Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen.
In gevolge artikel 59, aanhef en onderdeel b, Wmg heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) met de brief van 12 juli 2012 (kenmerk MC-U-3122858) ten behoeve van voorliggende beleidsregel een aanwijzing op grond van artikel 7 Wmg aan de NZa gegeven.
De aanwijzing heeft als doel de NZa tarieven vast te laten stellen als bedoeld in artikel 50, eerste lid, aanhef en onder c, Wmg.
Ingevolge artikel 52, aanhef en onderdeel e, Wmg, worden tarieven en de prestatiebeschrijvingen die uit de voorliggende beleidsregel voortvloeien, ambtshalve door de NZa vastgesteld.
1. Reikwijdte
Deze beleidsregel is van toepassing op tandheelkundige zorg als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet.
Voor zover geen sprake is van zorg als omschreven in vorige zin, is deze beleidsregel van toepassing op handelingen1 of werkzaamheden2 op het terrein van tandheelkundige zorg geleverd door of onder verantwoordelijkheid van beroepsbeoefenaren als bedoeld in artikel 3, dan wel 34, van de Wet op de Beroepen in de individuele Gezondheidszorg.
Deze beleidsregel is tevens van toepassing op tandheelkundige zorg als omschreven bij of krachtens de Wet langdurige zorg (Wlz) die geleverd wordt aan patiënten die verblijven of behandeld worden in instellingen die zijn toegelaten voor de zorgvormen behandeling en verblijf als omschreven in de Wlz.
2. Doel van de beleidsregel
Het doel van deze beleidsregel is vastlegging van het beleid inzake de wijze waarop de diverse prestatiebeschrijvingen en tarieven voor tandheelkundige zorg tot stand komen.
3. Begripsbepalingen
3.1 Inkomensbestanddeel
Het aandeel van de arbeidskostencomponent in het (maximum) tarief, dat aanbieders van tandheelkundige zorg in rekening mogen brengen.
3.2 Praktijkkostenbestanddeel
Het aandeel van de praktijkkosten in het (maximum) tarief, dat aanbieders van tandheelkundige zorg in rekening mogen brengen.
3.3 Rekenomzet
De som van het inkomensbestanddeel (zie artikel 3.1) en het praktijkkostenbestanddeel (zie artikel 3.2).
3.4 Rekennorm
Begripsaanduiding voor het aantal punten per jaar.
3.5 Puntwaarde
De uitkomst van de rekenomzet (zie artikel 3.3) gedeeld door de rekennorm (zie artikel 3.4).
3.6 Materiaal- en/of techniekkosten
3.6.1 De kosten van tandtechniek die noodzakelijk zijn voor de behandeling en extra zijn ingekocht door de zorgaanbieder en de kosten van de materialen die specifiek toe te rekenen zijn aan de betreffende prestatie. Hier worden expliciet niet de verbruiksmaterialen bedoeld. Bij de prestaties waarbij materiaal- en techniekkosten afzonderlijk in rekening kunnen worden gebracht, staat dit in de onderhavige beleidsregel en tariefbeschikking aangegeven met één sterretje (*).
Toelichting:
Met bovengenoemde regel mogen de materialen in rekening worden gebracht die gebruikt worden bij de behandeling van een patiënt in de praktijk én die met of voor de patiënt de praktijk verlaten.
Niet in rekening te brengen (dus ook niet in het geval dat materiaal- en techniekkosten wel apart in rekening gebracht mogen worden – zichtbaar aan het * achter de prestatiecode) zijn verbruiksmaterialen. Hieronder worden verstaan: alle materialen die bij een behandeling van een patiënt in de praktijk worden gebruikt en die niet speciaal voor de patiënt gemaakt zijn en die niet met of voor de patiënt de praktijk verlaten.
3.6.2 De materiaal- en/of techniekkosten dienen per gedeclareerde prestatie gespecificeerd te worden en mogen niet hoger zijn dan de daarvoor door de zorgaanbieder aan de tandtechnicus/het tandtechnisch laboratorium betaalde en/of verschuldigde netto kosten voor inkoop. Onder netto kosten voor inkoop wordt verstaan: de inkoopprijs na aftrek van kortingen en bonussen die verband houden met de aanschaf van materialen en technieken. De zorgaanbieder is verplicht om op verzoek van de patiënt of diens verzekeraar de nota van de tandtechnicus/ het tandtechnisch laboratorium over te leggen.
3.6.3 Indien de zorgaanbieder de tandtechnische werkstukken zelf vervaardigt, is deze verplicht aan de patiënt of diens verzekeraar de techniekkosten te specificeren conform de lijst van de Nederlandse Zorgautoriteit met maximumtarieven voor tandtechniek in eigen beheer.
Voor nadere transparantie voorschriften ten aanzien van het specificeren en inzichtelijk maken van materiaal- en/of techniekkosten wordt verwezen naar de Regeling Mondzorg.
Toelichting:
Achtergrond en doel van de regel
De prestatielijst voor de mondzorg kent al geruime tijd de regel dat bij verschillende prestaties de van toepassing zijnde materiaal- en techniekkosten separaat tegen (maximaal) de netto kosten voor inkoop in rekening mogen worden gebracht. Deze kosten zijn buiten het (reguliere) tarief van de prestatie gehouden om ervoor te zorgen dat zowel de variatie als de veranderingen in kosten terugkomen in de uiteindelijke prijs voor de consument: de komst van andere, nieuwe materialen wordt niet bemoeilijkt door een maximumtarief en de keuze voor een goedkoper product geeft de consument ook altijd daadwerkelijk een financieel voordeel3.
Inkoopsituaties
Bij de hierboven genoemde regel wordt als tandtechnicus/tandtechnisch laboratorium aangemerkt: de tandtechnicus die/het tandtechnisch laboratorium dat deze heeft vervaardigd. De zorgaanbieder dient uit te gaan van de door deze leverancier in rekening gebrachte netto kosten.
