Onderwerp: Bezoek-historie

Beleidsregel stoppen-met-rokenprogramma - BR/REG-19132
Geldigheid:01-01-2019 t/m Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel stoppen-met-rokenprogramma - BR/REG-19132

Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdeel c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om prestatiebeschrijvingen vast te stellen.

 

Gelet op artikel 59, aanhef en onder a, van de Wmg heeft de minister van VWS met brief van 22 november 2012 , kenmerk mc-u-3141358, ten behoeve van de voorliggende beleidsregel een aanwijzing op grond van artikel 7 Wmg, aan de NZa gegeven.

1. Begripsbepalingen

Stoppen-met-rokenprogramma

Zorg zoals huisartsen, medisch specialisten, verloskundigen en klinisch psychologen die bieden en farmacotherapeutische interventies ter ondersteuning van gedragsverandering met als doel te stoppen met roken. De programmatische aanpak bij stoppen met roken bestaat altijd uit begeleiding gericht op gedragsverandering en wordt indien nodig aangevuld met farmacologische ondersteuning. De zorgmodule stoppen met roken en de nu geldende richtlijn Behandeling van tabaksverslaving en stoppen met roken ondersteuning worden hierbij als uitgangspunt gehanteerd.

 

Zorgaanbieder

De natuurlijke persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verleent, als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c van de Wmg voor zover deze zorg aanbiedt als bedoeld in artikel 1 van deze beleidsregel.


Zorgmodule

De zorgmodule stoppen met roken is een generieke module opgesteld door de stichting Partnership Stop met roken die de norm voor de zorg bij de zorgvraag stoppen met roken functioneel omschrijft. De zorgmodule bevat een zorginhoudelijke en organisatorische uitwerking van het programma. De module dient om cliënten inzicht te geven in kwaliteitsnormen en faciliteert verzekeraars en zorgaanbieders bij het sluiten van overeenkomsten.

 

Richtlijn Behandeling van tabaksverslaving en stoppen met roken ondersteuning

De richtlijn Behandeling van tabaksverslaving en stoppen met roken ondersteuning.

 

Hoofdcontractant

De hoofdcontractant is de zorgaanbieder die verantwoordelijk is voor levering van het stoppen-met-rokenprogramma aan de cliënt en het overeengekomen tarief voor deze prestatie declareert. De hoofdcontractant is verantwoordelijk voor de ‘stepped care’ zoals deze in de zorgmodule wordt beschreven. De hoofdcontractant kan bij het leveren van de voornoemde prestatie middels onderlinge dienstverlening gebruik maken van één of meer onderaannemers.

 

Onderlinge dienstverlening

Indien meerdere zorgaanbieders gezamenlijk en in onderlinge afstemming het stoppen-met-rokenprogramma leveren, dan worden die delen van de zorg die niet door de hoofdcontractant worden geleverd aangemerkt als onderlinge dienstverlening.

2. Doel van de beleidsregel

Het doel van deze beleidsregel is om vast te leggen op welke wijze de NZa gebruik maakt van haar bevoegdheid om prestatiebeschrijvingen vast te stellen op het gebied van het stoppen-met-rokenprogramma.

3. Reikwijdte

Deze beleidsregel is van toepassing op het stoppen-met-rokenprogramma als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw).

4. Prestatie stoppen-met-rokenprogramma

4.1 Prestatiebeschijving

De prestatie stoppen-met-rokenprogramma bestaat uit begeleiding gericht op gedragsverandering, en wordt, indien nodig, aangevuld met farmacotherapie.

Voor farmacologische ondersteuning met nicotine vervangende middelen en/of UR-middelen die vallen onder de te verzekeren prestaties op grond van de Zvw voor de programmatische aanpak van zorg bij het stoppen met roken kan een toeslag worden gerekend.

Het stoppen-met-rokenprogramma wordt opgesteld in overeenstemming met de omschrijving en kaders die worden gesteld in de zorgmodule stoppen met roken, en voldoet aan de Richtlijn Behandeling van tabaksverslaving en stoppen met roken ondersteuning.

4.2 Onderlinge dienstverlening

De levering van (onderdelen van) de prestaties Stoppen-met-rokenprogramma door een zorgaanbieder in opdracht van een andere zorgaanbieder. De eerstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als de ‘uitvoerende zorgaanbieder’. De laatstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als de ‘hoofdcontractant'.

4.3 Start van de prestatie

De cliënt is ‘in zorg’ op het moment dat een cliënt heeft besloten te gaan stoppen met roken en daarbij vervolgens ondersteuning ontvangt, waarvan inhoud en levering overeenkomen met in art. 4.1 bedoelde prestatie. De startdatum is de datum van het eerste contact met een zorgaanbieder over de zorg bij ‘Stoppen-met-roken’.

Bij zorg op afstand, zoals e-health, is het moment dat geldt als startdatum nader te bepalen door de zorgaanbieder en de verzekeraar.

5. Tarief

5.1 Vrij tarief

Voor de prestatie stoppen-met-rokenprogramma geldt een vrij tarief.

