Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. Zorgaanbieder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verleent, als bedoeld in artikel 1 eerste lid, onderdeel c van de Wet marktordening gezondheidszorg.
Waar in deze regeling wordt gesproken van zorgaanbieder wordt tevens gedoeld op degene die een administratie voert als bedoeld in artikel 44, van de Wmg.
b. Retrospectief: de gemiddelde gerealiseerde wachttijd van de laatste twee maanden.
c. Aanmeldingswachttijd: het aantal weken tussen het moment dat een cliënt of verwijzer een eerste afspraak maakt bij een zorgaanbieder voor een intakegesprek, tot het moment dat de cliënt hiervoor bij de zorgaanbieder terecht kan. De aanmeldingswachttijd wordt retrospectief berekend.
d. Behandelingswachttijd: het aantal weken tussen de eerste intake en de start van de behandeling. De behandelingswachttijd wordt retrospectief berekend.
e.Vestigingslocatie: locatie waar geestelijke gezondheidszorg wordt geleverd.
f. Gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg: geneeskundige geestelijke gezondheidszorg als omschreven bij of krachtens de Zvw, behalve de generalistische basis-ggz en acute psychiatrische hulpverlening. Dit omvat behandeling al dan niet gepaard met verblijf.
g. Generalistische basis-ggz: geneeskundige geestelijke gezondheidszorg als omschreven bij of krachtens de Zvw, niet zijnde gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg.
h. Hoofddiagnosegroep: De 14 hoofddiagnosegroepen van de dbc-productstructuur, die zijn gebaseerd op de DSM-IV diagnosetyperingen; aandachtstekort-en gedrag, pervasief, overige stoornissen in de kindertijd, delirium dementie en overig, alcohol, overige aan een middel gebonden stoornissen, schizofrenie, depressie, bipolair en overig, angst, restgroep diagnoses, persoonlijkheid, somatoforme stoornissen en eetstoornissen. Wanneer in deze regeling verwezen wordt naar de hoofddiagnosegroep wordt de gestelde werkdiagnose bedoeld.
i. Treeknorm: de maximaal aanvaardbare wachttijd waarbinnen de cliënt zorg moet kunnen krijgen, zoals afgesproken door veldpartijen in het Treekoverleg. Het is de verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraar deze tijdigheidsnorm te borgen voor zijn verzekerden1.
j. Kwaliteitsstatuut: het statuut opgesteld door de zorgaanbieder. Dit moet voldoen aan het model kwaliteitsstatuut ggz, dat geregistreerd is in het openbare Register van het Kwaliteitsinstituut2.
k. Het format: het format dat door het veld, aan de hand van het model kwaliteitsstatuut ggz, is ontwikkeld en overeengekomen 3 . Het doel van dit format is de zorgaanbieder een structuur te geven die hij/zij nader uitwerkt tot een overzichtelijk en allesomvattend kwaliteitsstatuut, dat in lijn is met het model kwaliteitsstatuut ggz.
l. Kwaliteitsinstituut: het instituut, als onderdeel van Zorginstituut Nederland, dat zich richt op het verbeteren van de kwaliteit van de gezondheidszorg in Nederland.
m. Plaatsen op de website: de informatie kan zowel zelfstandig op de website staan als op de website geplaatst zijn in een los document.
n. Schriftelijk: zowel op papier als digitaal, bijvoorbeeld via e-mail of een brochure.
o. Acute psychiatrische hulpverlening: hulpverlening die deel uitmaakt van de gespecialiseerde ggz en welke gericht is op personen in een crisissituatie waarvan het vermoeden bestaat dat zij een acute psychiatrische stoornis hebben. De zorg wordt geleverd conform de generieke module acute psychiatrie.
TOELICHTING
Om een (potentiële) cliënt of een verwijzer goed inzicht te geven in wat hij / zij kan verwachten en om een weloverwogen keuze te kunnen maken voor een zorgaanbieder is informatie nodig. Om ervoor te zorgen dat de informatie transparant en zo eenduidig mogelijk openbaar wordt gemaakt is onderliggende transparantieregeling voor zorgaanbieders in de ggz ontwikkeld. Daarnaast is en blijft de ‘algemene’ beleidsregel “Transparantie zorgaanbieders” ook van toepassing op ggz zorgaanbieders. Hierin zijn bijvoorbeeld verplichtingen opgenomen over het informeren van (potentiële) cliënten over (mogelijke) eigen betalingen.