De daadwerkelijke levering van materiaal of techniek aan de zorgaanbieder kan echter ook via een derde plaatsvinden. Wanneer levering plaatsvindt via een aan de zorgaanbieder gelieerde derde dient de zorgaanbieder uit te gaan van de door die derde aan díens leverancier (en dus de vervaardiger van de techniek of het materiaal) betaalde en/of verschuldigde netto kosten voor inkoop. De door deze derde aan de zorgaanbieder berekende extra kosten (dat wil zeggen: de kosten bovenop díens netto kosten voor inkoop bij zijn leverancier) kunnen door de zorgaanbieder enkel ook in rekening worden gebracht als die extra kosten een reële economische waarde vertegenwoordigen4.
De regel brengt met zich mee dat het plaatsen van een op enigerlei wijze aan de zorgaanbieder gelieerde rechtspersoon tussen de ‘zorgaanbieder’ en de ‘oorspronkelijke vervaardiger’ of een ‘niet-gelieerde leverancier’, waarvan het effect is dat de inkoopprijs (voor de zorgaanbieder) wordt verhoogd en daarmee financieel voordeel wordt behaald door deze zorgaanbieder, er niet toe kan leiden dat de door deze gelieerde rechtspersoon in rekening gebrachte kosten mogen worden doorberekend door de zorgaanbieder aan de consument. De extra kosten van die rechtspersoon (bovenop diens kosten voor inkoop) vertegenwoordigen dan immers geen reële economische waarde en dat betekent dat de prijs voor de consument hoger wordt dan redelijkerwijs nodig is.
3.7 Laboratoriumkosten
De laboratoriumkosten van het externe bacteriologisch laboratoriumonderzoek die specifiek toe te rekenen zijn aan de betreffende prestatie. Bij de prestaties waarbij dit van toepassing kan zijn staat dit in de onderhavige beleidsregel en tariefbeschikking aangegeven met een tweetal sterretjes (**).
De laboratoriumkosten dienen per gedeclareerde prestatie gespecificeerd te worden op de nota aan de patiënt en mogen niet hoger zijn dan de door de zorgaanbieder betaalde en/of verschuldigde kosten voor inkoop. De zorgaanbieder is verplicht om op verzoek van de patiënt of diens verzekeraar de nota van het bacteriologisch laboratorium te overleggen.
Voor nadere transparantie voorschriften ten aanzien van het specificeren en inzichtelijk maken van laboratoriumkosten wordt verwezen naar de Regeling Mondzorg.
4. Hoofdstukken tandheelkundige zorg
In het kader van deze beleidsregel worden een reeks van prestatiebeschrijvingen onderscheiden die in navolgende hoofdstukken zijn verdeeld.
(I) Consultatie en diagnostiek (C)
(II) Maken en/of beoordelen foto’s (X)
(III) Preventieve mondzorg (M)
(IV) Verdoving (A)
(V) Verdoving d.m.v. een roesje (B)
(VI) Vullingen (V)
(VII) Wortelkanaalbehandelingen (E)
(VIII) Kronen en bruggen (R)
(IX) Kaakgewrichtbehandelingen (G)
(X) Chirurgische ingrepen (inclusief anesthesie) (H)
(XI) Kunstgebitten (P)
(XII) Tandvleesbehandelingen (T)
(XIII) Implantaten (J)
(XIV) Uurtarieven bijzondere tandheelkunde en Wlz (U)
(XV) Abonnementen (Z)
5. Onderdelen ter vaststelling van de tariefopbouw
5.1 Bij de tariefvaststelling wordt gebruik gemaakt van twee puntwaarden: een puntwaarde implantologie (voor het hoofdstuk J) en een puntwaarde tandheelkundige zorg (voor de overige hoofdstukken).
5.2 De arbeidskostencomponent voor beide puntwaarden bedraagt € 128.876 (definitief niveau 2016).
5.3 Het inkomensbestanddeel in de puntwaarde tandheelkundige zorg bedraagt € 126.838 (definitief niveau 2016). Het inkomensbestanddeel in de puntwaarde implantologie bedraag € 126.036 (definitief niveau 2016).
5.4 Het praktijkkostenbestanddeel in de puntwaarde tandheelkundige zorg bedraagt € 292.557 (definitief niveau 2016). Het praktijkkostenbestanddeel is opgebouwd uit de elementen ‘personeelskosten’ en ‘overige kosten’:
- personeelskosten € 145.434
- overige kosten € 147.123
Het praktijkkostenbestanddeel in de puntwaarde implantologie bedraagt € 499.259 (definitief niveau 2016). Het praktijkkostenbestanddeel is opgebouwd uit de elementen ‘personeelskosten’ en ‘overige kosten’:
- personeelskosten € 288.043;
- overige kosten € 211.217.
5.5 De rekennorm ten behoeve van de berekening van de puntwaarde tandheelkundige zorg bedraagt 79.156. De rekennorm ten behoeve van de berekening van de puntwaarde implantologie bedraagt 138.395.
5.6 Jaarlijks vindt een aanpassing (indexering) van zowel het inkomens- als het praktijkkostenbestanddeel plaats. De wijze van indexeren is geregeld in de beleidsregel ’indexeren’.
5.7 De structurele puntwaarde tandheelkundige zorg bedraagt € 5,298340 (definitief niveau 2016). De structurele puntwaarde implantologie bedraagt € 4,518177 (definitief niveau 2016).
6. Totstandkoming (maximum)tarieven
De totstandkoming van de tarieven voor de in artikel 7 beschreven prestaties wordt hieronder toegelicht.
6.1 Het maximumtarief is een bedrag per prestatie: het product van de voor het jaar t geldende puntwaarde maal het aantal punten in de lijst van tandheelkundige prestaties.
6.2 Het mutatiepercentage van het tarief is het procentuele verschil tussen de puntwaarde op voorcalculatorisch niveau jaar t en de puntwaarde op voorcalculatorisch niveau jaar t-1.