5.2 Onderlinge dienstverlening

De tarieven voor onderlinge dienstverlening in het kader van de prestatie stoppen-met-rokenprogramma zijn vrije tarieven.

6. Intrekking oude beleidsregel

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel  wordt de Beleidsregel stoppen met-rokenprogramma, met kenmerk BR/CU-7073 ingetrokken.

7. Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel

De Beleidsregel stoppen-met-rokenprogramma met kenmerk BR/CU-7073, blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in die beleidsregel en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beleidsregel gold.

8. Inwerking en bekendmaking

Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2019.

Gelet op artikel 20, tweede lid, onderdeel b, van de Wmg, zal de vaststelling van deze beleidsregel mededeling worden gedaan in de Staatscourant. 

9. Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel stoppen-met-rokenprogramma.

Toelichting

Per 2019 is in de Beleidsregel stoppen-met-roken-programma verwezen naar de nieuwe Richtlijn Behandeling van tabaksverslaving en stoppen met roken ondersteuning.

 

Algemene toelichting

 

Met ingang van 2011 was de programmatische aanpak van stoppen-met-roken, waar gedragsmatige ondersteuning samen met farmacotherapeutische ondersteuning kon worden aangeboden, onderdeel van de verzekerde prestaties op grond van de zorgverzekeringswet. Het ministerie van VWS heeft de NZa op 23 november 2010 een aanwijzing (met kenmerk MC-U-3033761) gegeven om hier beleid op te vormen.

 

Met het gewijzigde Besluit zorgverzekeringen van 30 september 2011 kwam de verzekerde prestatie stoppen–met-rokenprogramma te vervallen. Conform het rapport van het CVZ (begeleiding bij stoppen met roken; verzekerde zorg van 30 juni 2008) bleef de gedragsmatige begeleiding een verzekerde prestatie, als onderdeel van geneeskundige zorg die huisartsen, medisch specialisten, verloskundigen en psychologen die plegen te bieden. De verplichte programmatische aanpak en de farmacotherapeutische ondersteuning maakte hier geen onderdeel van uit.

 

Met de brieven van 12 oktober 2011 (kenmerk: VGP/3085997) en 22 december 2011 (kenmerk: VGP/3098844) heeft het ministerie van VWS de NZa gevraagd het beleid (lees: beleidsregels en nader regels) voor 2012 aan te passen op basis van het gewijzigde Besluit zorgverzekeringen. De beleidsregel BR/CU-7057 gaf invulling aan dit verzoek.

 

Met de aanwijzing van het ministerie van VWS van 22 november 2012 (kenmerk: MC-U-3141358) is de NZa gevraagd om voor de programmatische aanpak van stoppen-met-roken, waar gedragsmatige ondersteuning samen met farmacotherapeutische ondersteuning kan worden aangeboden weer een prestatie vast te stellen.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 1. Zorgaanbieder

De zorg mag door elke zorgverlener uitgevoerd worden, mits deze persoon bekwaam is. De in het artikel vermelde beroepsgroepen zijn niet de enige beroepsgroepen die de zorg mogen aanbieden. Omdat de Zvw functionele aanspraken kent, kan het stoppen-met-rokenprogramma ook door andere beroepsgroepen dan huisartsen, specialisten, klinisch psychologen en verloskundigen worden geleverd (bijvoorbeeld: thuiszorginstellingen, stop-rook-centra, etc.). Ook zou de begeleiding online geboden kunnen worden. De zorg dient echter wel geboden te worden, zoals deze beroepsgroepen het plegen te bieden. Het is verder aan verzekeraars om hieraan in de polissen en bij de contractering al dan niet invulling te geven. Het kwaliteitsregister stoppen met roken kan verzekeraars helpen bij de zorginkoop.

 

 

Artikel 4. Prestatie stoppen-met-rokenprogramma

De aanbiedingsvorm is open. Het kan gaan om een behandeling gebaseerd op consulten, maar ook om een behandeling op afstand, bijvoorbeeld via internettherapie of telefonische begeleiding. Wel moet er een behandelrelatie bestaan (waarbij het polisnummer van de verzekerde bekend is), er vooraf informatie over de zorg en het doel worden verstrekt aan de verzekerde en er een dossier worden bijgehouden van de betreffende verzekerde over het verloop van de ondersteuning bij het stoppen-met-roken. De zorgverzekeraar en zorgaanbieder kunnen nadere afspraken maken over de aanbiedingsvorm.

 

Voor zover korte stopadviezen worden gegeven die onderdeel zijn van gebruikelijke zorgcontacten dan vindt de bekostiging daarvan ook plaats via de voor die zorg gebruikelijke prestaties.

 

Voor zover de ondersteuning bij stoppen-met-roken wordt geleverd aan een cliënt die integraal bekostigde ketenzorg ontvangt vanwege een chronische aandoening volgens de Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg, dan dient de ondersteuning idealiter integraal te worden ingekocht, geleverd en gedeclareerd. Het is echter mogelijk af te wijken van integrale inkoop, levering en declaratie.

 

Farmaceutische ondersteuning kan onderdeel van de prestatie stoppen-met-rokenprogramma zijn, afhankelijk van de behoefte en situatie van de cliënt.

Naar boven