Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/1376/GA, 20 oktober 2003, beroep
Uitspraakdatum:20-10-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/1376/GA

betreft: [klager] datum: 20 oktober 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 18 april 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.Serrarens, advocaat te Maastricht, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 14 april 2003 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught te Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouwe om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet verstrekken van een ontbijt.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
De beklagcommissie heeft het beklag opgevat als gericht tegen het weggooien van brood, terwijl het beklag erop gericht is dat klager op 28 januari 2003 's-ochtends geen voeding is verstrekt en hem ook niet is toegestaan om een deelvan het voor de avondmaaltijd van de avond daarvoor verstrekte brood te bewaren. Het is een feit van algemene bekendheid dat het ontbijt een belangrijke zo niet de belangrijkste maaltijd is in een gezond voedingspatroon. Nu klagerop 28 januari 2003 pas 's-middags een maaltijd aangeboden heeft gekregen, is zijn recht op verzorging en voeding geschonden.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3.
De beoordeling
Het beklag is gericht op het niet verstrekken van een ochtendmaaltijd op 28 januari 2003 en dus op een schending van het recht van klager op voeding zoals opgenomen in artikel 44, eerste lid, van de Pbw. Om die reden kan deuitspraak van de beklagcommissie niet in stand blijven en dient klager alsnog ontvankelijk te worden verklaard.

Klager verbleef op 27 en 28 januari 2003 in een strafcel. De directeur heeft tegenover de beklagcommissie aangegeven dat ten aanzien van in de strafcel verblijvende gedetineerden het beleid is dat het 's avonds overblijvende brooddoor het personeel wordt bewaard en dat dit de volgende ochtend weer aan de betreffende gedetineerde ter beschikking wordt gesteld. Niet is door de directeur weersproken dat dit in dit geval niet is geschied. De directeur is tekortgeschoten in zijn zorgplicht, zoals verwoord in eerder genoemd artikel 44 van de Pbw.
Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. De directeur is in de gelegenheid gesteld zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming te bepalen. Deberoepscommissie zal de tegemoetkoming vaststellen op € 5,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 20 oktober 2003

secretaris voorzitter

Naar boven