Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0804/GB, 11 juli 2003, beroep
Uitspraakdatum:11-07-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/804/GB

Betreft: [klager] datum: 11 juli 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 4 april 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. N.W.A.Dekens, namens

[...], geboren op [1967], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 10 maart 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Zuyder Bos te Heerhugowaard ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 5 juni 2001 gedetineerd. Hij verbleef in huis van bewaring Het Schouw te Amsterdam. Op 4 april 2003 is hij geplaatst in de gevangenis Zuyder Bos, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van vijf jaar met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 15 januari 2003. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 1 oktober 2004.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Namens klager is per fax op 27 februari 2003 een bezwaarschrift ingediend tegen de selectiebeslissing. Daarbij zijn stukken opgevraagd en is aangekondigd dat de raadsvrouw medische gegevens wilde overleggen die zij echter nog niethad ontvangen. De stukken, waarop de beslissing berust, zijn nimmer ontvangen. Op 10 maart 2003 is een beslissing genomen door de selectiefunctionaris. Verzuimd is om een afschrift van die beschikking naar de gevolmachtigde advocaatte sturen. De gevolmachtigde advocaat heeft de beschikking eerst ontvangen op 31 maart 2003, zodat de beroepstermijn eerst is aangevangen op 1 april 2003. Klager kan zich niet verenigen met de beslissing op bezwaar. De beslissingis prematuur genomen omdat het bezwaarschrift nog niet was aangevuld, terwijl was vermeld in het bezwaarschrift dat een aanvulling zou volgen. De beslissing op bezwaar is niet zorgvuldig genomen, ex art. 3:2 Awb en is derhalve instrijd met het recht genomen. Er is geen sprake van relevante recidive. De selectiefunctionaris heeft dit ten onrechte als argument gehanteerd om klager niet te selecteren voor een half open inrichting. Het geestelijk gehandicaptezusje van klager lijdt onder klagers detentie. Zij hebben elkaar niet meer gezien sinds de aanvang van klagers detentie op 8 juni 2001. Klagers moeder heeft te kampen met haar gezondheid en klager zou zijn moeder enigszins willenontlasten, hetgeen mogelijk zou zijn door plaatsing in een half open inrichting. Klager voorziet problemen met de huur van zijn woning en vreest dat de verhuurder alsnog de huur zal opzeggen in verband met het niet nakomen van hethuurcontract. Klager dient namelijk te verblijven in de woning. Plaatsing in een h.o.i. zou hierbij een begin kunnen zijn. Een verklaring voor wat betreft de gesteldheid van klagers zus is toegezonden. Het zusje heeft dermateslechte herinneringen aan het eens aan klager gebrachte bezoek in de p.i. dat zij daar niet meer toe overgaat, terwijl broer en zus elkaar graag willen zien. De enige mogelijkheid is dat klager bij haar op bezoek gaat.
In een schrijven gedateerd 25 april 2003 heeft de raadsvrouw aangekondigd dat zij het beroep nader wenst toe te lichten. Op 11 juli 2003 waren deze aangekondigde stukken nog steeds niet op het secretariaat van de Raad ontvangen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op grond van het uitgebrachte selectieadvies van de inrichting waar klager verbleef, is klager geselecteerd voor een gesloten gevangenis, te weten de gevangenis Zuyder Bos te Heerhugowaard. Het advies van het openbaar ministerie datnegatief luidde voor wat betreft de plaatsing in een half open inrichting heeft zwaar gewogen. Klagers bezwaar is afgewezen omdat hij gedetineerd zit terzake van ernstige geweldsdelicten, waarbij slachtoffers werden bedreigd enlichamelijk geweld werd toegepast. Naar slachtoffers en maatschappij toe wordt het niet verantwoord geacht om klager met verlof te laten gaan. Tevens is er sprake van recidive. De beslissing op het bezwaarschrift is rechtstreeksnaar de inrichting verzonden ervan uitgaande dat klager zijn advocaat zou informeren. De gevolmachtigde advocaat heeft de beschikking eerst op 31 maart 2003 ontvangen en gaat er terecht vanuit dat de beroepstermijn eerst op 1 april2003 is aangevangen. De inmiddels ontvangen aanvulling van de advocaat op het bezwaarschrift zou de visie van de selectiefunctionaris niet hebben gewijzigd. Het feit dat klagers geestelijk gehandicapte zusje zou lijden onder klagersdetentie en dat klagers moeder te kampen zou hebben met haar gezondheid is spijtig. Detentie brengt echter op zich ook leed voor derden met zich mee. Het gezegde ‘bezint eer ge begint’ is hier zeker op zijn plaats.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Zuyder Bos is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar in verband met door hem gepleegde gewapende overvallen, waarbij de slachtoffers zijn bedreigd en waarbij lichamelijk geweld is toegepast. De beroepscommissie is vanoordeel dat een en ander een forse contra- indicatie vormt voor plaatsing in een h.o.i.. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemdeinrichting geldende criteria, niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Door de raadsvrouw is aangevoerd dat de beslissing van de selectiefunctionaris in
strijd zou zijn met artikel 3:2 Awb. Uit artikel 1:6 Awb volgt echter dat de Awb niet van toepassing is op de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen.
In aanmerking is genomen dat de selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat klager, gelet op de over de delicten verstrekte gegevens, vooralsnog niet in aanmerking komt voor plaatsing in een inrichting met eenbeperkt beveiligingsniveau.
Hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond. Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid vanmr. H.S. van Gemert, secretaris, op 11 juli 2003

secretaris voorzitter

Naar boven