Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/5115/GB, 6 december 2019, beroep
Uitspraakdatum:06-12-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:        R-19/5115/GB

Betreft:            [klager]            datum: 6 december 2019

De alleensprekende beroepsrechter als bedoeld in artikel 73, eerste lid in verbinding met artikel 69, derde lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van  […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 29 oktober 2019 genomen beslissing van de Minister voor Rechtsbescherming (de Minister), en van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing. Op grond van het dossieronderzoek overweegt en beslist de beroepsrechter als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De Minister heeft klagers verzoek tot uitstel van zijn melddatum afgewezen.

2.         De feiten

Op 25 september 2019 is klager opgeroepen zich op 31 oktober 2019 te melden in de p.i. Lelystad voor het ondergaan van veertien dagen gevangenisstraf. Op 15 oktober 2019 heeft klager een verzoek tot uitstel van deze melddatum ingediend, dat op 29 oktober 2019 is afgewezen. Op 30 oktober 2019 heeft hij hiertegen een beroepschrift ingediend, als gevolg waarvan hem op diezelfde datum (alsnog) uitstel van deze melddatum is verleend en hij is opgeroepen zich op 13 november 2019 te melden in de hiervoor genoemde inrichting. Nadat (kennelijk) opnieuw uitstel van deze melddatum is verleend is klager op 12 november 2019 opnieuw opgeroepen zich nu op 27 november 2019 te melden in dezelfde inrichting voor het ondergaan van bovengenoemde gevangenisstraf.

3.         Ontvankelijkheid

Uit de inlichtingen van de Minister volgt dat klager niet langer is gehouden zich op 27 november 2019 in de inrichting te melden voor het ondergaan van de aan hem opgelegde gevangenisstraf. Naar aanleiding van de door klager overgelegde stukken heeft de Minister beslist zijn dossier ten behoeve van een onderzoek naar zijn detentiegeschiktheid naar de medisch adviseur door te sturen. Klager beschikt daarom niet langer over zijn status als zelfmelder. Daarom heeft hij geen belang meer bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep.

De beroepsrechter zal hem dan ook niet-ontvankelijk verklaren in zijn beroep.

Ten overvloede merkt de beroepsrechter het volgende op. De Minister maakt in onderhavige procedure geen onderscheid tussen een bezwaarschrift en een verzoek tot uitstel. Op grond van artikel 17, eerste en tweede lid, in verbinding met artikel 61, vijfde lid, van de Pbw kan een zelfmelder tegen de oproep zich te moeten melden in een bepaalde inrichting binnen zeven dagen na ontvangst van die oproep een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen. Een buiten die termijn ingediend bezwaarschrift moet worden aangemerkt als nieuw verzoek tot uitstel van de melddatum en dient als zodanig te worden beoordeeld.

4.         De uitspraak

De beroepsrechter verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

Aldus gegeven door de beroepsrechter voornoemd, mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. M.G. Bikker, secretaris, op 6 december 2019.

            secretaris        voorzitter

Naar boven