Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/1717/GB, 27 januari 2003, beroep
Uitspraakdatum:27-01-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 02/1717/GB

Betreft: [...] datum: 27 januari 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 16 augustus 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.Kral, namens

[...], geboren op [1957], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 9 augustus 2002 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsman mr. J. Kral, op 16 oktober 2002 door de voorzitter van de beroepscommissie mr. J.R. Meijeringh in de Engelse taal gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de Landelijke afdeling voor beheersproblematische gedetineerden (gevangenis) te Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 21 juni 1998 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis Nieuw Vosseveld II te Vught. Op 1 augustus 2002 is klager overgeplaatst naar de gevangenis Landelijke afdeling voor beheersproblematische gedetineerdenNieuw Vosseveld te Vught, waar een individueel regime geldt.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van 16 jaar met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 3 oktober 2000. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 16 februari 2009. Aansluitenddient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van 40 dagen op grond van de Wet Terwee te ondergaan.

2.3. Bij uitspraak van 17 december 2002, met nummer 02/2098/GA, van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid van de Pbw, is het beroep van klager, gericht tegen de uitspraak van 5 augustus 2002 van debeklagcommissie bij de locatie Scheveningen Zuid te Den Haag betreffende een disciplinaire straf van opsluiting in een strafcel voor de duur van 14 dagen extern ten uitvoer te leggen op de landelijke afzonderingsafdeling, omdatklager geweld heeft gebruikt tegen een personeelslid, ongegrond verklaard.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager deelt niet het standpunt van de selectiefunctionaris dat hij mislukt is in de BIBA en in het beperkt regime te Vught. Uit de overplaatsing van de tweede etage naar de derde etage van de BIBA blijkt dat er sprake is van eenpositieve ontwikkeling. Verzocht wordt om informatie te doen toekomen waaruit blijkt dat er sprake is geweest van een dubbele mislukking. Voorts wordt afgevraagd of de beslissing wel gebaseerd is op een deugdelijke onderbouwing.Rapportage vanuit bijvoorbeeld een psychologische invalshoek wordt gemist. De door de selectiefunctionaris beschreven incidenten zijn niet dermate ernstig geweest dat deze de beslissing rechtvaardigen. Klager is geplaatst op de BIBAwaar gedetineerden zijn geplaatst met mentale problemen. Klager heeft een jaar en drie maanden op de BIBA verbleven. Klager heeft beroep aangetekend tegen zijn plaatsing op de BIBA. Het is bekend dat klager een psychisch probleemheeft en een speciaal programma nodig heeft. Er was een misverstand met een personeelslid. Die man zei dat klager op hem neerkeek en klager is rapport aangezegd terwijl hij daar drie maanden lang zonder problemen had verbleven.Klager is tien dagen afgezonderd, zeventien dagen en vervolgens nog eens zestien dagen. De commissie van toezicht heeft gezegd dat het programma met hem besproken diende te worden.
Als je klaar bent met koken, moet je je pannen aan de staf geven. Eén van de pannen was niet schoon. Klager had de pan in het water moeten laten weken. In het rapport stond dat klager een personeelslid had geschopt maar dat is nietzo. Vervolgens is klager weer afgezonderd en overgeplaatst naar Vught. Na een week is klager overgeplaatst naar unit 6. Van de directeur moest klager naar de arbeid maar in Afrika geeft niemand geld aan kinderen en klager verrichtgeen arbeid. De commissie van toezicht heeft gezegd dat de plaatsing in de isoleercel niet legitiem was. Klager is viermaal in de isoleercel geplaatst.

