Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-775, 9 juli 2018, beroep
Uitspraakdatum:09-07-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer:         R-775

 

Betreft:            […]      datum: 9 juli 2018

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. El Idrissi, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 25 juni 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 29 juni 2018 te melden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Lelystad ongegrond verklaard.

 

2.         De feiten

Op 30 mei 2018 is klager opgeroepen zich op 29 juni 2018 te melden in de p.i. Lelystad voor het ondergaan van 89 dagen gevangenisstraf. Op 25 juni 2018 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op diezelfde dag ongegrond is verklaard. In het kader van de beroepsprocedure is aan klager uitstel verleend tot 12 juli 2018.

 

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft de oproepbrief van 30 mei 2018 niet ontvangen, maar pas later van de politie vernomen dat hij zich moest melden. Klager en zijn advocaat waren niet op de hoogte van de politierechterzitting. Klager heeft recent een baby gekregen. Voorts heeft hij, nog voordat hij op de hoogte was van de hem opgelegde straf, een vakantie geboekt om onder andere de zieke oma van zijn echtgenote te bezoeken. Deze omstandigheden zijn reden om klager uitstel te verlenen tot 10 september 2018.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. De oproepbrief wordt niet aangetekend verzonden. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft evenwel te kennen gegeven dat de mededeling uitspraak op 30 maart 2018 aan klager in persoon is uitgereikt. Daarvan was klager dus wel op de hoogte. Hij wist vanaf toen dat de straf op enig moment ten uitvoer gelegd zou worden. Klagers baby is al enkele maanden oud. Dit vormt, behoudens bijzondere omstandigheden, geen grond voor uitstel. Het is niet te verifiëren wanneer de vakantie is geboekt en welke kosten annulering daarvan met zich brengt. Hiervan zijn geen stukken overgelegd.

 

4.         De beoordeling

De bestreden beslissing kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De door klager aangevoerde omstandigheden, zoals weergegeven onder 3.1., zijn onvoldoende onderbouwd en bovendien niet zodanig zwaarwegend dat deze opwegen tegen de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf die aan klager is opgelegd. Klager is sinds 30 maart 2018 op de hoogte van de hem opgelegde gevangenisstraf. Hij heeft dus tijd gehad voorbereidingen te treffen om de gevolgen van detentie te ondervangen. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

 

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van P. de Vries, secretaris, op 9 juli 2018.

 

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

Naar boven