6.3 Uitzonderingen op artikel 6.1 en 6.2 zijn:
- de prestatiecodes B12, H21, E04, J97 en J98 waarvoor een kostenbedrag geldt;
- de prestatiecodes A20, E98 en J07 welke tegen kostprijs in rekening kunnen worden gebracht;
- prestatiecode U20 welke voor het deel honorarium tandarts bepaald wordt conform 6.1 en waar voor het resterende deel een kostenbedrag geldt;
- de prestatiecodes U05, U25 en U35 waarvoor geen puntenaantal geldt. Deze (tijd)tarieven muteren jaarlijks met het in 6.2 genoemde mutatiepercentage.
- de prestatie J33 waarvan geldt dat het tarief die van de prestatie ‘kosten implantaat’ van de kaakchirurg volgt.
6.4 De maximumtarieven berekend op basis van artikel 6.1 kunnen ten hoogste met 10% worden verhoogd indien hieraan een schriftelijke overeenkomst tussen de betreffende zorgaanbieder en ziektekostenverzekeraar ten grondslag ligt.
6.5 Een tarief dat niet hoger is dan berekend op basis van artikel 6.1 kan aan eenieder in rekening worden gebracht. Een tarief dat tot stand komt met toepassing van artikel 6.1 en 6.4 kan uitsluitend in rekening worden gebracht aan (a) de ziektekostenverzekeraar met wie het verhoogde maximumtarief is overeengekomen of (b) de verzekerde ten behoeve van wie een ziektekostenverzekering met betrekking tot tandheelkundige zorg is gesloten bij een ziektekostenverzekeraar met wie een zodanig verhoogd maximumtarief schriftelijk is overeengekomen. Een tarief dat tot stand komt met toepassing van artikel 6.1 en 6.4 kan uitsluitend in rekening worden gebracht voor zover een ziektekostenverzekering met betrekking tot tandheelkundige zorg tussen de ziektekostenverzekeraar en verzekerde is overeengekomen die de betreffende prestatie omvat.
7. Prestaties tandheelkundige zorg en puntenaantallen
Onder de in artikel 4 genoemde hoofdstukken zijn de in dit artikel genoemde prestaties te onderscheiden. Bij de prestaties is het geldende puntenaantal weergegeven. Op de prestaties zijn ‘algemene bepalingen’ van toepassing. Deze zijn weergegeven in bijlage 1.
I Consultatie en diagnostiek (C)
a.
|
Diagnostisch onderzoek
|
Punten
|
C11
|
Periodieke controle
|
3,8
|
C13
|
Probleemgericht consult
|
3,8
|
|
b.
|
Aanvullend diagnostisch onderzoek, algemeen
|
C22
|
Aanvullende medische anamnese na (schriftelijke) routinevragen
|
3,8
|
C28
|
Uitgebreid onderzoek t.b.v. opstellen en vastleggen behandelplan
|
18
|
C29 *
|
Studiemodellen t.b.v. behandelplan
|
5
|
C65
|
Planmatig beslijpen van alle voortanden, per boven- of onderkaak
|
10
|
|
c.
|
Toeslagen en diversen
|
C80
|
Mondzorg aan huis
|
3
|
C84
|
Voorbereiding behandeling onder algehele narcose
|
8
|
C85
|
Weekendbehandeling
|
3,8
|
C86
|
Avondbehandeling
|
3,8
|
C87
|
Nachtbehandeling
|
3,8
|
II Maken en/of beoordelen foto’s (X)
X10
|
Kleine röntgenfoto
|
2,8
|
X21
|
Kaakoverzichtsfoto
|
12
|
X22
|
Kaakoverzichtsfoto t.b.v. implantologie in de tandenloze kaak
|
12
|
X24
|
Schedelfoto
|
5,4
|
X25
|
Maken meerdimensionale kaakfoto
|
24
|
X26
|
Beoordelen meerdimensionale kaakfoto
|
10
|
III Preventieve mondzorg (M)
M01
|
Preventieve voorlichting en/of instructie, per vijf minuten
|
2,2
|
M02
|
Consult voor evaluatie van preventie, per vijf minuten
|
2,2
|
M03
|
Gebitsreiniging, per vijf minuten
|
2,2
|
M05
|
Beslijpen en/of behandelen melkelement
|
4,5
|
M32**
|
Eenvoudig bacteriologisch onderzoek
|
3
|
M10
|
Fluoridebehandeling, methode I
|
5
|
M20
|
Fluoridebehandeling, methode II
|
4
|
M61 *
|
Mondbeschermer
|
4,5
|
IV Verdoving (A)
A15
|
Oppervlakte verdoving
|
1,3
|
A10
|
Geleidings-, infiltratie en/of intraligamentaire verdoving
|
2,5
|
A20
|
Behandeling onder algehele narcose
|
kostprijs
|
V Verdoving door middel van een roesje (B)
B10
|
Introductie roesje (lachgassedatie)
|
5
|
B11
|
Toediening roesje (lachgassedatie)
|
5
|
B12
|
Overheadkosten roesje (lachgassedatie)
|
€ 34,57
(voorcalculatorisch
niveau 2017)
|
VI Vullingen (V)
V71
|
Eénvlaksvulling amalgaam
|
4,2
|
V72
|
Tweevlaksvulling amalgaam
|
6,7
|
V73
|
Drievlaksvulling amalgaam
|
8,7
|
V74
|
Meervlaksvulling amalgaam
|
12,2
|
V81
|
Eénvlaksvulling glasionomeer/glascarbomeer/compomeer
|
6,2
|
V82
|
Tweevlaksvulling glasionomeer/glascarbomeer/compomeer
|
8,7
|
V83
|
Drievlaksvulling glasionomeer/glascarbomeer/compomeer
|
10,7
|
V84
|
Meervlaksvulling glasionomeer/glascarbomeer/ compomeer
|
14,2
|
V91
|
Eénvlaksvulling composiet
|
8
|
V92
|
Tweevlaksvulling composiet
|
10,5
|
V93
|
Drievlaksvulling composiet
|
12,5
|
V94
|
Meervlaksvulling composiet
|
16
|
|
V15
|
Aanbrengen schildje van tandkleurig plastisch materiaal
|
12
|
V30
|
Fissuurlak eerste element
|
4,5
|
V35
|
Fissuurlak ieder volgend element in dezelfde zitting
|
2,5
|
V40
|
Het polijsten van oude vullingen, het beslijpen van oude vullingen, behandeling van gevoelige tandhalzen en applicatie medicament
|
1
|
V50
|
Droogleggen van elementen door middel van een rubberen lapje
|
2
|
V70 *
|
Parapulpaire stift
|
2
|
V80 *
|
Wortelkanaalstift
|
3,5
|
V85 *
|
Elke volgende wortelkanaalstift in hetzelfde element
|
1,5
|
VII Wortelkanaalbehandelingen (E)
a.
