Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2005/GA, 18 november 2003, beroep
Uitspraakdatum:18-11-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/2005/GA

betreft: [klager] datum: 18 november 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 22 augustus 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 19 augustus 2003 verzonden uitspraak d.d. 8 augustus 2003 van de beklagcommissie bij de locatie De Marwei te Leeuwarden,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat aan klager gedurende zijn verblijf in de strafcel overdag geen matras is verstrekt.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De directeur heeft het standpunt ingenomen dat niet hij, maar de medische dienst heeft beslist dat klager geen matras verstrekt wordt.
Anders dan de beklagcommissie is de beroepscommissie van oordeel dat de directeur hierin niet gevolgd kan worden. Indien de medische dienst van oordeel is dat klager geen matras verstrekt hoeft te worden, moet het niet verstrekkenvan een matras worden aangemerkt als een weigering van de directeur om klager een matras te verstrekken op basis van het oordeel van de medische dienst.
Klager had derhalve in zijn klacht moeten worden ontvangen.

De weigering van de directeur om klager een matras te verstrekken is niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De directeur magimmers in redelijkheid afgaan op het oordeel van de medische dienst dat er geen medische indicatie voor verstrekking van het matras aan klager is. Tegen dat oordeel van de medische dienst staan rechtsmiddelen open als bedoeld in deartikelen 28 en 29 van de Penitentiaire maatregel.
Het beklag zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in het beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 18 november 2003

secretaris voorzitter

Naar boven