Onderwerp: Bezoek-historie

Werkzaamheden aan boord van een zeeschip (SB2137)
Geldigheid:02-05-2024 t/m Versie:vergelijk Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

Artikel 11, vierde lid Verordening (EG) nr. 883/2004 bepaalt voor werkzaamheden aan boord van een zeeschip als hoofdregel dat deze moeten worden beschouwd als werkzaamheden die worden verricht in de lidstaat waarvan het schip de vlag voert. Dit betekent dat de persoon die werkzaam is aan boord van een zeeschip dat onder de vlag van een lidstaat vaart, valt onder de wetgeving van die lidstaat. Als deze werknemer  wordt betaald door een onderneming of een persoon die is gevestigd in de lidstaat waar de werknemer woont, geldt echter dat de wetgeving van het woonland van toepassing is.

 

Werkzaamheden die normaliter plaatsvinden aan boord van een zeeschip

De SVB neemt aan dat sprake is van “werkzaamheden die normaliter plaatsvinden aan boord van een zeeschip”  als deze werkzaamheden normaliter plaatsvinden op een schip op zee en niet op een zeeschip in een haven. De SVB baseert deze interpretatie mede op de tekst van Verordening (EG) nr. 883/2004 in andere talen. Daarin wordt niet gesproken van werkzaamheden aan boord van een zeeschip maar van werkzaamheden aan boord van een schip op zee. De SVB gaat ervan uit dat werkzaamheden normaliter op zee plaatsvinden als de werkzaamheden op zee ten minste de helft van de totale arbeidstijd in beslag nemen.

 

Zeeschip

Naar aanleiding van de uitspraak van de CRvB van 17 april 2002 merkt de SVB een Nederlands schip aan als een zeeschip indien daarvoor een zeebrief is afgegeven op grond van de Zeebrievenwet dan wel indien het is opgenomen als zeevissersvaartuig in het visserijregister als bedoeld in artikel 4 van het Besluit registratie vissersvaartuigen 1998. Voor zeeschepen die varen onder de vlag van een lidstaat wordt de kwalificatie onder de wetgeving van die lidstaat overgenomen. Als een vaartuig over een zeebrief beschikt maar dienst doet als drijvende installatie voor de exploratie of exploitatie van natuurlijke rijkdommen van het continentaal plat van een lidstaat, dan volgt uit het arrest Salemink dat de werkzaamheden moeten worden beschouwd als te zijn verricht op het grondgebied van een lidstaat. De SVB geeft daarom in dat geval toepassing aan het bepaalde in artikel 11, derde lid, of artikel 13 van Verordening (EG) nr. 883/2004 en niet aan artikel 11, vierde lid, van die verordening.

 

Personen die werken aan boord van een zeeschip dat vaart onder de vlag van een derde staat

Regels voor schepen die varen onder de vlag van een derde staat komen in Verordening (EG) nr. 883/2004 niet voor. De arresten Kik, Inspecteur van de Belastingdienst en Finanzamt Österreich maken helder dat Verordening (EG) nr. 883/2004 wel van toepassing is als de arbeidsrelatie een voldoende nauwe aanknoping heeft met het grondgebied van ten minste twee lidstaten. De SVB past in dergelijke gevallen het beleid betreffende de arresten Inspecteur van de Belastingdienst en Finanzamt Österreich toe als beschreven in SB2135 over werken of wonen buiten het grondgebied van de Europese Unie. 

Grondslag

artikel 11, lid 4 en artikel 12 Vo. 883/2004

Wijzigingsbesluit Beleidsregels SVB april 2024

Wet- en regelgeving

Naar boven