Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0972/GA, 18 juli 2003, beroep
Uitspraakdatum:18-07-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/972/GA

betreft: [klager] datum: 18 juli 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 25 april 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie De Marwei te Leeuwarden,

gericht tegen een uitspraak d.d. 17 december 2002 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, welke uitspraak op 17 april 2003 naar partijen is gestuurd, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 7 juli 2003, gehouden in de locatie Zwolle, is gehoord de heer [...], unit-directeur bij de locatie De Marwei. Klager, die op behoorlijke wijze was opgeroepen en zich inmiddels in vrijheidbevindt, heeft laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de vermissing van een lederen tas ter waarde van fl. 200,=.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Er zijn circulaires die aangeven wie op welk moment verantwoordelijk is waar het gaat om het vervoer van goederen van de ene inrichting naar de andere inrichting. Wanneer is getekend voor ontvangst, gaat de verantwoordelijkheid overop de ontvangende inrichting. In dit geval heeft De Marwei de goederen verstuurd naar de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) Ter Peel te Sevenum, terwijl de goederen hadden moeten worden verstuurd naar de gevangenis Maashegge teOverloon. Vast staat dat in de b.b.i. Ter Peel is getekend voor ontvangst. Het mag dan zo zijn dat de goederen naar de gevangenis Maashegge gestuurd hadden moeten worden, door te tekenen voor ontvangst is de verantwoordelijkheidvoor de goederen, ingevolge de betreffende circulaires, overgegaan op de b.b.i. Ter Peel.
Na de ontvangst van klagers klacht heeft De Marwei alles gedaan wat mogelijk was om de lederen tas te achterhalen. Uit het ingestelde onderzoek kwam de foutieve adressering naar boven. Naar boven kwam ook dat in Ter Peel is getekendvoor ontvangst en dat vanuit Ter Peel een doosje met daarin blijkbaar de lederen tas is meegegeven – zonder vrachtbrief – aan een chauffeur van de gevangenis Maashegge. Een visitatiemedewerker van Ter Peel heeft zulks schriftelijkbevestigd.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Op het vervoer van goederen van gedetineerden zijn van toepassing de circulaires van de minister van Justitie van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJI, en 20 december 1996, kenmerk 586080/96/DJI. De in deze circulaires vervatteregeling houdt, voorzover hier van belang, met betrekking tot de aansprakelijkheid van inrichtingen van het gevangeniswezen voor het vervoer van goederen van gedetineerden het volgende in: Als uitgangspunt geldt „dat de verzendendeinrichting aansprakelijk is voor de vracht. Na tekenen voor ontvangst door de ontvangende inrichting gaat de verantwoordelijkheid over op deze inrichting. Klachten dienen dus, afhankelijk van of wel of niet getekend is voorontvangst, bij de verzendende dan wel de ontvangende inrichting te worden gedeponeerd.“.

In het onderhavige geval staat vast dat de b.b.i. Ter Peel heeft getekend voor ontvangst van klagers goederen. Daarmee is de verantwoordelijkheid voor die goederen overgegaan op de directeur van de b.b.i. Ter Peel, wat er verder ookzij van de foutieve adressering van de locatie De Marwei.

In het licht van het bepaalde in voormelde circulaires had het op de weg van de beklagcommissie bij de locatie De Marwei gelegen om klagers beklag ter verdere behandeling door te sturen naar de beklagcommissie verbonden aan deb.b.i. Ter Peel. De beroepscommissie zal alsnog doen wat de beklagcommissie had behoren te doen. Zij zal het beroep van de directeur dan ook gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het klaagschrift terverdere behandeling doorsturen naar de beklagcommissie verbonden aan de b.b.i. Ter Peel.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en stelt het klaagschrift ter verdere behandeling in handen van de beklagcommissie verbonden aan de b.b.i. Ter Peel.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 18 juli 2003

secretaris voorzitter

Naar boven