Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/3420/TA, 09 september 2019, beroep
Uitspraakdatum:09-09-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          R-19/3420/TA

betreft: [klager]                                    datum: 9 september 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. N.M.H.M. den Dekker, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 2 april 2019 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de instelling, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. De beroepscommissie heeft het hoofd van de instelling in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. N.M.H.M. den Dekker om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft het vermelden van onjuistheden in de wettelijke aantekeningen (K-2019-42). De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en het hoofd van de instelling

Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager is het niet eens met de wettelijke aantekeningen over het vierde kwartaal van 2018. Deze zouden op onwaarheden berusten en geven in strijd met artikel 37a Wet Bopz geen enkel inzicht in de voortgang van de behandeling. Klagers verzoek om bemiddeling is niet door de instelling beantwoord.
Klager heeft pas laat van de uitspraak van de beklagrechter kennis genomen omdat hem niet zou zijn meegedeeld dat er post voor hem in zijn postvak lag, hetgeen normaal gesproken altijd wel wordt gedaan. Hierdoor heeft de post zeker een week in zijn postvak gelegen voordat hij ervan kennis heeft kunnen nemen en hij heeft kunnen besluiten om in beroep te gaan. Namens het hoofd van de instelling is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. In het postboek van de afdeling staat genoteerd dat de uitspraak van de beklagrechter op 5 april 2019 aan klager is uitgereikt. Onduidelijk is waarom het beroepschrift van klagers raadsvrouw van 11 april 2019 pas op 16 april 2019 is ontvangen. Het maken van de wettelijke aantekeningen is, anders dan klagers raadsvrouw schrijft, niet gebaseerd op de Wet Bopz, maar op de artikelen 5 en 6 Reglement verpleging ter beschikking gestelden juncto artikel 509o Wetboek van Strafvordering waarin geen vereisten voor het schrijven en vaststellen van de wettelijke aantekeningen zijn opgenomen. Het hoofd behandeling heeft geen feitelijke onjuistheden in de wettelijke aantekeningen geconstateerd. De omschrijving van de delicten is gebaseerd op informatie uit de rechterlijke uitspraak en kan daarom niet worden aangepast. Klager heeft een andere opvatting over de delicten, hetgeen aan de orde komt binnen klagers behandeling. Het al dan niet aanpassen van de wettelijke aantekeningen is volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie niet vatbaar voor beklag.

3.         De beoordeling

Ingevolge artikel 67, eerste en derde lid Bvt juncto artikel 58, vijfde lid Bvt dient het beroepschrift tegen een uitspraak van de beklagcommissie uiterlijk op de zevende dag na die van de ontvangst van het afschrift van die uitspraak te worden ingediend. Als dag van indiening geldt de dag waarop het beroepschrift door het secretariaat van de beroepscommissie wordt ontvangen, dan wel de dag die door of namens het hoofd van de instelling is gestempeld op het beroepschrift of de envelop waarin dit wordt verzonden. Een na afloop van de termijn van zeven dagen ingediend beroepschrift is niettemin ontvankelijk, indien blijkt dat het beroepschrift zo spoedig is ingediend als redelijkerwijs van de indiener van het beroep kon worden verlangd. Vast staat dat de uitspraak van de beklagrechter op woensdag 3 april 2019 aan klager, zijn raadsvrouw en de directeur is gezonden. Het door klagers raadsvrouw namens hem ingediende beroepschrift van donderdag 11 april 2019 is per post verzonden en op dinsdag 16 april 2019 ontvangen. Het poststempel op de envelop waarin het beroepschrift is ontvangen dateert van 15 april 2019. Klager stelt dat hij de uitspraak zeker een week later dan na verzending door de beklagrechter heeft ontvangen. Als die informatie juist zou zijn, is de beroepstermijn op of omstreeks 11 april 2019 aangevangen en is het beroepschrift, dat op 16 april 2019 is ontvangen, tijdig ingediend. Volgens het postboek van klagers afdeling is de uitspraak echter op 5 april 2019 aan klager uitgereikt. Als die informatie juist is, en de beroepscommissie heeft geen aanleiding daaraan te twijfelen, is de beroepstermijn op zaterdag 6 april 2019 aangevangen en liep die termijn af op vrijdag 12 april 2019. Het beroepschrift is in dat geval niet tijdig ingediend. Niet is gebleken dat het beroepschrift, dat door klagers raadvrouw immers gemaild had kunnen worden, zo spoedig is ingediend als redelijkerwijs kon worden verlangd. Ten overvloede wordt overwogen dat de beroepscommissie het beroep, als het beroepschrift tijdig zou zijn ingediend, ongegrond zou hebben verklaard op de grond dat in de wettelijke aantekeningen opgenomen informatie niet vatbaar is voor beklag en de beklagrechter op goede en juiste grond op het beklag heeft beslist.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.M. Maanicus, voorzitter, mr. drs. N.C. van Lookeren Campagne en drs. M.J. Selnick Marzullo, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 9 september 2019.

 

            secretaris                                 voorzitter                   

 

 

 

 

 

Naar boven