In onderliggende regeling zijn de verplichtingen opgenomen over de informatie die de website van een zorgaanbieder in de ggz minimaal moet bevatten. Dit betreft (1) de verplichting tot het publiceren van de wachttijden en (2) de verplichting tot het publiceren van het kwaliteitsstatuut. Daarnaast bevat deze regeling de verplichting tot het aanleveren van de wachttijdgegevens.
Hieronder volgt een korte toelichting over de totstandkoming van de verplichtingen en daarna volgt een artikelsgewijze toelichting.
(1) Achtergrondinformatie publiceren van wachttijden
Vanaf 2010 zijn zorgaanbieders binnen de ambulante gespecialiseerde ggz verplicht wachttijden op hun website te plaatsen. Deze regeling is destijds tot stand gekomen op basis van definities en afspraken gemaakt in de ‘Werkgroep Wachttijden’, waarin GGZ Nederland, LPGGZ (tegenwoordig MIND), VWS, RIVM, ZN, NVZ, NFU, OMS en NZa vertegenwoordigd waren. Het hoofddoel van deze verplichting is de beschikbaarheid van keuze-informatie voor de cliënt en de verwijzer. Als iedere zorgaanbieder de wachttijden op eenzelfde wijze berekent en publiceert, zijn deze transparant en onderling vergelijkbaar voor de cliënt. Alle zorgaanbieders in de ggz (basis ggz en gespecialiseerde ggz en zowel intramuraal als extramuraal) moeten hun wachttijden publiceren, zodat de cliënt, ongeacht waar hij/zij geestelijke gezondheidszorg zal ontvangen, inzicht heeft in de wachttijden. Naast informatie over de wachttijden moet de zorgaanbieder ook verplicht algemene informatie, ter aanvulling op de keuze-informatie voor de cliënt en verwijzer, op zijn website te plaatsen.
(2) Achtergrondinformatie publiceren van het kwaliteitsstatuut
In het in 2015 gepubliceerde rapport van de commissie ‘Hoofdbehandelaarschap GGZ’ 5is o.a. het advies uitgebracht de verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden van de regiebehandelaar en mede-behandelaren vast te leggen in een kwaliteitsstatuut. Dit statuut fungeert als kwaliteitseis op basis waarvan zorgverzekeraars kwalitatief verantwoorde ggz kunnen inkopen. Ook kunnen zorgaanbieders hierin laten zien hoe zij de zorg voor hun cliënten hebben georganiseerd en zijn daarop ook aanspreekbaar.
Het hebben, registreren en naleven van het kwaliteitsstatuut is vanaf 1 januari 2017 een wettelijke verplichting. Per 1 januari 2017 moeten alle aanbieders in de ggz 6 op basis van het model een eigen kwaliteitsstatuut hebben opgesteld en zijn geregistreerd bij het Kwaliteitsinstituut. Deze verplichting vloeit voort uit artikel 2 van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). In dit artikel is bepaald dat de zorgaanbieder goede zorg aan moet bieden, dat onder andere inhoudt dat de zorg moet voldoen aan de professionele standaard opgenomen in het openbare Register op www.zorginzicht.nl en de transparantiekalender van het Zorginstituut 7 . In het openbare Register is hiervoor het model kwaliteitsstatuut opgenomen, dat door veldpartijen is ontwikkeld en overeengekomen. Daarnaast zijn door het veld formats ontwikkeld die nader ingevuld worden door de zorgaanbieder om zo tot een gedegen en inzichtelijk kwaliteitsstatuut te komen, dat in lijn is met het model kwaliteitsstatuut. Het model en de formats zijn overeengekomen door de veldpartijen en vormen de veldnorm waaraan ieder kwaliteitsstatuut moet voldoen.
