Onderwerp: Bezoek-historie

Het recht op uitkering (SB2185)
Geldigheid:12-07-2009 t/m 16-06-2010Versie:vergelijk Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

Een groot aantal verdragen inzake sociale zekerheid kent een gelijksoortige regeling als bijlage VI, onderdeel R, onder 3, a (zie Deel II, Bijzonderheden voor de toepassing van de Anw, SB2156). Als in de wetgeving van een verdragsstaat de toekenning van een uitkering afhankelijk wordt gesteld van de voorwaarde dat de betrokkene verzekerd was op het moment waarop de verzekerde gebeurtenis zich voordeed, wordt krachtens deze verdragen aan deze voorwaarde geacht te zijn voldaan als de betrokkene op dat moment was onderworpen aan de wetgeving van de andere verdragsstaat. Van een dergelijke fictieve verzekering is blijkens de jurisprudentie uitsluitend sprake als de betrokkene op het tijdstip waarop het risico zich manifesteert, daadwerkelijk verzekerd is. Dit wil zeggen dat hij op dit tijdstip verzekerd was en uit hoofde daarvan premies of bijdragen verschuldigd was, dan wel op grond van de desbetreffende wettelijke regeling als verzekerd dient te worden aangemerkt. Aan deze voorwaarde wordt naar het oordeel van de SVB niet voldaan als de betrokkene bij het intreden van het risico niet verzekerd is, doch op een later tijdstip alsnog met terugwerkende kracht postuum tot verzekering wordt toegelaten.

Een bijzondere situatie doet zich voor ten aanzien van de Turkse socialezekerheidsregeling die wordt uitgevoerd door de organisatie Bag-Kur. In de ter zake geldende wetgeving is geregeld dat bepaalde groepen personen verplicht verzekerd en premieplichtig zijn indien zij aan de inkomstenbelasting zijn onderworpen of geregistreerd staan bij hun beroepsorganisatie. Deze personen zijn voorts wettelijk verplicht zich binnen drie maanden aan te melden voor registratie en premieafdracht bij de Bag-Kur. Totdat aanmelding en premiebetaling hebben plaatsgevonden, kunnen aan de verzekering geen rechten worden ontleend. Uit een uitspraak van de CRvB van 1 december 1999 blijkt dat de uit de toepasselijke wetgeving voortvloeiende premieverschuldigdheid een voldoende voorwaarde vormt om een betrokkene als verzekerd aan te merken, ook indien de aanmelding en premieafdracht bij de Bag-Kur postuum en na het verstrijken van de wettelijke termijn van drie maanden is geschied.

De SVB gaat ervan uit dat voor zover verdragen inzake sociale zekerheid niet uitdrukkelijk voorzien in het in aanmerking nemen van tijdvakken van wonen of werken voorafgaande aan het tijdstip van de AWW, dergelijke tijdvakken bij de pro rata-berekening niet als verzekerde tijdvakken in aanmerking kunnen worden genomen.

Grondslag

De tekst is afgesloten naar de stand van de wetgeving op 20 april 2009. De wijzigingen die samenhangen met de inwerkingtreding van de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht zijn eveneens verwerkt.

Besluit beleidsregels SVB 2009

Naar boven