Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0478/GB, 22 april 2003, beroep
Uitspraakdatum:22-04-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/478/GB

Betreft: [klager] datum: 22 april 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 27 februari 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1971], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 februari 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis Norgerhaven te Veenhuizen afgewezen.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 27 november 2000 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Demersluis te Amsterdam. Op 4 maart 2002 is hij overgeplaatst in de het huis van bewaring Zuyder Bos te Heerhugowaard en op 20 augustus2002 is hij geplaatst in de gevangenis Zuyder Bos, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van 9 jaar, met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 1 mei 2002. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 24 november 2006.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis Norgerhaven als volgt toegelicht.
Klager is het niet eens met het zogenaamde beleid dat een gedetineerde pas na 18 maanden verblijf in een gevangenis in aanmerking zou komen voor overplaatsing. Klager is van mening dat dat na 12 maanden het geval is. Klager heeftgroot belang bij overplaatsing. In Norgerhaven kan hij een vakopleiding volgen in de bouwsector, bijvoorbeeld een opleiding tot timmerman heeft zijn voorkeur. Binnen de inrichting, waar klager thans verblijft, is dat niet mogelijk.Klager is goed gemotiveerd om te werken aan een goede resocialisatie en vertoont zeer goed gedrag. Klager is van mening dat hij zeker in aanmerking dient te komen voor een zo spoedig mogelijke overplaatsing naar Norgerhaven.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
De selectie advies commissie is tot het advies gekomen om niet af te wijken van het gehanteerde beleid dat iemand eerst na achttien maanden verblijf in een gevangenis voor overplaatsing in aanmerking komt, tenzij bijzondereomstandigheden aanleiding geven om van dit beleid af te wijken. In het verzoek en het beroep van klager, die op eigen verzoek in de gevangenis Zuyder Bos is geplaatst, staan geen bijzondere omstandigheden die tot overplaatsingnopen. Klager geeft aan dat hij in Norgerhaven een opleiding wil volgen. Als voorbeeld noemt hij een opleiding in de bouwsector als timmerman. In de inrichting van verblijf dient eerst onderzocht te worden of klager geschikt is omde opleiding te kunnen volgen. Ook een meer gerichte beroepentest lijkt wenselijk nu klager nog niet precies weet welke opleiding hij wil gaan volgen. In p.i. Noord Holland Noord, waar klager thans verblijft, worden veelgedetineerden geplaatst in een traject gericht op het volgen van een (vak)opleiding. Uit de rapportage blijkt niet of dit met klager al is besproken.

4. De beoordeling
Door klager zijn geen bijzondere redenen aangevoerd die een overplaatsing van klager indiceren. Klager heeft weliswaar aangegeven dat hij een vakopleiding wil volgen maar niet is gebleken welke specifieke opleiding hij wil gaanvolgen en evenmin of hij voor het volgen van een dergelijke opleiding geschikt is. De beroepscommissie is derhalve van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijdis met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 22 april 2003

secretaris voorzitter

Naar boven