Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/2657/GA, 23 april 2019, beroep
Uitspraakdatum:23-04-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          R-19/2657/GA

betreft: [klager]                        datum: 23 april 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. Berkel, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 11 januari 2019 van de beklagcommissie bij de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard,  alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. Ter zitting van de beroepscommissie van 26 maart 2019, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. M. Berkel. De directeur heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft de oplegging van de bijzondere voorwaarde dat klager zich, gedurende zijn verblijf in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.), bij elk regimair verlof op de eerste dag dient te melden bij een politiebureau (klachtnummer ZB2018-000808). De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De directeur kan en dient een eigen afweging maken bij de voorwaarden die worden gesteld aan een regimair verlof. Het overnemen van een advies van de selectiefunctionaris is niet verplicht. De reclassering houdt bij het uitbrengen van het advies rekening met de sociale problematiek van de omgeving van klager. Zij stellen ten behoeve van de strafzaak ook uitgebreide adviezen op. De politie heeft in haar advies opgenomen dat gevreesd wordt voor herhaling. Klager heeft zich goed gedragen in de inrichting en klager komt zijn afspraken na. Klager ondergaat zijn eerste gevangenisstraf. De woning waarom het nu draait, is niet de woning van waaruit het delict is gepleegd. Op 5 oktober 2018 heeft klager zijn eerste verlof gehad en diende hij zich te melden bij het politiebureau Schagen. Aldaar bleek dat het niet mogelijk is dat klager zich zou melden bij het politiebureau in Schagen, omdat de publieksbalie is gesloten. Klager heeft momenteel zeven verloven gehad, die allemaal goed zijn verlopen. Klager dient zich nu te melden bij het politiebureau in Den Helder. Door de beklagcommissie is overwogen dat de directeur dient te kijken naar alternatieven. De directeur heeft alleen gekeken of het voor klager mogelijk zou zijn om zich op een ander politiebureau te melden. Niet gekeken is of een telefonische meldplicht dan wel het versturen van een e-mailbericht mogelijk is.
De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt schriftelijk als volgt toegelicht. Wanneer een gedetineerde met verlof gaat, wordt een afweging gemaakt aan de hand van alle beschikbare informatie en adviezen. In deze casus speelde het politieadvies een grote rol. Het politieadvies is gemotiveerd. Het advies van de selectiefunctionaris is besproken met klager en hij is hiermee akkoord gegaan. Klager kreeg hierdoor de mogelijkheid om op dit adres zijn verlof te genieten. De directeur heeft onderzoek gedaan naar de meldplicht bij een ander politiebureau. Dit bleek niet mogelijk en wenselijk. Het politiebureau in Schagen is gesloten en met het politiebureau Den Helder en de gemeente Den Helder waren al contacten. Daardoor heeft dit politiebureau de voorkeur.

3.         De beoordeling

De directeur heeft op 28 november 2018 beslist dat klager zich op de eerste dag van ieder regimair verlof dient te melden op het politiebureau. Uit het verweerschrift van de directeur volgt dat de directeur de bestreden beslissing heeft gebaseerd op advies van de selectiefunctionaris. In de selectiebeslissing van de selectiefunctionaris staat vermeld dat klager in aanmerking komt voor plaatsing in een b.b.i., nu klager is gepromoveerd, beschikt over een aanvaardbaar verlofadres en (bijna) de Cova training heeft afgerond. Gelet op het negatieve politieadvies ten aanzien van het verlofadres wordt aan de directeur van de inrichting geadviseerd om als bijzondere voorwaarde meldplicht op het politiebureau aan het regimair verlof te verbinden.Het verbinden van de meldplicht als bijzondere voorwaarde bij klagers regimaire verloven is op zichzelf, mede gelet op voornoemde selectiebeslissing, niet onredelijk of onbillijk. De uitvoering van de opgelegde bijzondere voorwaarde is echter thans niet meer als redelijk aan te merken, nu is gebleken dat het politiebureau in Schagen geen publieksbalie heeft en klager als gevolg daarvan bij elk verlof naar Den Helder moet afreizen om zich te melden. Naar aanleiding van de uitspraak van de beklagcommissie is door de directeur onderzoek gedaan naar de meldplicht van klager bij een ander politiebureau. Aangegeven is dat het politiebureau in Den Helder de voorkeur heeft vanwege de al aanwezige contacten. Niet gebleken is dat onderzocht is of klager zich kan melden bij een politiebureau in (bijvoorbeeld) Heerhugowaard of Alkmaar. Daarnaast wenst de beroepscommissie aan de directeur in overweging mee te geven om te bezien of het mogelijk is dat klager zich kan melden bij de in Schagen werkzame wijkagent(en). Gelet op het voorgaande wordt het beroep gegrond verklaard. De beroepscommissie acht onvoldoende termen aanwezig om aan klager vanwege de gegrondverklaring van het beroep een tegemoetkoming toe te kennen, nu de beslissing tot oplegging van de bijzondere voorwaarde in beginsel niet als onredelijk of onbillijk is aan te merken.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, ing. M.J. Mulders en drs. M.R. van Veen, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.E.M. Meekenkamp, secretaris, op 23 april 2019.              

 

secretaris        voorzitter

 

Naar boven