Onderwerp: Bezoek-historie

Concentratiebesluit BENU Apotheken B.V. – Thio Pharma Apotheken B.V.
Ondertekeningsdatum:06-07-2019Publicatiedatum:30-08-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Aanvraag tot goedkeuring van een concentratie

  1. Op 14 juni 2019 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een aanvraag ontvangen in de zin van artikel 49a van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) voor het verkrijgen van goedkeuring van een voorgenomen concentratie (hierna: de aanvraag).

 

Partijen

  1. Brocacef Groep N.V. is (onder meer) via haar dochteronderneming BENU Apotheken B.V. (hierna: BENU Apotheken) actief op het gebied van farmaceutische zorg in heel Nederland.
     
  2. Thio Pharma Holding B.V. (hierna: Thio Pharma Holding) is via haar dochterondernemingen actief op het gebied van farmaceutische zorg in heel Nederland (hierna gezamenlijk: de Thio-groep). Tot de groep behoren onder meer:
    1. Thio Pharma Apotheken B.V.;
    2. Pan-A-CE B.V.;
    3. Thio Pharma Apotheken Waddinxveen B.V.;
    4. Thio Pharma Apotheken Ridderkerk B.V.;
    5. Apotheek ’t Gouden Hert B.V.;
    6. Apotheek Etten-Leur “De Keen” Thio B.V.;
    7. RX Apotheek B.V.
       

Deze entiteiten doen door 21 apotheken zorg verlenen, waaronder de apotheek ‘Stichtse Apotheek De Bilt’. De entiteiten opgesomd in a t/m g worden hierna gezamenlijk aangeduid als ‘de Doelondernemingen’.

 

Het voornemen

  1. Het voornemen bestaat uit twee delen:
    1. De overdracht van ‘Stichtse Apotheek De Bilt’ naar een andere juridische entiteit binnen de Thio-groep);
    2. De overname van alle aandelen in de Doelondernemingen door BENU Apotheken.

      Het voornemen is vastgelegd in een door partijen ondertekend Signing Protocol van 13 juni 2019 en een bij de aanvraag overgelegde conceptshare purchase agreement van 14 juni 2019.

 

Toepasselijkheid van de zorgspecifieke concentratietoets

  1. Betrokken organisaties zijn BENU Apotheken en de Doelondernemingen.
     
  2. Betrokken organisaties kwalificeren als zorgaanbieder in de zin van artikel 1, onderdeel c, onder 1 van de Wmg.
     
  3. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens over het aantal personen dat werkzaam is binnen de betrokken organisaties blijkt dat de voorgenomen concentratie binnen de werkingssfeer van het in artikelen 49a t/m 49d van de Wmg geregelde zorgspecifieke concentratietoezicht valt.
     
  4. Het voornemen leidt tot het tot stand brengen van een concentratie in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4 omschreven transactie leidt er namelijk toe dat BENU Apotheken uitsluitende zeggenschap verkrijgt over de Doelondernemingen.

 

Beoordeling

  1. Bij de beoordeling van de aanvraag tot goedkeuring van de voorgenomen concentratie hanteert de NZa de wettelijke criteria van artikel 49c, tweedelid, Wmg.

    A. Inzicht in de verwachte effecten van de concentratie
     
  2. De bij de aanvraag ter beschikking gestelde effectrapportage biedt voldoende inzicht in de verwachte effecten van de beoogde concentratie, zoals opgesomd in artikel 49b, tweede lid, Wmg.

    B. Betrokkenheid belanghebbenden
     
  3. Voor de beoordeling van de betrokkenheid van cliënten en personeel bij de voorbereiding van de concentratie sluit de NZa aan bij de in de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (hierna: Wmcz) en de Wet op de ondernemingsraden verankerde advies- en instemmingsrechten van cliëntenraden en ondernemingsraden bij voorgenomen concentraties.[1]

Cliënten

  1. Zorgaanbieders die een instelling in de zin van artikel 1, eerste lid, onder f, van de Wet toelating zorginstellingen (hierna: WTZi) in stand houden, zijn op grond van artikel 2, eerste lid van de Wmcz verplicht om een cliëntenraad in te stellen. Uit artikel 5, eerste lid, van de WTZi jo. artikel 1.2, elfde lid, van het Uitvoeringsbesluit WTZi blijkt dat aanbieders van farmaceutische zorg instellingen zijn in de zin van de WTZi.
     
  2. Uit de parlementaire geschiedenis bij de Wmcz blijkt echter dat het niet de bedoeling van de wetgever is geweest om de verplichting om een cliëntenraad in te stellen ook voor, onder andere, aanbieders van farmaceutische zorg te laten gelden. Om die reden is de betrokkenheid van cliënten van partijen door de NZa niet beoordeeld.

Personeel en andere betrokkenen

  1. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens blijkt dat personeel en andere betrokkenen door partijen op een zorgvuldige wijze zijn betrokken bij de voorbereiding van de concentratie. Zij zijn tijdig en op begrijpelijke wijze op de hoogte gebracht van de inhoud van de concentratieplannen en de manier waarop oordelen of aanbevelingen hierover kenbaar konden worden gemaakt.
     
  2. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens blijkt dat het oordeel en de aanbevelingen van personeel en andere betrokkenen door partijen overtuigend en beargumenteerd zijn meegewogen in de besluitvorming tot concentratie.

    C. Cruciale zorg
     
  3. Door betrokken organisaties wordt geen cruciale zorg aangeboden in de zin van artikel 49c, tweede lid, onder c, Wmg.

 

Besluit

  1. De NZa heeft vastgesteld dat partijen hebben voldaan aan de vereisten zoals opgenomen in artikel 49c Wmg. De NZa verleent goedkeuring aan het tot stand brengen van de concentratie waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

Datum:            16 juli 2019

Nederlandse Zorgautoriteit,

 

mw. drs. A.J.M.H. Mateijsen

plv. directeur Toezicht en Handhaving

unitmanager Toezicht Zorgaanbieders

directie Toezicht en Handhaving

 

 

Indien u het niet eens bent met dit besluit, dan kunt u binnen zes weken na verzending/bekendmaking van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij de Nederlandse Zorgautoriteit. U kunt uw bezwaar indienen: per post of per fax. Het is niet mogelijk uw bezwaar via de e-mail in te dienen.

Adres: Nederlandse Zorgautoriteit

           t.a.v. unit Juridische Zaken

           Postbus 3017

           3502 GA  UTRECHT

           (In de linkerbovenhoek van de envelop vermeldt u: Bezwaarschrift)

Fax:    030 – 296 82 96

Het bezwaar dient volgens artikel 6:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht schriftelijk en ondertekend te worden ingediend en dient ten minste de volgende gegevens te bevatten:
- naam en adres van de indiener;
- de dagtekening;
- een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt;
- de gronden (onderbouwing) van het bezwaar.

Wij verzoeken u een kopie van dit besluit bij te voegen.

 

[1] Zie, onder andere, Kamerstukken II, 2011-2012, 33 253, nr. 3, p. 12; Kamerstukken II, 2012-2013, 33 253, nr. 6. p. 13; Kamerstukken I, 2012-2013, 33 253, C, p. 15-17.

Naar boven