Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2469/GB, 3 december 2003, beroep
Uitspraakdatum:03-12-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/2469/GB

Betreft: [klager] datum: 3 december 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 27 oktober 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1965], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 20 oktober 2003 genomen – en op 23 oktober 2003 aan klager uitgereikte – beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis De Marwei te Leeuwarden ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 1 augustus 2003 gedetineerd. Vanuit het huis van bewaring Groningen is hij op 20 november 2003 geplaatst in de gevangenis De Marwei, een inrichting met een regime van algehele gemeenschap.

2.2. Klager ondergaat twee gevangenisstraffen met een totale duur van zeven maanden met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straffen is aangevangen op
6 september 2003. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 4 februari 2004. Aansluitend dient hij eventueel 1 dag gijzeling op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften teondergaan.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht. In het kader van zijn selectie had hij zijn voorkeur uitgesproken voor een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.). Nu is hij geselecteerd voor gevangenis De Marwei, een normaalbeveiligde inrichting. Hij verbleef al eerder in deze inrichting. Hij kon toen totaal niet opschieten met de in deze inrichting werkzame personen. Hij ziet het niet zitten om nu opnieuw in De Marwei te worden geplaatst.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager, die een onderhoudsdosis methadon krijgt en zich in detentie voornamelijk binnen de „gebruikersgroep“ begeeft, is niet voor een b.b.i. geselecteerd omdat hij geen betrouwbaar verlofadres had opgegeven. Het adres betrof eenpand dat bekend staat wegens drugsoverlast.
Navraag heeft geleerd dat klager in 1999/2000 een kleine twee maanden in de Marwei verbleef. Noemenswaardige problemen hebben zich toen niet voorgedaan.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis De Marwei is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd met de wet en kan, bij afweging vanalle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
De selectiefunctionaris heeft immers in redelijkheid kunnen oordelen dat klager, bij gebrek aan een aanvaardbaar verlofadres, vooralsnog niet in aanmerking komt voor plaatsing in een inrichting met een beperkt beveiligingsniveau.Hetgeen klager over zijn eerdere verblijf in De Marwei heeft aangevoerd, is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 3 december 2003

secretaris voorzitter

Naar boven