|
Onderzoek, diagnostiek en behandelplanning
|
|
E01
|
Wortelkanaalbehandeling consult
|
3,8
|
E02
|
Uitgebreid wortelkanaalbehandeling consult
|
7
|
E03
|
Consult na tandheelkundig ongeval
|
5,5
|
|
b.
|
Wortelkanaalbehandeling
|
|
Pulpabehandeling met als doel behoud van vitaliteit
|
E60 *
|
Geheel of gedeeltelijk weghalen van pulpaweefsel
|
8
|
|
Wortelkanaalbehandeling element met volgroeide wortelpunt, ongecompliceerd
|
E04
|
Toeslag voor kosten bij gebruik van roterende nikkel-titanium instrumenten
|
€ 45,18
(voorcalculatorisch niveau 2017) |
E13
|
Wortelkanaalbehandeling per element met 1 kanaal
|
18
|
E14
|
Wortelkanaalbehandeling per element met 2 kanalen
|
26
|
E16
|
Wortelkanaalbehandeling per element met 3 kanalen
|
34
|
E17
|
Wortelkanaalbehandeling per element met 4 of meer kanalen
|
42
|
E85
|
Elektronische lengtebepaling
|
2,5
|
E19
|
Insluiten calciumhydroxide of daarmee vergelijkbare desinfectans per element, per zitting
|
3
|
E66
|
Wortelkanaalbehandeling van melkelement
|
8
|
|
Toeslagen bij complicaties bij wortelkanaalbehandelingen
|
E51
|
Verwijderen van kroon of brug
|
6
|
E52
|
Moeilijke wortelkanaalopening
|
5
|
E53
|
Verwijderen van wortelstift
|
7
|
E54
|
Verwijderen van wortelkanaalvulmateriaal
|
5
|
E55
|
Behandeling dichtgeslibd of verkalkt wortelkanaal
|
5
|
E56
|
Voortgezette behandeling met iatrogene schade
|
7
|
E57
|
Behandeling van element met uitzonderlijke anatomie
|
5
|
|
Apexificatieprocedure van element met onvolgroeide wortelpunt
|
E61
|
Behandelen van open wortelpunt met calciumhydroxide, eerste zitting
|
14
|
E62
|
Behandelen van open wortelpunt met calciumhydroxide, elke volgende zitting
|
9
|
E63 *
|
Toeslag voor afsluiting met Mineral Trioxide Aggregate (MTA) of een vergelijkbaar biokeramisch materiaal
|
7,5
|
E64
|
Afsluiting van open wortelpunt
|
8
|
|
Initiële wortelkanaalbehandeling
|
E77
|
Initiële wortelkanaalbehandeling, eerste kanaal
|
10
|
E78
|
Initiële wortelkanaalbehandeling, elk volgend kanaal
|
5
|
|
Bleken
|
E90
|
Inwendig bleken, eerste zitting
|
8
|
E95
|
Inwendig bleken, elke volgende zitting
|
3
|
E97 *
|
Uitwendig bleken per kaak
|
12,5
|
E98
|
Materialen voor thuisbleken
|
kostprijs
|
|
Behandeling trauma-element
|
E40
|
Directe pulpa-overkapping
|
5
|
E42
|
Terugzetten van een verplaatst element na tandheelkundig ongeval
|
2
|
E43 *
|
Vastzetten element d.m.v. een spalk na tandheelkundig ongeval
|
4
|
E44
|
Verwijderen spalk
|
1
|
|
Aanbrengen rubberdam
|
E45
|
Aanbrengen rubberdam
|
2
|
|
Microchirurgische wortelkanaalbehandelingen
|
E31
|
Snij-/ hoektand
|
20
|
E32
|
Premolaar
|
28
|
E33
|
Molaar
|
36
|
E34 *
|
Aanbrengen retrograde vulling
|
4
|
E36 *
|
Het trekken van een element met re-implantatie
|
14
|
E37
|
Kijkoperatie
|
12
|
|
Gebruik operatiemicroscoop
|
E86
|
Gebruik operatiemicroscoop bij wortelkanaalbehandeling
|
13,5
|
|
Gebruiksklaar maken praktijkruimte
|
E87
|
Gebruiksklaar maken van praktijkruimte voor wortelkanaalbehandeling
|
10
|
VIII Kronen en bruggen (R)
a.
|
Inlays en kronen
|
R08 *
|
Eenvlaks composiet inlay
|
12
|
R09 *
|
Tweevlaks composiet inlay
|
23
|
R10 *
|
Drievlaks composiet inlay
|
30
|
R11 *
|
Eenvlaksinlay
|
18
|
R12 *
|
Tweevlaksinlay
|
28
|
R13 *
|
Drievlaksinlay
|
40
|
R14
|
Toeslag voor extra retentie bij het plaatsen van indirecte restauraties
|
5
|
R24 *
|
Kroon
|
44
|
R28 *
|
Endokroon, indirect vervaardigd
|
12
|
R29 *
|
Confectiekroon
|
9
|
R31
|
Opbouw plastisch materiaal
|
10
|
R32 *
|
Gegoten opbouw, indirecte methode
|
10
|
R33 *
|
Gegoten opbouw, directe methode
|
20
|
|
b.
