 uren. We gaan dan ook uit van 90 uren scholing per fte gynaecoloog.
Overdracht
Met betrekking tot de overdracht gaan we, net als in de huidige situatie, uit van 3 maal 0,5 uur per dag per functie, dus 1,5 uur in totaal per dag.
Schrikkeljaar
We hebben in het benodigd aantal fte rekening gehouden met schrikkeljaren. Dit betekent dat we voor ieder komend jaar ¼ deel van één extra dag compenseren.
|
# uren per dag
|
# uren per jaar
|
Aantal uren
|
24
|
8.760
|
Overdrachtsuren
|
1,5
|
547,5
|
Schrikkeljaarcompensatie
|
|
6,4
|
Totaal benodigde uren
|
|
9.313,9
|
|
Functies cao ziekenhuizen
|
Gynaecoloog in loondienst
|
Totaal beschikbare uren per fte
|
1.519,9
|
1.828,9
|
Totaal benodigde uren
|
9.316,5
|
9.316,5
|
Totaal benodigde fte's
|
6,13
|
5,09
|
8 Bijlage 3: Methodiek opbrengsten
Methodiek berekening SEH-consult
Voor het vaststellen van de BB SEH brengt de NZa de opbrengsten van de SEH in mindering op de beschikbaarheidbijdrage voor de BB SEH. Omdat er geen specifiek SEH-tarief bestaat, is een fictief SEH-consult tarief berekend. Hiervoor wordt dezelfde methode als in vorige onderzoeken gehanteerd. Deze methode lichten we hieronder toe.
Stappenplan
Voor de berekening van het SEH-consult zijn de volgende stappen doorlopen:
1. Op basis van DIS-data wordt een zogenaamde SEH-frequentietabel samengesteld voor de jaren 2015 en 2016. De data uit 2017 blijken nog te onvolledig te zijn om te verwerken in dit onderzoek. Deze SEH frequentietabel bevat alle zorgactiviteiten die worden uitgevoerd op dezelfde dag dat een SEH-registratiecode 190015 wordt vastgelegd. De DIS data 2015 en 2016 worden gesimuleerd volgens de RZ19a productstructuur.
2. De SEH casemix 2015/2016 wordt bepaald door het totaal aantal DBC-subtrajecten per jaar volgens de RZ19a productstructuur te bepalen waarbinnen 1 of meer SEH registratiecodes 190015 voorkomen.
3. Door per zorgactiviteitcode het totaal aantal van de SEH frequentietabel (berekend in stap 1) te delen door de SEH casemix per jaar (berekend in stap 2) vinden we het gemiddelde SEH-profiel voor het betreffende jaar.
4. Door de medisch adviseur van de NZa wordt bepaald welke zorgactiviteiten worden uitgevoerd bij de SEH-afdeling en welke worden vastgelegd bij andere afdelingen van de instelling; dit leidt tot een geschoond SEH-profiel.
5. Op basis van dit geschoonde SEH-profiel en de beschikbare kostprijzen per ZA worden de normatieve kosten per SEH-consult opnieuw berekend. De kostprijzen per ZA zijn verzameld tijdens eerdere kostprijsonderzoeken. Voor 2015 en 2016 samen is er sprake van een gemiddelde van € 81,08. Dit bedrag wordt geïndexeerd naar prijspeil 2019.
6. De hierboven berekende normatieve kosten (€ 81,08) betreffen alleen de ziekenhuiskosten. Hierbij wordt een opslag voor de loonkosten toegevoegd. Voor het loonkostengedeelte is geen nieuwe data beschikbaar. Als alternatief worden hiervoor de resultaten van de kostprijsuitvraag 2017 (data 2016) toegepast. Dit geeft een opslag van 19,65% voor de inzet van de SEH-arts, en is gebaseerd op de verhouding tussen de loonkosten van medisch specialisten en de ziekenhuiskosten. Omdat er in het ziekenhuisdeel (€ 81,08) ook een vergoeding voor de ANIOS is verwerkt, dient dit dubbele effect eruit te worden gehaald. Uit dit onderzoek komt naar voren dat de vergoeding voor de SEH-arts is gemiddeld 48% hoger dan de ANIOS. Hierdoor wordt de uiteindelijke vergoeding voor de loonkosten 48% van 19,65%. Dit betreft een opslag van 8,68% ofwel € 7,71 per SEH-consult. Hierdoor komt het resultaat uit op € 88,79 per SEH-consult.