De verplichting tot het publiceren van het kwaliteitsstatuut, zoals volgt uit deze regeling, is bedoeld om voor eenieder inzichtelijk te maken wat er in het kwaliteitsstatuut staat. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het verschaffen van duidelijkheid over waarop de partijen en in de eerste plaats de (potentiële) cliënten bij de zorgverlening mogen rekenen.
(3) Achtergrond informatie aanleververplichting
De NZa vindt het belangrijk dat er wachttijdinformatie beschikbaar is. Dit is in de allereerste plaats belangrijk voor de patiënt en de verwijzer. Maar ook is het belangrijk om over deze informatie te beschikken om de wachttijden te kunnen monitoren en eventuele knelpunten tijdig te signaleren. Daarom is in 2017 aan de onderliggende regeling toegevoegd dat zorgaanbieders verplicht zijn om wachttijdgegevens aan te leveren.
Artikelsgewijs
Artikel 1
Definities rondom wachttijden
Bij de wachttijdpublicatie wordt onderscheid gemaakt tussen aanmeldings-wachttijd en behandelingswachttijd. De aanmeldingswachttijd is de wachttijd van het moment dat de cliënt contact opneemt met de zorgaanbieder voor een eerste afspraak en de datum dat de intake plaatsvindt. Deze wachttijd wordt retrospectief berekend (een gemiddelde van de afgelopen twee maanden). De behandelingswachttijd is de wachttijd vanaf het moment van de eerste intake tot aan de start van de behandeling. Dit is voor alle behandelingen van de zorgaanbieder een gemiddelde van de afgelopen twee maanden en wordt dus ook retrospectief berekend.
Hierbij is van belang dat in deze regeling met hoofddiagnosegroep van de cliënt de gestelde werkdiagnose wordt bedoeld. Reden voor deze nuancering is dat gedurende het zorgtraject de diagnose van de cliënt bijgesteld kan worden. Zie hiervoor ook de toelichting bij artikel 4.
De daadwerkelijk gerealiseerde wachttijd kan voor een individuele cliënt anders uitpakken dan gepubliceerd. Er kunnen zich gebeurtenissen of omstandigheden voordoen die de wachttijd doen oplopen of verminderen. De gepubliceerde wachttijd is dan ook niet meer dan een zo realistisch mogelijke indicatie voor de cliënt hoe lang hij naar verwachting op de intake of behandeling zal moeten wachten.
Definities rondom het kwaliteitsstatuut
Door middel van het kwaliteitsstatuut wordt bewerkstelligt dat een zorgaanbieder de juiste hulp, op de juiste plaats en door de juiste zorgprofessional, binnen een professioneel en kwalitatief verantwoord netwerk, levert. Onder andere het hele proces van verwijzing, aanmelding, intake, diagnostiek, behandeling, afsluiting en nazorg voor de individuele cliënt wordt hierin beschreven. De zorgaanbieder bevordert hiermee gepaste zorg.
In het openbare databestand van het Kwaliteitsinstituut wordt per 1 januari 2017 de status van het kwaliteitsstatuut van de zorgaanbieder weergegeven (aanwezig of niet aanwezig). Voor registratie in het openbare databestand van het Kwaliteitsinstituut levert de zorgaanbieder het document aan bij een derde partij volgens een vastgesteld format. Op deze manier wordt de kwaliteit en eenduidigheid van de inhoud geborgd. Er is een format voor vrijgevestigden en een format voor instellingen. Beide formats zijn bij de kwaliteitsstandaard opgenomen en te vinden via www.zorginzicht.nl .
Artikel 2
Het doel van deze regeling is dat alle zorgaanbieders in de geestelijke gezondheidszorg de (potentiële) cliënt op een heldere en transparante wijze informeren over wat zij kunnen en mogen verwachten van de zorgaanbieder. Dit geeft niet alleen duidelijkheid voor de cliënt, maar kan ook helpen bij de keuze voor een zorgaanbieder.
Artikel 3
Alle zorgaanbieders die geneeskundige geestelijke gezondheidszorg leveren onder de Zorgverzekeringswet moeten er voor zorgen dat zij voldoen aan de verplichtingen uit deze regeling. De verplichtingen gelden dus voor alle zorgaanbieders die gespecialiseerde ggz en/of basis ggz leveren, zowel ambulant als intramuraal.
