Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0174/GB, 25 april 2003, beroep
Uitspraakdatum:25-04-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/174/GB

Betreft: [klager] datum: 25 april 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 14 januari 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1982], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 3 januari 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te over te plaatsen naar de afdeling voor psychologisch onvolwassenen (JOVO) Overmaze (h.v.b.) te Maastricht ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 20 september 2002 gedetineerd. Hij verblijft als preventief
gehechte in de locatie Leuvense Poort (h.v.b.) te Den Bosch waar hij eerst in een sober regime verbleef en thans in een standaard regime verblijft. Vanuit dit h.v.b. is hij geherselecteerd voor de JOVO Overmaze. Deze overplaatsingwas ten tijde van het instellen van het beroep nog niet gerealiseerd.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht. Klager is niet meer preventief gehecht voor het arrondissementparket Maastricht. Hij heeft hoger beroep aangetekend enis thans preventief gehecht voor het ressortsparket Den Bosch. Om die reden dient hij ingesloten te worden in Den Bosch. Klager prefereert te blijven in Den Bosch of eventueel overgeplaatst te worden naar het h.v.b. te Breda ofplaatsing in het nieuwe sober plus regime te Den Bosch. Op deze manier hoopt hij dat hij zijn bezoek kan blijven ontvangen. Klager wil een zo normaal mogelijke detentieperiode tegemoet kunnen zien.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Er is een selectievoorstel uitgebracht omdat klagers verblijfstermijn van 60 dagen in het sober regime is verstreken op 2 december 2002. Volgens de indicatiestelling is klager JOVO-kandidaat in verband met zijn leeftijd van 20 jaaren hij ‘scoort’ op tekortkomingen A (sociale contacten) en C (first offender). Klagers bezwaarschrift is ongegrond verklaard omdat klager op dat moment preventief was ingesloten voor het arrondissementsparket Maastricht en hij inprincipe in dat arrondissement ingesloten moet worden. Klagers bezwaarschrift geeft aan dat hij in Breda geplaatst wil worden vanwege bezoek van zijn familie. Dit is geen bijzondere omstandigheid en bezoekproblemen zijn nu eenmaalinherent aan een detentiesituatie.

4. De beoordeling
4.1. Volgens artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van
gedetineerden worden in inrichtingen of afdelingen voor bijzondere opvang van
psychologisch onvolwassenen onder meer gedetineerden geplaatst die ouder zijn
dan 17 jaar en die zich door hun gedrag kenmerken als psychologisch
onvolwassenen. Uit het handboek voor de bijzondere opvang van psychologisch
onvolwassen mannen binnen het gevangeniswezen, Ministerie van Justitie,
Dienst Justitiële Inrichtingen, augustus 2001, kan worden afgeleid dat
psychologische onvolwassenheid zich in algemene zin kenmerkt door een gebrek
aan vaardigheden die noodzakelijk zijn voor een goede persoonlijke
ontwikkeling.
Daarbij komt dat gedetineerden in de leeftijd van 16 tot (indicatief) 24 jaar zich
in het algemeen in een relatief kwetsbare periode van hun ontwikkeling
bevinden.
Om te bepalen of een gedetineerde is gebaat bij plaatsing in een inrichting voor
psychologisch onvolwassenen vindt indicatiestelling plaats.

De beroepscommissie stelt vast dat klager, gelet op de tekst van artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden aanhef en onder b., qua leeftijd valt onder de categorie gedetineerden die in eenJOVO-inrichting kunnen worden geplaatst.
Voorts is uit klagers indicatiestelling gebleken dat hij een tekortkoming heeft
voor wat betreft sociale contacten en dat hij first offender is. Dit maakt dat hij
eveneens voldoet aan het tweede criterium van artikel 16 van de Regeling.

4.2. Aan de beslissing van de selectiefunctionaris op klagers bezwaarschrift ligt
tevens ten grondslag dat klager in beginsel gedetineerd dient te zijn in het arrondissement waar zijn voorlopige hechtenis is bevolen. Klager is echter thans niet meer preventief gehecht voor het arrondissement Maastricht maar inverband met zijn ingestelde hoger beroep preventief gehecht voor het ressort Den Bosch en voorvermeld argument is inmiddels aan de beslissing van de selectiefunctionaris komen te ontvallen. Dit maakt dat de beroepscommissie vanoordeel is dat de onder 3.2 genoemde gronden onvoldoende zijn om de beslissing te dragen. Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemenbinnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming, nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing ongedaan zijn te maken.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 25 april 2003

secretaris voorzitter

Naar boven