Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/2558/GA, 13 maart 2003, beroep
Uitspraakdatum:13-03-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/2558/GA

betreft: [klager] datum: 13 maart 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 4 december 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 15 november 2002 van de beklagcommissie bij het huis van bewaring Demersluis te Amsterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 februari 2003, gehouden in de p.i. Haaglanden, locatie Zoetermeer te Zoetermeer, zijn gehoord klager en de unit-directeur dhr. [...].

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. de disciplinaire straf van veertien dagen opsluiting in een strafcel ingaande 19 september 2002 en de externe tenuitvoerlegging van die straf;
b. onnodig gebruik van geweld door het personeel jegens klager.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager was het niet eens met de beslissing tot oplegging van de disciplinaire straf en de externe tenuitvoerlegging van die straf. Er kwamen acht à tien mensen op zijn cel en die hebben hem met geweld in de handboeien gedaan en hemgeslagen. Klager heeft hiervoor harde bewijzen. Hij is geplaatst in de strafcel nummer 1 en in de strafcellen 2 en 3 zaten twee andere gedetineerden die momenteel nog steeds in Demersluis verblijven. Voorts was er een camerageplaatst. Klager is van mening dat de videobanden ingeleverd dienen te worden. Klager heeft verzocht om Amnesty International in te schakelen. Twee boventanden van klager zijn afgebroken. Klager wilde in Vught aangifte doen vanmishandeling. Hij heeft een afspraak gemaakt met de tandarts maar die beperkt zich tot het noodzakelijke. Klagers bovenste tanden zijn nu korter dan zijn onderste tanden. Klager heeft ter zitting zijn bovengebit getoond aan deberoepscommissie.

De voorzitter deelt mede dat hij niet waarneemt dat deze tanden afgebroken zijn.

De directeur is afzonderlijk gehoord en heeft zijn standpunt zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep als volgt toegelicht.
Klager is kwaad geworden toen hij teruggeplaatst werd van de strafcel naar de eigen cel en constateerde dat er geen tv op cel stond. Hem is gezegd dat hij, voordat hij een tv zou krijgen, eerst moest meewerken aan een intakegesprek.Klager heeft vervolgens bedreigingen geuit naar het personeel en het personeel uitgedaagd en heeft terzake een rapport gekregen. Klager heeft zich bij de plaatsing op de strafcel hevig verzet. Klager is door personeel vastgepaktomdat hij zich verzette en geboeid mee naar boven genomen. De directeur heeft geïnformeerd bij de medische dienst maar daar is niets bekend omtrent beschadigde tanden of blauwe plekken. De directeur zal het betreffende rapport enbeschikking d.d. 19 september 2002, die eerder aan klager zijn uitgereikt en hem bekend zijn, zo spoedig mogelijk aan de beroepscommissie doen toekomen.

Op 17 februari 2003 zijn het betreffende rapport en beschikking op het secretariaat van de Raad ontvangen.

3. De beoordeling
Ten aanzien van onderdeel a. overweegt de beroepscommissie dat uit de stukken en de behandeling ter beroepszitting is gebleken dat klager dreigementen naar personeel heeft geuit en zich hevig heeft verzet. De beroepscommissie is vanoordeel dat de beslissing van de directeur om klager bovenvermelde disciplinaire straf op te leggen en te bepalen dat deze straf buiten de inrichting zal worden tenuitvoergelegd niet als onredelijk of onbillijk kan wordenaangemerkt.
Ten aanzien van onderdeel b. overweegt de beroepscommissie dat zij zich voldoende voorgelicht acht en dat niet aannemelijk is geworden dat door geweldstoepassing door het personeel de tanden van klager zijn beschadigd en evenmin dater sprake is geweest van disproportioneel geweld.
De beroepscommissie zal derhalve het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen, met wijziging van gronden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met wijziging van gronden. Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, dr. J.P.S.Fiselier en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 13 maart 2003

secretaris voorzitter

Naar boven