Onderwerp: Bezoek-historie

Gebruik zorgproducten kinderoncologie - CI/19/05c

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Behandeld door: directie Regulering                      

Telefoonnummer: (088) – 770 87 70                     

E-mailadres: info@nza.nl                       

Kenmerk: CI/19/05c 0321196/0494407

Onderwerp: Gebruik zorgproducten kinderoncologie                                                                                                                                      

Datum: 18 februari 2019

 

 

Het bestuur van

− Princes Máxima Centrum 

− Flevoziekenhuis

− Academisch Medisch Centrum / Emma Kinderziekenhuis

− Vrije Universitair Medisch Centrum

− Amphia Ziekenhuis

− Stichting Reinier Haga Groep

− Deventer Ziekenhuis

− Ziekenhuis Gelderse Vallei

− Catharina Ziekenhuis

− Medisch Spectrum Twente

− Admiraal de Ruyter Ziekenhuis

− Universitair Medisch Centrum Groningen/Beatrix Kinderziekenhuis

− Westfriesgasthuis

− Medisch Centrum Leeuwarden

− Maastricht Universitair Medisch Centrum plus

− St. Antonius Ziekenhuis

− Radboudumc

− Erasmus Medisch Centrum / Sophia Kinderziekenhuis

− Maasstad Ziekenhuis

− Jeroen Bosch Ziekenhuis

− VieCuri

− Isala Zwolle

− Zorgverzekeraars

− ZN

 

 

 

Geacht bestuur,

Met deze circulaire wil de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) duidelijkheid verschaffen over de mogelijkheid om de kinderoncologische dbc-zorgproducten in rekening te brengen. Specifiek gaat deze circulaire over de producten waarvoor geen SKION stratificatie noodzakelijk is.

Inleiding
Binnen de kinderoncologie wordt gebruikgemaakt van verschillende dbc-zorgproducten. Deze producten kunnen worden verdeeld in twee categorieën: producten waarvoor een SKION stratificatie moet worden afgegeven (hierna: SKION producten) en producten waarbij dit niet het geval is (niet-SKION producten). Uitgangspunt is dat kinderoncologische zorg integraal door middel van SKION producten wordt gedeclareerd. Voor patiënten met een SKION stratificatie worden voor de kinderoncologische zorgvraag naast een SKION product dus in beginsel géén niet-SKION producten gedeclareerd. Deze circulaire beschrijft in welke situaties hierop een uitzondering kan bestaan en in welke andere situaties wél een niet-SKION product in rekening mag worden gebracht.

Gebruik van niet-SKION producten
We kennen de volgende niet-SKION producten:

- 990116003, Verstrekking chemo-/ chemo-immunotherapie;
- 990116004, Klin kort;
- 990116006, Begeleiding bij bloedtransfusie;
- 990116007, Klin (zeer) lang;
- 990116008, Klin middel;
- 990116011, Ambulant middel/ Dag;
- 990116018, Licht ambulant.

Deze producten kunnen in verschillende situaties worden gebruikt.
Samengevat betreft het1:

1. Zorg die wordt geleverd voorafgaand aan het afgeven van een SKION stratificatie;
2. Zorg die wordt geleverd aan buitenlandse patiënten waarvoor geen SKION stratificatie wordt afgegeven;
3. Zorg geleverd in het kader van een second opinion.

Hieronder wordt per situatie beschreven wanneer het gebruik van bovengenoemde niet-SKION producten kan zijn aangewezen. Situatie 1 en 2 zien op zorg aan patiënten waarvoor (nog) géén SKION stratificatie is afgegeven. In situatie 3 betreft het zorg aan een patiënt waarvoor wél al een SKION stratificatie is afgegeven.

Situatie 1

Indien voorafgaand aan het afgeven van een SKION stratificatie kinderoncologische zorg wordt geleverd, kan gebruik worden gemaakt van niet-SKION producten. Hierbij kan worden gedacht aan de situatie waarin een perifeer ziekenhuis diagnostiek uitvoert op verdenking van maligniteit zonder uitgebreide diagnostiek. In dat geval is sprake van een licht ambulant product.

Situatie 2

Voor buitenlandse patiënten wordt geen SKION stratificatie afgegeven. Voor deze patiënten worden dus ook geen SKION dbc-zorgproducten gedeclareerd. Zorg geleverd aan buitenlandse patiënten, mag door middel van bovengenoemde producten in rekening worden gebracht.

Situatie 3

Het Prinses Máxima Centrum zal op termijn hoofdbehandelaar zijn van alle Nederlandse kinderoncologie patiënten. Om die reden is het niet logisch dat er een second opinion wordt uitgevoerd voor binnenlandse patiënten, uitzonderingen daargelaten. Voor buitenlandse patiënten geldt dit niet en mag dus gebruik worden gemaakt van de niet-SKION producten.

 

Integrale SKION producten
Een hierboven niet benoemde situatie is de situatie waarin een instelling zonder SKION stratificatie (‘shared care centrum’) in samenwerking met een instelling die wel een SKION stratificatie heeft (Prinses Máxima Centrum), een deel van de behandeling uitvoert. Het betreft hier uitdrukkelijk een deel van de behandeling waarvoor een SKION stratificatie is afgegeven.

De zorg die een shared care centrum in die situatie levert, wordt via onderlinge dienstverlening met het Prinses Máxima Centrum verrekend. De shared care centra declareren bovengenoemde niet-SKION producten in die situatie dus niet zelfstandig aan de zorgverzekeraars. Zie hiervoor ook de eerder verschenen circulaire ‘Toelichting SKION zorgproducten’ met nummer CI/16/39c.

Evaluatie
Gelet op de veranderende praktijk rondom de kinderoncologie, is de NZa voornemens om het gebruik van de niet-SKION producten op termijn te evalueren. In de evaluatie zal bekeken worden hoe vaak de producten worden gebruikt en of deze inderdaad voor bovengenoemde situaties worden gebruikt. Aan de hand van de uitkomsten van de evaluatie kunnen wijzigingen in de producten plaatsvinden.

 

Met vriendelijke groet,
Nederlandse Zorgautoriteit
 

 


mr. drs. M. van Eckeveld

waarnemend unitmanager Tweedelijns Somatische Zorg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar boven