|
Brugwerk
|
R40 *
|
Eerste brugtussendeel
|
30
|
R45 *
|
Tweede en volgende brugdeel in hetzelfde tussendeel
|
15
|
R46 *
|
Brugverankering, per anker
|
10
|
R49
|
Toeslag voor brug op vijf- of meer pijlerelementen
|
25
|
R50 *
|
Metalen fixatiekap met afdruk
|
5
|
R55 *
|
Gipsslot met extra afdruk
|
5
|
|
R60 *
|
Plakbrug zonder preparatie
|
20
|
R61 *
|
Plakbrug met preparatie
|
30
|
R65
|
Toeslag voor elk volgende brugdeel in hetzelfde tussendeel
|
7
|
R66
|
Toeslag voor elke volgende bevestiging boven het aantal van twee
|
4
|
|
c.
|
Restauraties diversen
|
R70
|
Toeslag voor kroon onder bestaand frame-anker
|
11
|
R71 *
|
Vernieuwen porseleinen schildje, reparatie metalen/porseleinen kroon in de mond
|
11
|
R72
|
Vernieuwen schildje van plastisch materiaal
|
6
|
R73
|
Aanbrengen extra retentie c.q. pinnen in schildje
|
4
|
R74 *
|
Opnieuw vastzetten niet plastische restauraties
|
4
|
R75 *
|
Opnieuw vastzetten plakbrug
|
10
|
R76
|
Toeslag voor gegoten opbouw onder bestaande kroon
|
5
|
R77
|
Moeizaam verwijderen van oud kroon- en brugwerk per (pijler)element
|
5
|
|
d.
|
Schildje van keramiek of kunststof
|
R78 *
|
Schildje van keramiek of kunststof, zonder preparatie
|
12
|
R79 *
|
Schildje van keramiek of kunststof, met preparatie
|
20
|
|
e.
|
Temporaire voorzieningen
|
|
R80 *
|
Temporaire, eerste voorziening
|
5
|
R85 *
|
Temporaire, volgende voorziening
|
2
|
R90 *
|
Gedeeltelijk voltooid werk
|
IX Kaakgewrichtsbehandelingen (G)
a.
|
Kaakgewrichtsklachten (craniomandibulaire dysfunctie)
|
|
Onderzoek/diagnostiek
|
G01
|
Uitgebreid functie-onderzoek (UFO)
|
25
|
G02
|
Spieractiviteitsmeting en registratie
|
16
|
G03
|
Gedocumenteerde verwijzing kaakgewrichtsbehandeling
|
11
|
|
Therapie voor kaakgewrichtsklachten (na uitgebreid functie-onderzoek)
|
G61
|
Instructie spieroefeningen
|
10
|
G62 *
|
Occlusale spalk
|
27
|
G63 *
|
Repositiespalk
|
40
|
G64
|
Controlebezoek spalk inclusief kleine correcties
|
5
|
G65 *
|
Indirect planmatig inslijpen
|
55
|
G66
|
Biofeedbacktherapie
|
9
|
G67
|
Behandeling triggerpoint
|
11
|
G33 *
|
Aanbrengen front/hoektandgeleiding
|
10
|
|
Therapie bij kaakgewrichtsklachten (zonder uitgebreid functie-onderzoek)
|
G69 *
|
Opbeetplaat
|
11
|
b.
|
Registratiemethoden kaakgewrichtsbehandelingen
|
G10
|
Niet-standaard beetregistratie
|
15
|
|
Extra in rekening te brengen voor nauwkeurigere bepalingen
|
|
G11
|
Scharnierasbepaling
|
15
|
G12
|
Centrale relatiebepaling
|
14
|
G13
|
Protrale/laterale bepalingen
|
10
|
G14
|
Instellen volledig instelbare articulator, pantograaf en registratie
|
90
|
G15
|
Toeslag voor het behouden van beethoogte
|
5
|
G16
|
Therapeutische positiebepaling
|
5
|
G20
|
Beetregistratie intra-oraal
|
10
|
|
c.
|
Snurk- en slaapstoornisbeugel
|
G71 *
|
Apparaat voor snurk- en slaapstoornissen (MRA)
|
50
|
G72
|
Controlebezoek MRA
|
5
|
G73 *
|
Reparatie MRA met afdruk
|
8
|
X Chirurgische ingrepen (inclusief anesthesie) (H)
a.
|
Onderdeel A
|
Punten
|
H11
|
Trekken tand of kies
|
7,5
|
H16
|
Trekken volgende tand of kies, in dezelfde zitting en hetzelfde kwadrant
|
5,6
|
H21
|
Kosten hechtmateriaal
|
€ 5,72
(voorcalculatorisch niveau 2017)
|
H26
|
Hechten weke delen
|
11
|
H50
|
Terugzetten/ terugplaatsen tand of kies, eerste element exclusief wortelkanaalbehandeling
|
10
|
H55
|
Terugzetten/ terugplaatsen tand of kies, buurelement, exclusief wortelkanaalbehandeling
|
3
|
|
b.
