Onderwerp: Bezoek-historie

Add-on geneesmiddelen en ozp-stollingsfactoren 2018 - CI/17/62c

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Aan het bestuur van

algemene ziekenhuizen (010);

categorale ziekenhuizen (011);

academische ziekenhuizen (020);

revalidatiecentra (100);

zelfstandige behandelcentra (291);

huisartsenlaboratoria (380);

instellingen voor geriatrische revalidatiezorg;

NVZ, NFU, ZN, ZKN, FMS, NVZA, Actiz, RN

Zorgverzekeraars

Zorginstituut Nederland

VWS, directie GMT en directie CZ

CIBG

Z-Index

 

Behandeld door: Directie Regulering
Telefoonnummer: 088 770 8 770
E-mailadres: info@nza.nl   
Kenmerk: 0269972/0400770 CI/17/62c
Datum: 30 november 2017

                          

Geachte heer, mevrouw,

Met ingang van 1 januari 2018 is het voor alle zorgaanbieders van medisch-specialistische zorg verplicht om de indicatie op de factuur van add-ongeneesmiddelen en ozp-stollingsfactoren te vermelden en eindigt het ingroeimodel dat in 2017 van kracht was. Daarnaast vindt een aantal procesmatige wijzigingen plaats. Deze circulaire bevat informatie over deze wijzigingen. Concreet gaat het om de volgende onderwerpen:

  1. einde ingroeimodel;
  2. verandering opvragen zienswijze;
  3. nieuw aanvraagformulier;
  4. aanspraakstatus sluisgeneesmiddelen.

1. Einde van het ingroeimodel
Voor het jaar 2017 geldt een ingroeimodel voor het vermelden van de indicatie op de factuur van add-ongeneesmiddelen en ozp-stollingsfactoren.1 In deze periode kan gebruik worden gemaakt van ingroeimodelcodes in plaats van de daadwerkelijke indicatiecodes. Dit ingroeimodel en daarmee ook de tijdelijke ingroeimodelcodes, vervallen met ingang van 1 januari 2018. Vanaf 1 januari 2018 zijn zorgaanbieders verplicht om de in de G-standaard opgenomen indicatie waarvoor een add-ongeneesmiddel of ozp-stollingsfactor is verstrekt aan de patiënt op de factuur te vermelden, conform de vigerende regelgeving zoals opgenomen in de Beleidsregel prestaties en tarieven medisch-specialistische zorg en de Regeling medisch-specialistische zorg. Zorgaanbieders en zorgverzekeraars hebben grote inspanningen verricht om de declaratie via de nieuwe systematiek te kunnen laten verlopen.

Daarnaast hebben de Federatie voor Medisch Specialisten, Zorgverzekeraars Nederland en het CIBG inspanningen verricht ten aanzien van het overzicht van (verkorte) indicaties en de aanspraak­status. Net als in 2017, zal in 2018 door middel van periodiek overleg tussen de brancheorganisaties van betrokken partijen en de overheid, vinger aan de pols worden gehouden ten aanzien van de uitvoering van dit beleid.

2. Zienswijze
Op grond van de NZa regelgeving kunnen vertegenwoordigers van zorgaanbieders (NVZ, NFU, ZKN en Actiz) en zorgverzekeraars (ZN) en de registratiehouder (fabrikant) een schriftelijke zienswijze indienen over een aanvraag van een prestatie voor een add-ongeneesmiddel of ozp-stollingsfactor. Om een aantal vertragende factoren in deze procedure weg te nemen, wordt met ingang van 1 januari 2018 op de website van de NZa schematisch weergegeven welke aanvragen op dit moment door de NZa worden behandeld met daarbij de uiterste datum tot wanneer partijen hun zienswijze kunnen indienen bij de NZa. Vertegenwoordigers van zorgaanbieders en zorgverzekeraars zullen vanaf 2018 niet meer direct door de NZa op deze mogelijkheid worden gewezen. De registratiehouder (fabrikant) van het geneesmiddel waar de aanvraag betrekking op heeft, wordt nog wel actief door de NZa om een zienswijze gevraagd. Reden voor dit onderscheid is dat de registratiehouder van het geneesmiddel een steeds wisselende partij kan zijn, waarvan niet altijd kan worden verwacht dat deze op de hoogte is van dit beleid.