Berekening opbrengsten AV
Onderstaande tabel toont de resultaten van 20 dbc-zorgproducten binnen de verloskunde.
Zorgproductcode
|
Zorgproduct medische omschrijving
|
Gemiddelde productprijs voor 2019
|
Percentage
|
Bedrag beleidsregel
|
150101002
|
Oper wegens extra-uteriene zwangerschap | Zwangersch/bevall/kraamb misgeboorte
|
€ 4.144,61
|
40,84%
|
€ 1.692,73
|
150101003
|
Diagnostisch (zwaar) / Therapeutisch licht | Zwangersch/bevall/kraamb misgeboorte
|
€ 665,85
|
1,84%
|
€ 12,28
|
150101004
|
Klin kort | Zwangersch/bevall/kraamb misgeboorte
|
€ 1.787,84
|
0,56%
|
€ 10,06
|
150101006
|
(Abortus) curettage | Zwangersch/bevall/kraamb misgeboorte
|
€ 1.873,71
|
49,36%
|
€ 924,83
|
150101007
|
Dag/ Poli >2/ Routine onderzoek >2 | Zwangersch/bevall/kraamb misgeboorte
|
€ 636,40
|
1,91%
|
€ 12,16
|
150101008
|
Klin (zeer) lang | Zwangersch/bevall/kraamb misgeboorte
|
€ 18.381,53
|
0,98%
|
€ 179,33
|
150101009
|
Klin middel | Zwangersch/bevall/kraamb misgeboorte
|
€ 6.061,27
|
0,29%
|
€ 17,33
|
150101011
|
Licht ambulant | Zwangersch/bevall/kraamb misgeboorte
|
€ 268,85
|
0,21%
|
€ 0,58
|
159899004
|
Partus met complexe fluxusbehandeling OK | | Zwangersch/bevall/kraamb bevalling / compl
|
€ 11.587,29
|
21,24%
|
€ 2.460,98
|
159899007
|
Sectio ceasarea | | Zwangersch/bevall/kraamb bevalling/compl
|
€ 4.431,41
|
2,16%
|
€ 95,78
|
159899008
|
Postnatale complicaties en/of nazorg na partus elders | Dag/ Klin cumulatief kort | Zwangersch/bevall/kraamb bevalling/compl
|
€ 1.343,83
|
2,39%
|
€ 32,07
|
159899010
|
Partus met (manuele) placentaverwijdering/ oper cervixscheur | Zwangersch/bevall/kraamb bevalling/compl
|
€ 4.290,81
|
28,02%
|
€ 1.202,20
|
159899011
|
Postnatale complicaties en/of nazorg na partus elders | Dag/ Klin cumulatief (zeer) lang | Zwangersch/bevall/kraamb bevalling/compl
|
€ 3.105,51
|
9,34%
|
€ 290,06
|
159899012
|
Postnatale complicaties en/of nazorg na partus elders | Dag/ Klin cumulatief middel | Zwangersch/bevall/kraamb bevalling/compl
|
€ 3.997,79
|
0,22%
|
€ 8,88
|
159899013
|
Postnatale complicaties en/of nazorg na partus elders | Complexe fluxusbehandeling OK | Zwangersch/bevall/kraamb bevalling/compl
|
€ 10.348,10
|
25,97%
|
€ 2.687,81
|
159899014
|
Begeleiding spontane partus stuit /meerling | Zwangersch/bevall/kraamb bevalling/compl
|
€ 3.352,43
|
3,52%
|
€ 118,14
|
159899016
|
Postnatale complicaties en/of nazorg na partus elders | (Manuele) placentaverwijdering/ oper cervixscheur | Zwangersch/bevall/kraamb bevalling/compl
|
€ 2.155,24
|
46,98%
|
€ 1.012,46
|
159899017
|
Vaginale kunstverlossing | Zwangersch/bevall/kraamb bevalling/compl
|
€ 2.885,39
|
3,85%
|
€ 110,95
|
159899019
|
Begeleiding spontane partus | Zwangersch/bevall/kraamb bevalling/compl
|
€ 2.387,75
|
4,65%
|
€ 110,93
|
159899020
|
Postnatale complicaties en/of nazorg na partus elders |Ambulant | Zwangersch/bevall/kraamb bevalling/compl
|
€ 548,29
|
1,03%
|
€ 5,66
|