|
Onderdeel B
|
H90
|
Voorbereiding praktijkruimte ten behoeve van chirurgische verrichtingen vallend onder onderdeel B
|
10
|
H35
|
Moeizaam trekken tand of kies, met mucoperiostale opklap
|
12
|
H40
|
Corrigeren van de vorm van de kaak,
per kaak
|
9
|
H41
|
Verwijderen van het lipbandje of tongriempje
|
6
|
|
Wortelpuntoperatie per tandwortel
|
H42
|
Wortelpuntoperatie, per tandwortel, zonder afsluiting
|
12
|
H43
|
Wortelpuntoperatie, per tandwortel, met ante of retrogradeafsluiting
|
16
|
H44
|
Primaire antrumsluiting
|
11
|
H59
|
Behandeling kaakbreuk, per kaak
|
14
|
|
Cyste-operatie
|
H60
|
Marsupialisatie
|
14
|
H65
|
Primaire sluiting
|
27
|
|
Correctie van het prothesedragende deel per kaak met bijbehorende weke delen
|
H70
|
Lappige fibromen, Schlotterkamm, tubercorrectie e.d., enkelzijdig per kaak
|
14
|
H75
|
Lappige fibromen, Schlotterkamm, tubercorrectie e.d., dubbelzijdig per kaak
|
27
|
H80
|
Alveolotomie torus, vergelijkbare praeprothetische botcorrecties, enkelzijdig per kaak
|
19
|
H85
|
Alveolotomie torus, vergelijkbare praeprothetische botcorrecties, dubbelzijdig per kaak
|
32
|
XI Kunstgebitten (P)
P60
|
Uitgebreid onderzoek naar functioneren van het bestaande kunstgebit
|
6
|
P65
|
Planmatig inslijpen van het bestaande kunstgebit
|
5
|
P17
|
Toeslag voor beetregistratie met specifieke apparatuur
|
10
|
P10 *
|
Gedeeltelijk kunstgebit van kunsthars, 1-4 elementen
|
15
|
P15 *
|
Gedeeltelijk kunstgebit van kunsthars, 5-13 elementen
|
30
|
P16
|
Toeslag voor individuele afdruk met randopbouw bij gedeeltelijk kunstgebit van kunsthars
|
11
|
P18
|
Toeslag voor gegoten anker bij gedeeltelijk kunstgebit van kunsthars
|
3
|
P34 *
|
Frame kunstgebit, 1-4 elementen
|
41
|
P35 *
|
Frame kunstgebit, 5-13 elementen
|
56
|
P31 *
|
Wortelkap met stift
|
25
|
P32
|
Toeslag voor maken precisiekoppeling per koppeling c.q. staafhuls
|
15
|
P33
|
Toeslag voor aanbrengen telescoopkroon met precisiekoppeling
|
10
|
P40
|
Toeslag immediaat kunstgebit, kunstgebittarief verhoogd met per immediaat te vervangen element
|
2,5
|
P45 *
|
Noodkunstgebit
|
20
|
|
a.
|
Volledig kunstgebit
|
P21 *
|
Volledig kunstgebit bovenkaak
|
30
|
P25 *
|
Volledig kunstgebit onderkaak
|
40
|
P30 *
|
Volledig kunstgebit boven- en onderkaak
|
65
|
Extra te berekenen bij volledig kunstgbit |
P36
|
Individuele afdruk zonder randopbouw
|
5
|
P14
|
Individuele afdruk met randopbouw
|
11
|
P37
|
Frontopstelling in aparte zitting
|
6
|
P27
|
Reoccluderen
|
10
|
P28
|
Naregistratie en remounten
|
10
|
P38
|
Toeslag voor bepaling verticale beethoogte met behulp van specifieke apparatuur
|
11
|
P39
|
Toeslag voor bepaling neutrale zone
|
15
|
P41
|
Toeslag voor relinen van alginaatafdruk
|
5
|
P42
|
Toeslag voor specifieke A-zone-bepaling
|
5
|
P43
|
Toeslag voor extra beetbepaling met waswallen
|
6
|
|
Overige
|
P29
|
Toeslag te berekenen voor elk element bij een overkappingskunstgebit
|
8
|
P06
|
Tissue conditioning volledig kunstgebit, per kaak
|
7
|
P01 *
|
Opvullen volledig kunstgebit, indirect zonder randopbouw, per kaak
|
7
|
P02 *
|
Opvullen volledig kunstgebit, indirect met randopbouw, per kaak
|
15
|
P03
|
Opvullen volledig kunstgebit, direct zonder randopbouw, per kaak
|
10
|
P04 *
|
Opvullen volledig kunstgebit, direct met randopbouw, per kaak
|
15
|
P70 *
|
Opvullen overkappingskunstgebit op natuurlijke pijlers zonder staafdemontage, per kaak
|
28
|
P07 *
|
Reparatie volledig kunstgebit, zonder afdruk, per kaak
|
3
|
P08 *
|
Reparatie volledig kunstgebit, met afdruk, per kaak
|
8
|
P56
|
Tissue conditioning gedeeltelijk kunstgebit of framekunstgebit, per kaak
|
7
|
P51 *
|
Opvullen gedeeltelijk kunstgebit / framekunstgebit, indirect zonder randopbouw, per kaak
|
7
|
P52 *
|
Opvullen gedeeltelijk kunstgebit / framekunstgebit, indirect met randopbouw, per kaak
|
15
|
P53 *
|
Opvullen gedeeltelijk kunstgebit / framekunstgebit, direct zonder randopbouw, per kaak
|
10
|
P54 *
|
Opvullen gedeeltelijk kunstgebit / framekunstgebit, direct met randopbouw, per kaak
|
15
|
P57 *
|
Reparatie gedeeltelijk kunstgebit/ framekunstgebit, zonder afdruk, per kaak
|
3
|
P58 *
|
Reparatie gedeeltelijk kunstgebit/ framekunstgebit, met afdruk, per kaak
|
8
|
P78 *
|
Uitbreiding gedeeltelijk kunstgebit met element(en) tot volledig kunstgebit inclusief afdruk, per kaak
|
8
|
P79 *
|
Uitbreiding gedeeltelijk kunstgebit met element of anker inclusief afdruk, per kaak
|
8
|
XII Tandvleesbehandelingen (T)
a.