In geval van een aanvraag voor het intrekken van een prestatie, zal de NZa zowel vertegenwoordigers van zorgaanbieders en zorgverzekeraars als de registratiehouder actief om een zienswijze blijven vragen. Hiervoor wordt daarom geen termijn opgenomen in het schema op de website.

Het indienen van een zienswijze gebeurt per e-mail, conform het huidige beleid. Op de website van de NZa vindt u de details voor de wijze van indiening.

3. Aanvraagformulier
Met ingang van 1 januari 2018 wordt het huidige ‘Word’ formulier voor aanvragen voor add-ongeneesmiddelen en ozp-stollingsfactoren vervangen door een online formulier. U kunt dit formulier online invullen (waarbij u de mogelijkheid heeft een formulier tussentijds te bewaren) en het formulier ook direct online indienen bij de NZa. Het is dus niet meer nodig om uw aanvraagformulier per e-mail aan de NZa te versturen. Op de website van de NZa vindt u een link naar de aanvraagformulieren.

4. Aanspraakstatus sluisgeneesmiddelen
Op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport informeren wij u hierbij ook over de aanspraakstatus van add-ongeneesmiddelen en ozp-stollingsfactoren die in de sluis zijn geplaatst.

Sinds 2015 worden nieuwe behandelingen met intramurale geneesmiddelen die een hoog financieel risico vormen in de zogenoemde pakketsluis geplaatst. Door plaatsing in de sluis is behandeling met dat geneesmiddel (voor één of meerdere indicaties) uitgesloten van het basispakket.

Dit gebeurt door verstrekking van het geneesmiddel als uitzondering op het basispakket te vermelden op artikel 2.1 van de Regeling Zorgverzekering. Nadat het nieuwe intramurale geneesmiddel in de 'sluis' is geplaatst kunnen procedures doorlopen worden voor advisering door het Zorginstituut, voor het initiëren van maatregelen voor gepast gebruik en voor het treffen van maatregelen ter verlaging van de kosten, in het bijzonder door middel van een financieel arrangement.

Voor de periode dat het middel in de sluis is geplaatst, is het uitgesloten van het basispakket. Van iedere indicatie van een add-ongeneesmiddel is in de G-standaard de aanspraakstatus opgenomen. Gedurende de periode dat (alle of bepaalde) indicaties van een geneesmiddel in de sluis zitten, staat in de G-standaard de aanspraakcode op NEE.

Er is één situatie waarin in de G-standaard de aanspraakcode kan afwijken van de wettelijke aanspraak. Dit kan het geval zijn in de eerste maand dat geneesmiddelen in de G-standaard opgenomen staan als add-ongeneesmiddel. In de eerste maand zijn aan add-ongeneesmiddelen om technische redenen nog geen indicaties gekoppeld. In plaats daarvan kan de eerste maand de dummycode 9999998 gebruikt worden. Deze dummycode is standaard voorzien van de aanspraakcode JA. In het geval van behandelingen die in de sluis geplaatst zijn, wijkt de aanspraakcode in de G-standaard daardoor in de eerste maand af van de wettelijke aanspraak. De wettelijke aanspraak is leidend.

Vragen over het proces en aanspraak sluismiddelen kunt u mailen naar: financielearrangementen@minvws.nl.

Voor verdere vragen over de punten 1 t/m 3 kunt u terecht bij ons het Informatie- en Contactcentrum. Het Informatie- en Contactcentrum is op werkdagen telefonisch bereikbaar van 09.00 tot 17.00 uur op telefoonnummer 088 770 8 770. U kunt uw vragen ook per e-mail stellen via info@nza.nl.

 

Met vriendelijke groet,
Nederlandse Zorgautoriteit

 

M. Commandeur MSc
waarnemend unitmanager Tweedelijns Somatische Zorg

Naar boven