Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ S-19/2126/SGA, 21 augustus 2019, schorsing
Uitspraakdatum:21-08-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          : S-19/2126/SGA

Betreft : [verzoeker]    datum: 21 augustus 2019

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van  […], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de zeer beperkt beveiligde inrichting van de penitentiaire inrichting (p.i.) Middelburg.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 15 augustus 2019, inhoudende de oplegging van een ordemaatregel van veertien dagen uitsluiting van activiteiten, ingaande op 15 augustus 2019 om 17.00 uur en eindigend op 29 augustus 2019 om 17.00 uur, in afwachting van de beslissing van de Minister voor Rechtsbescherming (de Minister) met betrekking tot verzoekers deelname aan een penitentiair programma (p.p.).

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 17 augustus 2019 (kenmerk: MB-2019-000217), van de schriftelijke reactie van 19 augustus 2019, ingediend namens verzoeker door mr. C.W. Dirkzwager alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 20 augustus 2019.

1.         De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

Uit de bestreden beslissing volgt dat het Openbaar Ministerie negatief heeft geadviseerd met betrekking tot verzoekers – zo begrijpt de voorzitter – deelname aan een p.p., waarna de directeur aan de Minister heeft geadviseerd verzoekers verzoek tot deelname aan een p.p. af te wijzen. In afwachting van de beslissing van de Minister heeft de directeur verzoeker een ordemaatregel opgelegd, inhoudende uitsluiting van deelname aan activiteiten (met uitzondering van vrijheden op de afdeling en het bezit van een telefoon en laptop).

De voorzitter overweegt als volgt.

De directeur heeft op grond van artikel 23, eerste lid, Pbw de mogelijkheid aan een gedetineerde een ordemaatregel op te leggen, door hem uit te sluiten van deelname aan een of meer activiteiten:

a.         indien dit in het belang is van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting dan wel van een ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming noodzakelijk is;
b.         indien dit ter bescherming van de betrokken gedetineerde noodzakelijk;
c.         in geval van ziekmelding of ziekte van de betrokken gedetineerde;
d.         indien de gedetineerde hierom verzoekt en de directeur dit verzoek redelijk en uitvoerbaar oordeelt.

Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter blijkt uit de bestreden beslissing onvoldoende dat sprake is van een van de bovengenoemde situaties. Daarnaast volgt uit de inlichtingen van de directeur – afgezien van een enkel incident rondom verzoekers verlof, waarvoor hij disciplinair is bestraft – niet van feiten of omstandigheden op grond waarvan het opleggen van de ordemaatregel noodzakelijk moet worden geacht. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter is de bestreden beslissing onvoldoende gemotiveerd. Gelet hierop zal het verzoek worden toegewezen.

2.         De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur met onmiddellijke ingang tot het moment dat de beklagcommissie op het onderliggende beklag zal hebben beslist.

Aldus gedaan door mr. M. Keppels, voorzitter, in tegenwoordigheid van J.A. van der Veen, secretaris, op 21 augustus 2019.

secretaris         voorzitter

Naar boven