Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0646/GB, 22 mei 2003, beroep
Uitspraakdatum:22-05-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/646/GB

Betreft: [klager] datum: 22 mei 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 11 maart 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1971], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 26 februari 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Nieuw Vosseveld I te Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 12 augustus 2002 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Nieuw Vosseveld II te Vught. Op 27 februari 2003 is hij geplaatst in de gevangenis Nieuw Vosseveld I, waar een regime van algehelegemeenschap geldt.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van twee jaar met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 6 december 2002. Aansluitend dient hij een gevangenisstraf van drie jaar met aftrek te ondergaan. Dewettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 7 mei 2006. Aansluitend dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van 20 dagen te ondergaan.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager is het niet eens met de beslissing van de selectiefunctionaris omdat zijn bezoek vanuit de provincies Overijssel en Gelderland komt. Het ligt het meest voor de hand om klager in Zutphen te plaatsen. Vrienden van klager, dieklagers vrouw die van Bulgaarse afkomst is opvangen, wonen in Zutphen. Dit is voor klagers vrouw een logeeradres en op deze manier kan klager met regelmaat bezoek van zijn vrouw ontvangen, hetgeen van belang is om de relatie telaten voortbestaan. Financieel is het voor klagers vrouw en vrienden niet mogelijk om klager regelmatig in Vught te bezoeken. Voorts zou klager een opleiding tot automonteur kunnen volgen in Zutphen. De selectiefunctionaris heeftgeen rekening gehouden met de jurisprudentie terzake van artikel 15 van de Penitentiaire beginselenwet (CRS 16 augustus 2000, 00/945). Bij de beslissing tot plaatsing in een bepaalde inrichting dient de selectiefunctionaris eenoptimale capaciteitsbenutting van de beschikbare celruimte ondergeschikt te maken aan het zwaarwegende belang van de gedetineerde bij plaatsing binnen de eigen regio. Klager woont sinds zijn achttiende levensjaar in de provinciesOverijssel en Gelderland. Zijn laatste woonadres was te Enschede.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is na te zijn besproken in de selectieadvies commissie geselecteerd voor de gevangenis te Vught. In bezwaar heeft klager aangevoerd dat hij graag naar Zutphen wil vanwege de opleidingsmogelijkheden en vanwege het bezoek vanzijn vrouw die thans in Bulgarije verblijft. In de aangevoerde argumenten werd onvoldoende grond gezien om de beslissing te herzien. In beroep wordt door klager ten eerste het bezoekargument aangevoerd. Niet ingezien wordt datklager om die reden in Zutphen geplaatst zou moeten worden. Uit het selectievoorstel blijkt dat hij geen bezoek ontvangt omdat zijn vrouw in Bulgarije verblijft. Daarnaast is het hoogst onzeker of, en zo ja wanneer, zijn vrouw naarNederland komt. Mocht ze in Doetinchem – de beroepscommissie leest hiervoor in plaats Zutphen - kunnen logeren dan kan ze in redelijkheid in Vught op bezoek komen. De afstand wordt niet onredelijk lang geacht. Het tweede argument dewens om de automonteuropleiding te volgen, lijkt van opportunistische aard te zijn. Deze voorkeur werd in het selectievoorstel noch in het bezwaarschrift concreet aangegeven. In het selectievoorstel werd vermeld dat klagervoornemens is een MI-traject te volgen, dat gericht is op het behalen van een boekhouddiploma. Het opleidingsargument wordt niet voldoende geacht om alsnog te beslissen om klager in Zutphen te plaatsen. Het lijkt redelijk dat klagerin de gevangenis te Vught eerst gaat inventariseren met bijvoorbeeld de afdeling onderwijs of de ITB-er wat zijn (on)mogelijkheden zijn. De gevangenis te Vught heeft voldoende mogelijkheden om een MI-traject uit te zetten en aan tegeven langs welke weg dat traject uitgevoerd kan worden. Indien daarvoor plaatsing in Zutphen noodzakelijk is, kan daartoe alsnog worden besloten. Gezien de geringe capaciteit van de gevangenis Zutphen in relatie tot de langewachtlijst, kan slechts in bijzondere gevallen tot plaatsing worden overgegaan. Die bijzondere omstandigheden worden in casu niet gezien. Het beroep van klager om in de eigen regio geplaatst te worden dient evenmin totgegrondverklaring te leiden. Uit de beschikbare gegevens blijkt niet dat klager uit de door hem genoemde regio afkomstig is dan wel dat hij daar langdurig domicilie gekozen heeft. Volgens de registratiekaart staat hij ingeschrevenin de gemeente Reuver. Voorts is klager ingesloten ten behoeve van het parket Maastricht.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Nieuw Vosseveld I is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd met de wet en kan, bij afweging vanalle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 22 mei 2003

secretaris voorzitter

Naar boven