Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/2052/TA, 9 januari 2003, beroep
Uitspraakdatum:09-01-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/2052/TA

betreft: [klager] datum: 9 januari 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een op 27 september 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 10 september 2002 van de alleensprekende beklagrechter bij de FPK Oldenkotte te Rekken (hierna: Oldenkotte), verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 november 2002, gehouden in de locatie Zwolle te Zwolle, zijn gehoord klager en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting mevrouw drs. [...], hoofd behandeling bij de voornoemdeinrichting. Bijzonder toegang tot de zitting werd verleend aan de heer [...], sociotherapeut bij voornoemde inrichting en mevrouw mr. [...], directiesecretaris bij die inrichting. Hiervan is het aangehechte verslag opgemaakt.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de aan klager opgelegde maatregel van afdelingsarrest, als bedoeld in artikel 33 Bvt, d.d. 26 juni 2002, alsmede de daaruit voorvloeiende later genomen beslissingen tot intrekking van zijn bewegingsvrijheid op hetachterterrein van de inrichting en tot intrekking van zijn verloven, wegens verstoring van de orde en rust in de inrichting.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag ten aanzien van alle onderdelen op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Op 4 juni 2002 is er een balansbespreking geweest. Afgesproken is toen dat klager van begeleide verloven naar onbegeleide verloven zou overgaan. Sindsdien heeft hij drie onbegeleide verloven genoten, de laatste op 20 juni 2002. Eenweek later, op 25 juni 2002, speelde het onderhavige voorval. Klager is om 12.00 uur en om 16.30 uur gehoord en heeft vervolgens een maatregel opgelegd gekregen.
Klager begrijpt de overwegingen van de beklagrechter niet. De artikelen waaraan de beklagrechter refereert zijn helemaal niet van toepassing in het onderhavige geval. Bij het opleggen van de onderhavige maatregel zijn bovendienjuridische fouten gemaakt. De betreffende beschikking had moeten worden ondertekend door het afdelingshoofd behandeling, maar is getekend door het afdelingshoofd milieu. Van de vereiste spoed was daarnaast geen sprake, omdat debeschikking eerst op 27 juni 2002 is opgemaakt en afgehandeld.
Op 9 juli 2002 is de maatregel opgeheven. Daarna werden er ineens nieuwe verlofafspraken gemaakt. Het afdelingshoofd heeft die beslissing genomen naar aanleiding van het onderhavige voorval. Klager is nog nooit in afzondering gezeten heeft dus nog nooit problemen gemaakt die de orde en de veiligheid in de inrichting in gevaar brachten. Hij heeft sinds 9 juli 2002 weliswaar zijn bewegingsvrijheid terug, maar mag nog steeds niet naar het achterterrein van deinrichting, terwijl dat heel belangrijk is voor klager. Klager heeft het gevoel dat hij op deze manier niet verder komt. Klager houdt zich aan de gemaakte afspraken. Door dit ene voorval is hij voor zijn gevoel weer terug bij af. Erzijn weer nieuwe afspraken gemaakt en onbegeleid verlof zit er voorlopig niet in.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Op 9 juli 2002 is de onderhavige maatregel opgeheven. Op 31 juli is er een extra bespreking met klager geweest en is er een plan opgesteld met nieuwe behandeldoelen. Klager zal doelgericht gaan werken aan zijn toekomst. Klagersvrijheden zijn niet ingetrokken maar wel is in het behandelplan opgenomen dat ‘pretverloven’ er voorlopig niet meer inzitten, althans aan voorwaarden zijn gebonden. Klagers vrijheden buiten de inrichting zijn niet opgeheven maarbeperkt.
Klager genoot bepaalde vrijheden inderdaad vijf jaar geleden wel. Inmiddels hebben er echter zoveel incidenten plaatsgevonden dat klagers verloven zijn heroverwogen. Om diezelfde reden is klager op enig moment teruggeplaatst van deresocialisatie- afdeling naar een plaats binnen de inrichting. Sporten kan klager indien gewenst ook binnen de inrichting doen, daarvoor hoeft hij niet naar buiten. De laatst gemaakte afspraak vòòr het onderhavige incident was dater minimaal twee weken geen incidenten zouden plaatsvinden. Dit was echt niet te veel gevraagd. Klager heeft zich echter slechts een week aan deze afspraak kunnen houden.

3. De beoordeling
Vast is komen te staan dat de maatregel waarvan beroep op 9 juli 2002 is opgeheven. Klagers beklag daartegen dateert van 7 augustus 2002. Reeds om die reden kon klager niet worden ontvangen in zijn beklag en dient de uitspraak vande beklagrechter in stand te blijven.

