Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 98/0011 C, 7 mei 1998, beroep
Uitspraakdatum:07-05-1998

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: C 98/11
betreft: [...]
datum: 7 mei 1998

BESCHIKKING

van de beroepscommissie uit de sectie terbeschikkingstelling van de Centrale Raad voor Strafrechtstoepassing, bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (BVT), inzake het beroep van [...], verderte noemen appellant,
tegen een beslissing van:
de Minister van Justitie, verder te noemen de Minister.

BEVINDINGEN EN OVERWEGINGEN:

1. De bestreden beslissing:

De Minister heeft op 30 december 1997 beslist tot appellants plaatsing in de kliniek voor verpleging van ter beschikking gestelden "De Kijvelanden" te Poortugaal.

2. De procedure:

De beroepscommissie heeft kennis genomen van de navolgende stukken:
- het beroepschrift van appellant d.d. 4 januari 1998, ingekomen op het secretariaat d.d. 7 januari 1998, met bijlage: de kennisgeving van de beslissing waarvan beroep d.d. 30 december 1997 van de Minister aan appellant;
- een ongedateerde toelichting op voormeld beroepschrift;
- de schriftelijke inlichtingen en opmerkingen d.d. 24 februari 1998 van de Minister, met als bijlage de selectierapportage van het Dr. F.S. Meijers Instituut (MI) d.d. 20 augustus 1998 en het plaatsingsadvies d.d. 17 september 1997van het MI aan de Minister.

Appellant ende Minister hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord ter zitting van de beroepscommissie van 6 maart 1998.

3. De feiten:
Appellant is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van 12 juli 1996 veroordeeld tot ter beschikkingstelling (tbs) met bevel tot verpleging.
De tbs van appellant is ingegaan op 27 juli 1996. Hij heeft van 5 juni 1997 tot 13 augustus ter selectie in het MI verbleven. D.d. 17 september 1997 heeft het MI een plaatsingsadvies aan de Minister uitgebracht. Vanuit het huis vanbewaring van de p.i. "Oosterhoek" te Grave is appellant, krachtens ministeriële beslissing van 30 december 1997, op 4 november 1997 geplaatst in de kliniek voor tbs-Gestelden "De Kijvelanden" te Poortugaal.

4. De standpunten:
4.1 . Het standpunt van appellant

Appellant geeft in zijn beroepschrift het volgende te kennen -zakelijk weergegevenHij kan zich niet verenigen met zijn plaatsing in de tbs-kliniek "De Kijvelanden" te Poortugaal. Hij is al meer dan twee jaar ten onrechte opgesloten.Verpleging ineen tbs-kliniek is niet nodig, daar hij zich niet geestesziek voelt. De diagnose vermeld in de rapportage, van het Pieter Baan Centrum en van het MI is onjuist. Het advies van het MI aan de Mjnister.berust op valsheidin geschrifte en laster. De plaatsingsbeslissing dient om deze reden vernietigd te worden.

4.2. Het standpunt van de Minister

De Minister bericht het volgende -zakelijk weergegeven-: De Minister heeft conform het advies van het MI beslist. De motivering van de selectiebeslissing is afgestemd op de plaatsingsoverwegingen van het MI. In de rapportage van hetMI wordt dienaangaande onder meer aangevoerd: Appellant heeft geen besef van zijn ziekte. De diagnose is chronische schizofrenie, paranoïde vorm, met manifeste psychose waarbij godsdienst -, paranoïde -, en megalomane wanen op devoorgrond staan. De mogelijkheid van behandeling van zijn ziekte is afhankelijk van appellants bereidheid tot het gebruik van medicijnen. Indien hij niet gemotiveerd kan worden tot het gebruik van geneesmiddelen kan gedacht wordenaan snelle doorplaatsing naar een psychiatrisch ziekenhuis, alwaar hij gedurende langere tijd kan verblijven. Deze optie is denkbaar omdat betrokkene ook zonder gebruik van medicatie niet acuut delictgevaarlijk lijkt. Er lijkt metname delictgevaar aanwezig wanneer hij zich, vanuit zijn psychotisch paranoïde denkbeelden in een hoek gedreven voelt. Wanneer hem ruimte wordt gelaten is er geen sprake van agressief gedrag. Appellant behoeft daarom plaatsing ineen prikkelarme omgeving, met de nodige structuur en psychiatrische zorg, terwijl psycho-educatie en motivatie tot medicatiegebruik 'belangrijke onderdelen zijn in het kader van de behandeling. Geadviseerd wordt appellant teplaatsen in een tbs-kliniek "De Kijvelanden" te Poortugaal.

De Minister licht voorts schriftelijk toe dat plaatsing in tbs-kliniek "De Kijvelanden" de mogelijkheid heeft om appellant, indien nodig, snel en op eenvoudige wijze te plaatsen in een psychiatrisch ziekenhuis, namelijk hetDelta-ziekenhuis dat op hetzelfde terrein als "De Kijvelanden" ligt en waarmee een goede samenwerking bestaat.

5. Ontvankeliikheid:
Het beroep is tijdig -binnen de termijn van artikel 69, lid 4, jo. artikel 58, lid 5, van de BVT ingesteld zodat appellant hierin kan worden ontvangen.

6. De beoordeling:
Hetgeen door appellant is aangevoerd omtrent zijn veroordeling tot de maatregel van ter beschikkingsteiling,met verpleging van overheidswege valt buiten de reikwijdte van de onderhavige procedure. Appellant heeft de mogelijkheidzijn bezwaren terzake voor te leggen aan de rechter die over de verlenging van de terbeschikkingstelling beslist.

De beroepscommissie neemt de diagnose van het MI omtrent appellants psychische problematiek als een vaststaand gegeven aan. Appellant heeft de mogelijkheid zijn twijfels aan de juistheid van de diagnose aan een tegenonderzoek telaten onderwerpen. Appellant heeft hierover echter geen voorstel gedaan. Daarom gaat de beroepscommissie aan zijn visie terzake voorbij.

Bij de plaatsing van ter beschikking gestelden dient de Minister, op grond van artikel 11 lid 2, van de BVT in haar overwegingen te betrekken:
a. de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt;
b. de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

De tbs-kliniek "De Kijvelanden" te Poortugaal beschikt over de therapeutische voorzieningen en een doorplaatsingsmogelijkheid -die overigens dient te berusten op een afzonderlijke ministeriële beslissing- welke in het kader vanappellants behandeling van belang zijn en biedt de beveiliging' die noodzakelijk is ter bescherming van de maatschappij. Het hiervoor overwogene in aanmerkinge genomen is de beslissing appellant in de tbskliniet "De Kijvelanden" tePoortugaal te plaatsen niet in strijd met de BVT en kan deze evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

Op grond van het bovenstaande komt de beroepscommissie tot de volgende

U I T S P R A A K

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N.A.M. Schipper, voorzitter, prof.dr. L.A.J. van Eck en mr. J.M. van der Vaart, leden, in tegenwoordigheid van mr. C.F. Swart-Babbé, secretaris, op 7 mei 1998.

secretaris voorzitter

Naar boven