Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/2515/GM, 28 juni 2019, beroep
Uitspraakdatum:28-06-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          R-19/2515/GM

betreft: [klager]            datum: 28 juni 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein, alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 17 december 2018 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie en Veiligheid.

Ter zitting van de beroepscommissie van 14 mei 2019, gehouden in de p.i. Vught, is gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. W.E.R. Geurts.

De inrichtingsarts van de p.i. Nieuwegein is niet ter zitting verschenen. 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

           

1.         De inhoud van het beroep

De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 19 oktober 2018, betreft de weigering om klager ibuprofen in bruistabletvorm voor te schrijven.

 

2.         De standpunten van klager en de inrichtingsarts

Door en namens klager is de klacht als volgt toegelicht.

Klager heeft de klacht al eerder ingediend maar heeft geen bericht van ontvangst  van die eerdere klacht ontvangen.

Klager heeft clusterhoofdpijn en een slikprobleem. Andere pijnstilling werkt niet. Bruistabletten werken direct. In p.i. Nieuwegein zijn hem eerder bruistabletten voorgeschreven. Op 20 september 2018 is de verstrekking van bruistabletten gestopt. Volgens de medische dienst is het beleid om gewone tabletten voor te schrijven omdat gedetineerden bruistabletten snuiven. Klager doet dit niet. Amitriptyline tweemaal daags     10 mg. helpt ook tegen clusterhoofdpijn. Dit is hem door een arts van Novadic-Kentron voorgeschreven, waar hij onder behandeling is voor pijnklachten. Hij slikt niet graag medicatie. Klager gebruikt ook wel ibuprofen en paracetamol samen. De ibuprofen gebruikt hij in verband met pijn aan de nek en schouders. Als hij de medicatie niet nodig heeft, geeft hij de medicatie terug aan het personeel. Hij gebruikt alleen medicatie als hij pijn heeft. In de eerdere klacht heeft klager niet vermeld dat hij een slikprobleem heeft.

De inrichtingsarts heeft klagers medische gegevens verstrekt zonder een nadere toelichting.

 

3.         De beoordeling

Uit de stukken, met name klagers medische gegevens, en de behandeling ter zitting volgt dat klager pijnmedicatie, waaronder tweemaal daags ibuprofen 600 mg., is voorgeschreven.

De werking van ibuprofen in gewone tabletvorm is niet anders dan die van ibuprofen in bruistabletvorm. Niet aannemelijk is geworden dat klager problemen met slikken zou hebben, waardoor het voorschrijven van bruistabletten geïndiceerd zou zijn.

Het handelen door of namens de inrichtingsarts kan derhalve naar het oordeel van de beroepscommissie niet worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.       

Ten overvloede doet de beroepscommissie de aanbeveling om te bezien of klager wellicht toch bruistabletten kunnen worden verstrekt, nu klager heeft aangegeven meer baat van bruistabletten te ondervinden omdat hij heeft ervaren dat deze eerder zijn pijn stillen dan reguliere tabletten.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, drs. P.J.M. van Puffelen en dr. ing. C.J. Ruissen, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 28 juni 2019.

 

 

             

      

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

Naar boven