Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2048/GA, 17 november 2003, beroep
Uitspraakdatum:17-11-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/2048/GA

betreft: [klager] datum: 17 november 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 28 augustus 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 21 augustus 2003 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de omstandigheid dat klager, die arbeidsongeschikt is verklaard, tijdens de voor de arbeid bedoelde uren in de eigen cel moet verblijven.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep – voor zover in dit kader van belang – als volgt toegelicht.
Klager, die op 26 september 2003 in vrijheid is gesteld, werd in de inrichting ten onrechte in zijn bewegingsvrijheid beperkt. Klager is arbeidsongeschikt verklaard. Hij heeft nog maar één long, last van astma en hyperventilatie.Klager zou wel willen werken maar kan dit niet. Tijdens de arbeidsuren moet hij van de directeur in zijn cel verblijven. Daarbij komt nog dat er door het personeel geen duidelijk beleid werd gevoerd met betrekking tot hetgeen klagerwel en niet mocht tijdens de arbeidsuren. Van de ene penitentiair inrichtingswerker (p.i.w.-er) mocht hij wel naar een bepaalde cursus toe en van een andere p.i.w.-er weer niet. Van de een mocht hij wel boodschappen doen en van deander niet. Klager wist niet meer waar hij aan toe was.

De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie. Voorts heeft hij nog het volgende aangevoerd. Door het beroepschrift van klager is pas duidelijk waar de klacht op gericht was. In het klaagschrift wasonvoldoende duidelijk omschreven waarop het beklag betrekking had. Het klaagschrift voldoet in de ogen van de directeur daarom niet aan het bepaalde in artikel 61 van de Pbw. Daarnaast is de directeur van mening dat, zoals uit hetberoepschrift duidelijk is geworden, het beklag is gericht tegen een algemene voor alle in de inrichting verblijvende gedetineerden geldende regel. Ook om die reden dient het beklag niet-ontvankelijk te worden verklaard.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

De beroepscommissie overweegt daarbij nog dat, ook indien het beklag – zoals in beroep is toegelicht – is gericht tegen het (verplichte) verblijf op cel tijdens de arbeiduren, klager niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard inzijn beklag. In artikel 4.2. van de huisregels van de beperkt beveiligde inrichting Veenhuizen (hierna: de huisregels) is immers bepaald dat gedetineerden die arbeidsongeschikt zijn verklaard, vallen onder de in het hiervoorgenoemde artikel 4.2 van de huisregels genoemde 'Regeling ziek binnen'. Op grond van die regeling dienen gedetineerden die onder de werking van die regeling vallen van 07.45 uur tot 16.15 uur in hun kamer te verblijven en mogen zijniet deelnemen aan activiteiten.Tegen die in de inrichting geldende algemene regel staat geen beklag open.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 17 november 2003

secretaris voorzitter

Naar boven