Voor zover het beklag zich richt tegen het feit dat, naar aanleiding van het onderhavige incident, na 9 juli 2002 in klagers behandelplan is opgenomen dat klager zich niet (onbegeleid) op het achterterrein van de Oldenkotte magbegeven en dat hij vooralsnog niet (meer) in aanmerking komt voor onbegeleide verloven, althans dat dergelijke verloven aan voorwaarden zijn verbonden, merkt de beroepscommissie op dat deze beslissingen klagers rechten niet verderbeperken dan in zijn behandelplan is voorzien, zodat geen sprake is van een beklagwaardige beperking van klagers bewegingsvrijheid als bedoeld in artikel 33 Bvt (beroepscommissie 22 juni 1998, C98/47). Deze beslissingen kunnenderhalve niet worden aangemerkt als beklagwaardige beslissingen als bedoeld in artikel 56 Bvt. Ook om die reden kon klager derhalve niet worden ontvangen in zijn beklag en dient de uitspraak van de beklagrechter in stand te blijven.

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan gezien het vorenstaande naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, drs. G.A.M. Mensing en mr. C.L. van den Puttelaar, leden, in tegenwoordigheid van mr. D.R. Kruithof, secretaris, op 9 januari 2003

secretaris voorzitter

nummer: 02/2052/TA

betreft : [...], verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 6 november 2002, gehouden in de locatie Zwolle te Zwolle.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. N. Jörg
leden: drs. G.A.M. Mensing en mr. C.L. van den Puttelaar.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. D.R. Kruithof.

Gehoord zijn klager en namens het hoofd van FPK Oldenkotte te Rekken, mevrouw drs. [...], hoofd behandeling bij die inrichting.

Door klager is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Op 4 juni 2002 is er een balansbespreking geweest. Afgesproken is toen dat klager van begeleide verloven naar onbegeleide verloven zou overgaan. Sindsdien heeft hij drie onbegeleide verloven genoten, de laatste op 20 juni 2002. Eenweek later, op 25 juni 2002, speelde het onderhavige voorval. Klager is om 12.00 uur en om 16.30 uur gehoord en heeft vervolgens een maatregel opgelegd gekregen.
Op 9 juli 2002 is de maatregel opgeheven. Daarna werden er ineens nieuwe verlofafspraken gemaakt. Het afdelingshoofd heeft die beslissing genomen naar aanleiding van het onderhavige voorval. Klager is nog nooit in afzondering gezeten heeft dus nog nooit problemen gemaakt die de orde en de veiligheid in de inrichting in gevaar brachten. Hij heeft sinds 9 juli 2002 weliswaar zijn bewegingsvrijheid terug, maar mag nog steeds niet naar het achterterrein van deinrichting, terwijl dat heel belangrijk is voor klager. Klager heeft het gevoel dat hij op deze manier niet verder komt. Klager houdt zich aan de gemaakte afspraken. Door dit ene voorval is hij voor zijn gevoel weer terug bij af. Erzijn weer nieuwe afspraken gemaakt en onbegeleid verlof zit er voorlopig niet in.

Namens het hoofd van genoemde inrichting is - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard.
Op 9 juli 2002 is de onderhavige maatregel opgeheven. Op 31 juli is er een extra bespreking met klager geweest en is er een plan opgesteld met nieuwe behandeldoelen. Klager zal doelgericht gaan werken aan zijn toekomst. Klagersvrijheden zijn niet ingetrokken maar wel is in het behandelplan opgenomen dat ‘pretverloven’ er voorlopig niet meer inzitten, althans aan voorwaarden zijn gebonden. Klagers vrijheden buiten de inrichting zijn niet opgeheven maarbeperkt.
Klager genoot bepaalde vrijheden inderdaad vijf jaar geleden wel. Inmiddels hebben er echter zoveel incidenten plaatsgevonden dat klagers verloven zijn heroverwogen. Om diezelfde reden is klager op enig moment teruggeplaatst van deresocialisatie- afdeling naar een plaats binnen de inrichting. Sporten kan klager indien gewenst ook binnen de inrichting doen, daarvoor hoeft hij niet naar buiten. De laatst gemaakte afspraak vòòr het onderhavige incident was dater minimaal twee weken geen incidenten zouden plaatsvinden. Dit was echt niet te veel gevraagd. Klager heeft zich echter slechts een week aan deze afspraak kunnen houden.

secretaris voorzitter

Naar boven