Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/2418/GB, 6 februari 2003, beroep
Uitspraakdatum:06-02-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 02/2418/GB

Betreft: [klager] datum: 6 februari 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 13 november 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1952], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 oktober 2002 genomen – op 4 november 2002 aan klager uitgereikte – beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) De Boschpoort te Breda afgewezen.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 26 augustus 2002 gedetineerd. Hij verblijft als preventief gehechte in het h.v.b. Lelystad.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing als volgt toegelicht.
Klager is preventief gehecht in het h.v.b. Lelystad en zijn echtgenote in de penitentiaire inrichting voor vrouwen (p.i.v.) Breda. De broer van klagers echtgenote is onlangs overleden. Klager wil zijn echtgenote, die nauwelijkssteun ontvangt, graag meer ondersteuning geven dan hij nu vanuit Lelystad kan bieden. De getroffen belregeling, één keer per twee weken tien minuten bellen, is volstrekt onvoldoende. Voorts kan klager gemakkelijker bezoek ontvangenin Breda dan in Lelystad. De capaciteitsproblemen, waar de selectiefunctionaris over rept, zijn volgens klager van tijdelijke aard. Er komt altijd wel een plaatsje vrij in Breda en dan komt er, na klagers overplaatsing naar Breda,ook weer een plaatsje vrij in Lelystad.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Omwille van de capaciteitsbenutting en het feit dat klager preventief gedetineerd is voor de rechtbank te Haarlem, is klagers verzoek afgewezen. Overigens wijst de selectiefunctionaris er op dat klagers echtgenote regelmatig bezoekontvangt. Een bezoekregeling tussen gedetineerden, waar desgevraagd in voorzien kan worden indien aan de daarvoor geldende voorwaarden wordt voldaan, was ten tijde van de bestreden beslissing nog niet getroffen, omdat de directeurvan de p.i.v. Breda zich daar op dat moment tegen verzette. Zulks hield verband met een incident met betrekking tot klagers echtgenote.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk wordenaangemerkt. Hetgeen klager over de contactmogelijkheden met zijn echtgenote en de bezoekmogelijkheden in het algemeen heeft aangevoerd, is onvoldoende zwaarwegend, mede gelet op het feit dat het voor de frequentie van onderlingbezoek van gedetineerden niet uitmaakt waar de detentie plaatsvindt, om tot een ander oordeel te komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 6 februari 2003

secretaris voorzitter

Naar boven