Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/0673/GA, 17 april 2019, beroep
Uitspraakdatum:17-04-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          R-18/673/GA

betreft: [klager]            datum: 17 april 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.J.R. Roethof, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 24 mei 2018 van de beklagcommissie bij de locatie Sittard, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag, ontvangen op 12 april 2018, betreft - voor zover in beroep aan de orde - de insluiting van klager tijdens de arbeid (in afwijking van afspraken die gemaakt zijn met de medische dienst) (G-2018/000330). De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur

Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De medische dienst heeft namens de directeur beslist over te gaan tot het maken van afspraken met klager ter bevordering van de gezondheid van cliënt. Door het niet nakomen van deze afspraken heeft de directeur diens zorgplicht geschonden. Als de directeur het personeel niet op de hoogte heeft gesteld van de gemaakte afspraken, kan de directeur daar ook op worden aangesproken. In zoverre is er wel sprake van een beklagwaardige beslissing. Door de directeur is daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie. Na navraag  heeft de directeur aangegeven dat in verband met klagers arbeidsongeschiktheid was afgesproken dat hij niet zou worden ingesloten tijdens de arbeidsuren, indien het rooster op de afdeling dit toeliet.

3.         De beoordeling

Uit het klaagschrift volgt voldoende duidelijk dat het beklag mede betrekking had op het niet nakomen van afspraken gemaakt tussen klager en de medische dienst, en daarmee op een vermeende schending van de zorgplicht van de directeur. De beklagcommissie heeft daarom klager op onjuiste gronden niet-ontvankelijk verklaard in het beklag. Op 8 maart 2018 was evenwel al een klaagschrift ontvangen waarin klager over hetzelfde onderwerp klaagde (G-2018/000204, tevens beroep bij de Raad onder R-18/1821/GA). Omdat niet twee keer over hetzelfde geklaagd kan worden, had de beklagcommissie op deze grond klager niet-ontvankelijk moeten verklaren in zijn beklag.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie – voor zover in beroep aan de orde – met wijziging van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. A. van Holten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Smeijers secretaris, op 17 april 2019.

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

Naar boven