|
Verrichtingen bij patiënten met tandvleesaandoeningen
|
T11
|
Onderzoek van het tandvlees met pocketstatus
|
26,5
|
T12
|
Onderzoek van het tandvlees met parodontiumstatus
|
29
|
T21
|
Grondig reinigen wortel door een tandarts, per element
|
5,4
|
T22
|
Grondig reinigen wortel door een mondhygiënist, per element
|
4
|
T31
|
Herbeoordeling met pocketstatus, na initiële tandvleesbehandeling
|
15,5
|
T32
|
Herbeoordeling met parodontiumstatus, na initiële tandvleesbehandeling
|
18
|
T33
|
Uitgebreid bespreken vervolgtraject na herbeoordeling
|
8
|
T51
|
Kort consult nazorg tandvleesbehandeling door een tandarts
|
14
|
T52
|
Kort consult nazorg tandvleesbehandeling door een mondhygiënist
|
10,5
|
T53
|
Standaard consult nazorg tandvleesbehandeling door een tandarts
|
20,2
|
T54
|
Standaard consult nazorg tandvleesbehandeling door een mondhygiënist
|
15,2
|
T55
|
Uitgebreid consult nazorg tandvleesbehandeling door een tandarts
|
26,9
|
T56
|
Uitgebreid consult nazorg tandvleesbehandeling door een mondhygiënist
|
20,2
|
T60
|
Evaluatieonderzoek met pocketstatus
|
26,5
|
T61
|
Evaluatieonderzoek met parodontiumstatus
|
29
|
|
Parodontale chirurgie
|
T70
|
Flapoperatie tussen 2 elementen
|
32,5
|
T71
|
Flapoperatie per sextant (één zesde deel)
|
50
|
T72
|
Flapoperatie uitgebreid per sextant ( één zesde deel)
|
60
|
T73
|
Directe postoperatieve zorg, kort
|
10
|
T74
|
Directe postoperatieve zorg, uitgebreid
|
26,9
|
T75
|
Postoperatief evaluatieonderzoek met parodontiumstatus
|
26
|
T76
|
Tuber- of retromolaarplastiek
|
12,5
|
b.
|
Parodontologie in overige situaties (niet vallend onder onderdeel a)
|
Tandvlees chirurgie, niet vallend onder onderdeel a
|
T80
|
Tandvleestransplantaat
|
21,5
|
T81
|
Tuber- of retromolaarplastiek
|
17,5
|
T82
|
Tandvleescorrectie per element
|
9,5
|
T83
|
Tandvleescorrectie per sextant (één zesde deel)
Toepassen van regeneratietechniek (exclusief de kosten van aangebrachte materialen)
|
25
|
T84 *
|
Aanbrengen regeneratiemateriaal als zelfstandige verrichting, per sextant (één zesde deel)
|
60
|
T85 *
|
Aanbrengen regeneratiemateriaal als niet-zelfstandige verrichting, gelijktijdig met flapoperatie in hetzelfde sextant (één zesde deel), per element
|
20
|
T86
|
Operatieve verwijdering van regeneratiemateriaal
|
32,5
|
|
Parodontale kroonverlengingsprocedure
|
T87
|
Kroonverlenging per element
|
32,5
|
T88
|
Kroonverlenging per sextant
|
60
|
|
Directe postoperatieve zorg
|
T89
|
Directe postoperatieve zorg, kort
|
10
|
T90
|
Directe postoperatieve zorg, uitgebreid
|
26,9
|
|
Diversen
|
T91
|
Pocketregistratie
|
6
|
T92
|
Parodontiumregistratie
|
12
|
T93 **
|
Bacteriologisch onderzoek ten behoeve van tandvleesbehandeling
|
7
|
T94
|
Behandeling tandvleesabces
|
13,5
|
T57*
|
Toepassing lokaal medicament
|
10,8
|
T95 *
|
(Draad)Spalk
|
4
|
T96
|
Uitgebreide voedingsanalyse
|
10
|
XIII Implantaten (J)
J97
|
Overheadkosten implantaten
|
€ 166,12 (voorcalculatorisch niveau 2017)
|
J98
|
Overheadkosten pre-implantologische chirurgie
|
€ 94,01 (voorcalculatorisch niveau 2017)
|
|
a.
|
Onderzoek, diagnostiek en behandelplanning
|
J01
|
Initieel onderzoek implantologie
|
13
|
J02 *
|
Verlengd onderzoek implantologie
|
20
|
J03 *
|
Proefopstelling
|
27
|
J05
|
Implantaatpositionering op grond van CT-scan
|
9
|
|
b. I
|
Pre-implantologische chirurgie
|
J08 *
|
Aanbrengen botvervangers in extractie wond
|
4
|
J09 *
|
Ophoging bodem bijholte, eerste kaakhelft
|
48
|
J10 *
|
Ophoging bodem bijholte, tweede kaakhelft in dezelfde zitting
|
30
|
J11
|
Prepareren donorplaats
|
27
|
J12 *
|
Kaakverbreding en/of verhoging in frontregio of eerste kaakhelft
|
29
|
J13 *
|
Kaakverbreding en/of verhoging in tweede kaakhelft in dezelfde zitting
|
14
|
J07
|
Toeslag kosten boren voor eenmalig gebruik
|
kostprijs
|
|
b. II
|
Pre- en per-implantologische chirurgie: diversen
|
J06
|
Vrijleggen foramen mentale
|
6
|
J15 *
|
Kaakverbreding en/of verhoging in frontregio of eerste kaakhelft
|
17
|
J16 *
|
Kaakverbreding en/of verhoging in tweede kaakhelft
|
17
|
J17 *
|
Aanvullende ophoging bodem bijholte
|
26
|
J18 *
|
Ophoging bodem bijholte orthograad
|
12
|
J19
|
Toeslag esthetische zone
|
13
|
|
c.
|
Implantologische chirurgie
|
J20
|
Plaatsen eerste implantaat per kaak
|
45,7
|
J21
|
Plaatsen elk volgend implantaat in dezelfde kaak, door dezelfde wond
|
16,4
|
J22
|
Plaatsen elk volgend implantaat in dezelfde kaak, andere wond
|
23
|
J23 *
|
Plaatsen eerste Healing Abutment (wondheler)
|
15
|
J24 *
|
Plaatsen volgende Healing Abutment (wondheler), dezelfde wond
|
5
|
J25 *
|
Plaatsen volgende Healing Abutment (wondheler), andere wond
|
9
|
J26
|
Moeizaam verwijderen implantaat,
|
33
|
J27
|
Vervangen implantaat
|
45,7
|
|
d.
|
Diversen
|
J30
|
Bindweefseltransplantaat, eerste
|
21
|
J31
|
Volgende bindweefseltransplantaat
|
10
|
J32 *
|
Verwijderen gefractureerd abutment/occlusale schroef
|
23
|
J33
|
Kosten implantaat
|
€ 290,00 (vc 2017)
|
|
e.
