Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0491/GA, 21 augustus 2003, beroep
Uitspraakdatum:21-08-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/491/GA
betreft: [klager] datum: 21 augustus 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 27 februari 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.L.M.van den Bosch, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 20 februari 2003 van de beklagcommissie bij de locatie De Schie van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Rijnmond te Rotterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 14 juli 2003, gehouden in de p.i. Amsterdam, zijn gehoord klager en de heer [...], unit-directeur bij de locatie De Schie voornoemd.
Klagers raadsman mr. M.L.M. van den Bosch heeft middels klager laten weten verhinderd te zijn om ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de vermissing van aan goederen bij gelegenheid van een interne overplaatsing.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is eigendommen kwijtgeraakt toen hij werd overgeplaatst naar de inkomstenafdeling. Daarbij is klagers cel ontruimd. Klager heeft zijn goederen in ontvangst genomen van de personeelsleden die de cel hebben ontruimd. Op hetontruimingsverslag staan niet alle goederen die klager in zijn cel had. Klager mist zijn kaasschaven; hij had er drie op cel liggen. Ook zijn een toiletblokje en klagers oorbellen verdwenen.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. In beginsel is de gedetineerde verantwoordelijk voor de goederen die hij onder zijn beheer op cel heeft. Klagers cel isindertijd bij de (interne) overplaatsing volgens de daarvoor geldende regels ontruimd. Bij die ontruiming zijn geen kaasschaven, oorbellen, telefoonkaarten of een toiletblokje aangetroffen. De directeur heeft geen redenen om aan tenemen dat er goederen van klager zouden zijn verdwenen.

3. De beoordeling
Op 26 oktober 2002 is klagers cel ontruimd in verband met een (interne) overplaatsing naar een andere afdeling binnen de locatie De Schie. Van die celontruiming is door de uitvoerende penitentiair inrichtingswerkers (p.i.w.-ers)verslag opgemaakt. Bij dat verslag, dat voldoet aan de daaraan gestelde wettelijke vereisten, is een gedetailleerde lijst gemaakt van de in de cel van klager aangetroffen goederen. Door klager is gesteld dat zich in zijn cel meergoederen zouden hebben bevonden dan op de bij het ontruimingsverslag gevoegde lijst staan vermeld. De beroepscommissie acht die stelling van klager onvoldoende aannemelijk geworden. Dit maakt dat hetgeen in beroep is aangevoerd -voorzover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing kan leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. C.J.G. Bleichrodt en mr. J. Lamens, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 21 augustus 2003

secretaris voorzitter

Naar boven