Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/1120/GB, 25 juli 2003, beroep
Uitspraakdatum:25-07-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/1120/GB

Betreft: [klager] datum: 25 juli 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 20 mei 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.A.P.H.Hoens, namens

[...], geboren op [1974], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 16 mei 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Nieuw Vosseveld te Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 24 oktober 2002 gedetineerd. Na een verblijf in diverse inrichtingen is hij op 20 juni 2003 geplaatst in de gevangenis Nieuw Vosseveld, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van 30 maanden met aftrek en tevens een gevangenisstraf van 6 maanden, die voorwaardelijk was opgelegd en alsnog tenuitvoergelegd is. De tenuitvoerlegging van deze straffen is aangevangen op28 februari 2003. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 13 oktober 2004.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager heeft zich tijdens zijn detentie goed gedragen. Hij is geschikt voor een verblijf in een half open inrichting (h.o.i.). Plaatsing in een h.o.i. zal een enorme stimulans voor hem zijn en hem een steun in de rug bieden. Klagerheeft alle vertrouwen in de toekomst. Binnen een h.o.i. is voldoende structuur die een detentiefasering mogelijk maakt. Klager gaat ervan uit dat hij zijn gedrag ook binnen een h.o.i. zal kunnen handhaven.
In een reguliere gevangenis is geen imam en wordt weinig gesport. Klager heeft geen behoefte aan een bijzondere zorgafdeling. Met zijn gezondheid gaat het goed. Klager bestempelt zichzelf als een „kleine crimineel“. In Vught zittenalleen „grote criminelen“; klager is bang dat hij in zijn fouten zal vervallen als hij in Vught geplaatst wordt. Klager moet nog een hele tijd vast zitten. In Vught zal hij weinig bezoek krijgen, omdat zijn familie op 80 km afstandwoont. Klager wil graag een keer per maand een weekend verlof, om zijn vrouw bij te staan bij de opvoeding en verzorging van hun kind, dat begin juli wordt geboren. Klagers vrouw ziet erg op tegen de tijd die zij alleen met haarkind zal moeten doorbrengen. Een h.o.i. biedt klager in ieder geval de mogelijkheid om periodiek thuis te zijn.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op grond van het inrichtingsadvies is klager geselecteerd voor de gevangenis Nieuw Vosseveld. Uit de informatie uit de inrichtingsrapportage volgt dat klager het meest gediend is met plaatsing in een kleine gestructureerde omgeving,waar ook de nodige zorg kan worden geboden. Plaatsing in de gevangenis Nieuw Vosseveld is in het belang van klagers eigen welzijn. Plaatsing in een half open inrichting is gegeven de omstandigheden niet verantwoord.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Nieuw Vosseveld is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van allein aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Hierbij is in aanmerking genomen dat de selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat klager, gelet op de over zijn persoonlijkheid verstrekte gegevens en mede gezien zijn snelle recidive, vooralsnog niet inaanmerking komt voor plaatsing in een inrichting met een beperkt beveiligingsniveau.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. J.S. Holthuis, secretaris, op 25 juli 2003

secretaris voorzitter

Naar boven