|
Mesostructuur
|
J40 *
|
Twee magneten/drukknoppen
|
31
|
J41 *
|
Elke volgende magneet, drukknop
|
7
|
J42 *
|
Staaf tussen twee implantaten
|
41
|
J43 *
|
Elke volgende staaf tussen implantaten in dezelfde kaak
|
13
|
J44 *
|
Plaatsen opbouw ten behoeve van implantaatkroon
|
5
|
|
f.
|
Prothetische behandeling na implantaten
|
J50 *
|
Boven- en onder klikgebit
|
103
|
J51 *
|
Onder-klikgebit
|
67
|
J52 *
|
Boven-klikgebit
|
67
|
J53 *
|
Omvorming klikgebit
|
20
|
J54 *
|
Omvorming klikgebit bij staven tussen twee implantaten
|
26
|
J55 *
|
Omvorming klikgebit bij staven tussen drie of vier implantaten
|
30
|
J56 *
|
Omvorming klikgebit bij staven tussen meer dan vier implantaten
|
35
|
J57
|
Toeslag vervangings- klikgebit op bestaande stegconstructie tussen twee implantaten
|
17
|
J58
|
Toeslag vervangings- klikgebit op bestaande stegcontructie tussen drie of vier implantaten
|
22
|
J59
|
Toeslag vervangings- klikgebit op bestaande stegcontructie tussen meer dan vier implantaten
|
27
|
g.
|
Nazorg implantologie
|
J60
|
Specifiek consult nazorg implantologie
|
11
|
J61
|
Uitgebreid consult nazorg implantologie
|
18
|
|
h.
|
Prothetische nazorg
|
J70 *
|
Opvullen zonder staafdemontage
|
28
|
J71 *
|
Opvullen met staafdemontage op twee implantaten
|
35
|
J72 *
|
Opvullen met staafdemontage op drie of vier implantaten
|
40
|
J73 *
|
Opvullen met staafdemontage op meer dan vier implantaten
|
45
|
J74 *
|
Reparatie zonder staafdemontage
|
11
|
J75 *
|
Reparatie met staafdemontage op twee implantaten
|
21
|
J76 *
|
Reparatie met staafdemontage op drie of vier implantaten
|
26
|
J77 *
|
Reparatie met staafdemontage op meer dan vier implantaten
|
31
|
|
i.
|
Ketenzorg implantologie
|
J80
|
Twee implantaten in de onderkaak voor een implantaatgedragen kunstgebit
|
101,8
|
XIV Uurtarieven ten behoeve van de bijzondere tandheelkunde en Wlz (U)
U25 *
|
Tijdtarief tandheelkundige hulp aan patiënten die behandeld worden in de Wlz-instelling in eenheden van vijf minuten
|
€ 12,25
|
U35 *
|
Tijdtarief tandheelkundige hulp aan patiënten die verblijven in de Wlz-instelling en behandeld worden in de eigen praktijk van de zorgaanbieder in eenheden van vijf minuten
|
€ 14,09
|
U05 *
|
Tijdtarief begeleiding moeilijk behandelbare patiënten in eenheden van vijf minuten
|
€ 14,09
|
U20
|
Second opinion verricht door de Stichting TIP
|
26,9 +
€ 31,71
|
(Bovenstaande prestaties gelden m.u.v. de U20 in eenheden van vijf minuten. Bovenstaande tarieven zijn bedragen op voorcalculatorisch niveau 2017)
XV Abonnementen (Z)
Z10 *
|
Abonnement categorie A per maand
|
1,3
|
Z20 *
|
Abonnement categorie B per maand
|
2
|
Z30 *
|
Abonnement categorie C per maand
|
2,7
|
Z40 *
|
Abonnement categorie D per maand
|
3,3
|
Z50 *
|
Abonnement categorie E per maand
|
4
|
Z60 *
|
Abonnement categorie F per maand
|
1,1
|
8. Intrekking oude beleidsregels
Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de beleidsregel ‘Tandheelkundige zorg’ met kenmerk BR/REG-17101 ingetrokken.
9. Overgangsbepaling
De beleidsregel ‘Tandheelkundige zorg’ met kenmerk BR/REG-17101 blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in die beleidsregel en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beleidsregel gold.
10. Inwerkingtreding en citeerregel
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 maart 2017.
Ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel b, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) zal van de vaststelling van deze beleidsregel mededeling worden gedaan in de Staatscourant.
Deze beleidsregel kan worden aangehaald als
‘Beleidsregel tandheelkundige zorg’.
Toelichting
In deze beleidsregel is een aantal wijzigingen doorgevoerd aan de prestatielijst:
- De tarieven van de prestaties U05 en U35 zijn geïndexeerd naar het niveau van 2017.
- Aan R80 is toegevoegd dat deze verrichting alleen gedeclareerd kan worden voorafgaand aan een R24 als deze minimaal twee maanden voorafgaand aan het plaatsen van R24 heeft plaats gevonden.
- Aan G10 is toegevoegd dat deze verrichting niet gedeclareerd kan worden bij een solitaire kroon (één R24).
- Bij P03 is het sterretje (*) verwijderd.
- In de Algemene Bepalingen bij hoofdstuk XIII Implantaten (J) is de zin “Het tarief is uitdrukkelijk bedoeld voor eventualiteiten die tijdens de diagnostiek niet konden worden voorzien” verwijderd bij de prestaties J06, J15, J16, J17 en J18.
- De omschrijving van J44 wordt als volgt aangepast: De kosten van healing abutments zijn niet in rekening te brengen bij de J44.
- Bij E60 is een sterretje (*) toegevoegd. Bij E60 zijn vervolgens de kosten van Mineral Trioxide Aggregate (MTA) of een vergelijkbaar biokeramisch materiaal afzonderlijk declarabel.
- Bij R29 is een sterretje (*) toegevoegd en de omschrijving wordt aangepast naar “confectiekroon”. Het puntenaantal van R29 is verlaagd met één punt.
- In de omschrijving van de prothetische nazorg is aangepast dat de termijn van twee maanden (voor opvullen en rebasen) niet van toepassing is in het geval van een immediaatprothese.