- Zorgaanbieders die enkel crisis ggz leveren zijn uitgezonderd van de verplichting tot het publiceren van de wachttijden, zoals omschreven in artikel 4. Reden hiervoor is dat het bij crisis ggz gaat om opname/behandeling op zeer korte termijn en hier dus geen sprake zal zijn van een wachttijd zoals bedoeld in deze regeling.
- Om de continuïteit van behandelen te borgen, voor de doelgroep die gedurende zijn/haar behandeling 18 jaar wordt en daarmee van de Jeugdwet wordt overgedragen naar de Zorgverzekeringswet, is door het veld de overgangsregeling 18-/18+ overeengekomen. Zorgaanbieders die volgens deze regeling zijn uitgezonderd van het hebben van een kwaliteitsstatuut kunnen deze logischerwijs niet publiceren en zijn dan ook uitgezonderd van de verplichting als bedoeld in artikel 7.
Artikel 4
Lid 1
De aanmeldingswachttijd en de behandelingswachttijd moeten per vestigingslocatie en (voor de gespecialiseerde ggz) per hoofddiagnosegroep worden vermeld. Op het moment dat de locaties zich binnen één gemeente bevinden (of dichter dan 10km van elkaar bevinden), mogen de locaties ook geclusterd worden. Wanneer de wachttijden niet verschillen per hoofddiagnosegroep, kan volstaan worden met het vermelden van de algemene aanmeld- en behandelwachttijd.
In de generalistische basis-ggz wordt niet gewerkt met hoofddiagnosegroepen, zij hoeven dan ook niet de wachttijden hiernaar uit te splitsen.
De wijze waarop de wachttijdinformatie wordt vormgegeven, is vrij voor de zorgaanbieder. Dit kan bijvoorbeeld in een tabel of schema, zolang alle verplichte elementen uit deze regeling worden gepubliceerd. De zorgaanbieder is ook vrij om meer uitleg of informatie over de wachttijden te publiceren.
De regeling sluit niet uit dat een zorgaanbieder de wachttijdinformatie niet publiceert op de eigen website, maar op die van een andere organisatie, bijvoorbeeld op de website van een organisatie waarbij de zorgaanbieder is aangesloten. De zorgaanbieder moet in zo’n geval op de eigen website vermelden dat de informatie over de wachttijden op de site van die andere organisatie te vinden is, bijvoorbeeld door het opnemen van een link. Ook de via een andere website gepubliceerde wachttijdinformatie moet aan deze regeling voldoen. De zorgaanbieder blijft daarvoor zelf verantwoordelijk.
Lid 2
Indien de aanmeldings- en/of behandelingswachttijd afhankelijk is van waar de cliënt verzekerd is, dan moet dit worden vermeld. De situatie kan zich voordoen dat een cliënt van zorgverzekeraar X langer moet wachten dan een cliënt van zorgverzekeraar Y. Dit kan bijvoorbeeld komen doordat het omzetplafond voor die zorgverzekeraar is bereikt. Een zorgaanbieder heeft veelal met meerdere zorgverzekeraars contractafspraken gemaakt. Als de wachttijd voor cliënten van een bepaalde zorgverzekeraar minimaal één week verschilt met de wachttijd voor cliënten van de andere zorgverzekeraars waarmee de zorgaanbieder een contract heeft dan moet dit vermeld worden op de website. Ook als de zorgaanbieder geen cliënten van bepaalde zorgverzekeraars (meer) aanneemt moet dit worden vermeld.
Lid 6
Wachttijdinformatie moet aan de cliënt kenbaar gemaakt worden. Dit geldt ook als deze informatie wel op de website staat maar de cliënt de zorgaanbieder daar om verzoekt. Dit kan zich bijvoorbeeld voor doen wanneer de cliënt of verwijzer geen toegang heeft tot internet. Wanneer de zorgaanbieder geen website heeft dan wordt de wachttijdinformatie, zoals beschreven in dit artikel, mondeling of schriftelijk verstrekt.
