Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/2528/GA, 24 februari 2003, beroep
Uitspraakdatum:24-02-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/2528/GA

betreft: [klager] datum: 24 februari 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 28 november 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 21 november 2002 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Rijnmond, locatie Stadsgevangenis te Hoogvliet,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht en een nader beroepschrift van klagers raadsman d.d. 13 december 2002.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. G.V. van der Bom, advocaat te 's-Gravenhage, om het beroep schriftelijktoe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering van de directeur om toestemming te geven voor de invoer van een valkparkiet.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Indien klager zijn valkparkiet niet mag invoeren, krijgt hij een probleem met de onderbrenging van de vogel. Dit heeft mogelijk dierenleed tot gevolg. Klager wil de valkparkiet graag op zijn cel hebben.

De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie. Voorts heeft hij nog aangevoerd dat hij veel energie heeft gestoken in de behandeling van onderhavige klacht. Hij heeft gesprekken gevoerd met klager en eendierenwinkel bezocht. Voorts zijn alle tot de p.i. Rijnmond behorende locaties geraadpleegd met betrekking tot het door hen gevoerde beleid ten aanzien van de invoer van levende have in de inrichting. Ook in de andere locaties is deinvoer van een valkparkiet niet toegestaan. Dat laat overigens onverlet dat klager eerder een valkparkiet in de locatie Noordsingel heeft gehad. In dat geval was er sprake van illegaal bezit. Klager had eerst de huisregels moetenraadplegen alvorens de betreffende vogel ter invoer aan te bieden. Ook had hij inlichtingen kunnen inwinnen bij het personeel. Een valkparkiet heeft van kop tot staarteinde een lengte van 30 centimeter. Volgens de (inmiddelsaangepaste) huisregels mag een vogel met een maximale grootte van 20 cm worden ingevoerd. Met betrekking tot de vogelkooi geldt nog het volgende. De aanbevolen kooi moet (volgens de dierenwinkel) minimaal een afmeting hebben van 60tot 80 cm. hoogte en 50 tot 60 cm. breedte. Volgens het dierenboek wordt een kooi aanbevolen van 80x40x60 centimeter. Het is in de inrichting niet toegestaan vogelkooien van dergelijke afmeting in te voeren. Het verzoek omtoestemming voor de invoer van een valkparkiet is dus afgewezen omdat de vogel groter is dan de maximaal toegestane afmeting en omdat een leefbare kooi voor een dergelijke vogel ook te groot zou zijn.

3. De beoordeling
De vogel, waarvan om toestemming voor de invoer is verzocht, is groter dan de in artikel 4.5.1.1.c van de huisregels van de inrichting toegestane afmeting voor vogels die worden toegestaan op cel. Het beklag ziet daarom op een vooralle in de inrichting verblijvende gedetineerden geldende algemene regel. Tegen een dergelijke algemene regel staat geen beklag open. De uitspraak van de beklagrechter kan daarom niet in stand blijven en klager moet alsnogniet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beklag. De omstandigheid dat klager eerder in een andere inrichting wel toestemming had om de betreffende vogel in te voeren, maakt dit niet anders.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op februari 2003

secretaris voorzitter

Naar boven