Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/2650/GA, 10 juni 2003, beroep
Uitspraakdatum:10-06-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/2650/GA

betreft: [klager] datum: 10 juni 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Penitentiaire maatregel (Pm) juncto artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 13 december 2002 bij hetsecretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Haarlem te Haarlem,

gericht tegen een uitspraak d.d. 5 december 2002 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Nadat de behandeling van de zaak op 15 april 2003 is aangehouden, zijn ter zitting van de beroepscommissie van 8 mei 2003, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam te Amsterdam, noch de directeur noch klager verschenen.
De directeur heeft op 9 mei 2003 telefonisch een toelichting op het beroep gegeven waarvan een verslag is opgemaakt dat ter kennisneming naar klager is gestuurd.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de beslissing van de directeur d.d. 26 september 2002 om klager een waarschuwing te geven, omdat hij diverse malen de voorwaarden met betrekking tot zijn penitentiair programma heeft overtreden.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt telefonisch toegelicht.
Klager nam deel aan een penitentiair programma met elektronisch toezicht door middel van een enkelband. Hij genoot privileges en vrijheden voor de invulling waarvan afspraken zijn gemaakt. Hij heeft zich twee keer niet aan degestelde voorwaarden gehouden en dit heeft de desbetreffende directeur doen besluiten hem een waarschuwing te geven.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Ingevolge artikel 9, derde lid aanhef en onder a., Pm kan de directeur bij overtreding van de voorwaarden, afhankelijk van de ernst van de overtreding, beslissen tot het geven van een waarschuwing aan de deelnemer aan hetpenitentiair programma.

De beroepscommissie is van oordeel dat de beslissing van de directeur om klager als deelnemer aan een penitentiair programma een waarschuwing te geven niet in strijd is met de wet en evenmin als onredelijk of onbillijk kan wordenaangemerkt. Zij overweegt hierbij dat afgezien van een foutmelding, sprake blijft van twee meldingen waarbij klager zich ergens anders bevond dan waar hij zich volgens het penitentiair programma diende te bevinden. Het beroep zaldan ook gegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en mr. drs. A. Rook, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 10 juni 2003

secretaris voorzitter

Naar boven