Artikel 5
De NZa zal de wachttijden in de ggz nauwlettend blijven monitoren. Zij is bekend met het initiatief van het Landelijk Platform GGz om een keuzewebsite voor de geestelijke gezondheidszorg te ontwikkelen, met daarop onder andere informatie over wachttijden. Teneinde dubbele administratieve lasten voor zorgaanbieders zoveel mogelijk te vermijden maakt zij het mogelijk dat zorgaanbieders aan hun aanleverplicht kunnen voldoen door de wachttijdgegevens aan Vektis aan te leveren.
Vektis levert deze informatie vervolgens door aan de NZa, waardoor de NZa in staat wordt gesteld haar monitoringstaak goed uit te voeren.
Artikel 6
De zorgaanbieder plaatst zijn kwaliteitsstatuut op zijn website. Om ervoor te zorgen dat iedere zorgaanbieder dezelfde inhoudelijke punten toelicht in zijn/haar kwaliteitsstatuut zijn veldpartijen, naast het model kwaliteitsstatuut ggz, twee formats overeengekomen (een format voor vrijgevestigden en een format voor instellingen). Zowel het model kwaliteitsstatuut als beide formats zijn als kwaliteitsstandaard opgenomen in het openbare register van het Kwaliteitsinstituut (als onderdeel van het Zorginstituut) en zijn op de website www.zorginzicht.nl gepubliceerd. Voordat het Kwaliteitsinstituut in haar openbare databestand registreert of een zorgaanbieder beschikt over een kwaliteitsstatuut, wordt het kwaliteitsstatuut, conform het format, aangeleverd bij een derde partij. Doordat iedere zorgaanbieder deze route dient te bewandelen, wordt transparantie en consistentie in de inhoud van de kwaliteitsstatuten geborgd. Als iedere zorgaanbieder zijn/haar kwaliteitsstatuut inhoudelijk op dezelfde wijze, (d.w.z. conform het format) opstelt, dan komt dit de doeltreffendheid, juistheid, inzichtelijkheid en vergelijkbaarheid van de kwaliteitsstatuten ten goede en kan dit bijdragen aan de keuze-informatie voor de (potentiële) cliënt.
Het kwaliteitsstatuut moet aan een ieder kenbaar gemaakt worden. Dit geldt ook als het kwaliteitsstatuut wel op de website staat maar de cliënt of eenieder de zorgaanbieder daar om verzoekt. Dit kan zich bijvoorbeeld voor doen wanneer de cliënt geen toegang heeft tot internet. De zorgaanbieder verstrekt zijn kwaliteitsstatuut dan schriftelijk, bijvoorbeeld in de vorm van een brochure. Het zelfde geldt als de zorgaanbieder geen website heeft. Ook dan wordt desgevraagd het kwaliteitsstatuut schriftelijk verstrekt.
Artikel 7
De zorgaanbieder is verplicht om op de website waar de wachttijden gepubliceerd worden, te vermelden dat de cliënt contact op kan nemen met de zorgaanbieder, of de zorgverzekeraar kan vragen om wachtlijstbemiddeling. Wachtlijstbemiddeling is een taak van de zorgverzekeraar waar cliënten niet altijd van op de hoogte zijn.
De tekst die de zorgaanbieder moet plaatsen op de website is opgenomen in lid 1 van dit artikel. Hierin wordt ook verwezen naar de treeknormen in de ggz. Om voor de cliënt te kunnen afwegen of een wachttijd kort of lang is, moet er een ijkpunt zijn van wat aanvaardbaar is. Hiervoor zijn in de ggz de treeknormen opgesteld. Dit is een tijdigheidsnorm voor zorgverzekeraars waarbinnen de cliënten hun zorg moeten krijgen. Cliënten kunnen zelf kiezen om langer te wachten wanneer zij naar een specifieke aanbieder willen, maar de verzekeraars zijn verplicht de cliënt de mogelijkheid te bieden binnen de treeknorm zorg te krijgen. Het publiceren van de informatie over de treeknormen en wachtlijstbemiddeling draagt bij aan de keuze-informatie van de cliënt. Hiermee kan de cliënt de gepubliceerde wachttijden beter op waarde schatten.