3.1. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Door klager wordt gesteld dat hij onterecht en voordat de beklagcommissie op zijn klacht heeft beslist al geselecteerd is. Klagers mening wordt door de selectiefunctionaris niet gedeeld. Klagers gedrag tijdens deze detentie is zeernegatief geweest. De ernst van de verstoring van de orde en rust maakt klager duidelijk ongeschikt voor een normaal regime met beperkte gemeenschap. Er is geen reden om de uitspraak van de beklagcommissie af te wachten. Het isklagers uiterst negatieve gedrag geweest dat heeft doen besluiten klager te plaatsen in een EBR-afdeling. Tevoren heeft klager in drie verschillende huizen van bewaring verbleven waar hij als een moeilijke en erg negatievegedetineerde is ervaren. Klager was onvoldoende bereid om naar het personeel te luisteren, was snel opstandig en er was sprake van veel verstoring van de orde en rust. Vaak ook erg dreigend en klager wordt regelmatig alsonberekenbaar ervaren. Klager heeft veel rapporten opgelopen, is in de landelijke afzondering geplaatst en overgeplaatst. De plaatsing in de BIBA 2 na klagers veroordeling was vooral bedoeld om klager naast de noodzakelijkestructuur ook de nodige extra begeleiding te kunnen geven. Klager was echter onvoldoende bereid om de begeleiding te accepteren en de vorm van aanpassing was onvoldoende. Klager is vervolgens naar de BIBA 3 geplaatst maar daar bleekeen personeelslid werkzaam te zijn dat eerder door klager op ernstige wijze met de dood was bedreigd. Vervolgens is klager teruggeplaatst naar BIBA 2. Verplaatsing van BIBA 2 naar BIBA 3 was dus, anders dan door de raadsman isbetoogd, niet het gevolg van een positieve ontwikkeling. Op de BIBA 2 functioneerde klager vaak op de rand van het toelaatbare. Uiteindelijk was klagers verzet tegen allerlei zaken en bedreigingen zo ernstig geworden dat klager isaangeboden voor de afdeling beperkte gemeenschap. Klager is in de laatste periode in de BIBA 2 ook steeds agressiever geworden. Het dossier vermeldt spugen en schoppen naar personeel. In de afdeling beperkte gemeenschap te Vughtwerd aan klager een nieuwe kans geboden, maar klager heeft zich vrijwel vanaf het begin misdragen. Hij was opstandig, dwars, bedreigend en agressief. Hij gooide o.a. met eten met stoelen en heeft de inventaris van een cel vernield.Hij kreeg rapporten en kwam meerdere keren in afzondering terecht.
Gevangeniswezen heeft klager meerdere kansen gegeven in een andere inrichting of regime. Klager was steeds niet bereid om tot aanpassing te komen. Aangezien de door klager veroorzaakte ernstige incidenten talrijker werden, is klagerongeschikt geworden voor een normaal regime met beperkte gemeenschap.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Landelijke afdeling voor beheersproblematische gedetineerden Nieuw Vosseveld is een inrichting voor mannen met een individueel regime en een uitgebreid beveiligingsniveau.

4.2 Een gedetineerde dient te worden geplaatst in een inrichting met een regime van
algehele dan wel beperkte gemeenschap, tenzij plaatsing in een individueel
regime noodzakelijk is. In het individueel regime kunnen gedetineerden worden
geplaatst die op grond van hun persoonlijkheid, gedrag of andere persoonlijke
omstandigheden, een ernstig beheersrisico vormen voor zichzelf of anderen en ten gevolge daarvan niet in staat zijn in een regime van algehele of beperkte gemeenschap te functioneren of te verblijven.
Uit de onderliggende stukken blijkt dat klagers gedrag zich gedurende de onderhavige detentie in toenemende mate kenmerkt door verzet, bedreigingen en ander agressief gedrag. De extra begeleiding die hem in de BIBA is geboden isdoor hem niet aanvaard en ook na overplaatsing naar de bgg van Vught heeft klager zich vanaf het begin af aan misdragen. Derhalve is de beroepscommissie van oordeel dat de selectiefunctionaris de omtrent klagers gedrag verstrektegegevens in redelijkheid heeft kunnen aanmerken als een indicatie om klager over te plaatsen naar een individueel regime. De daartoe strekkende beslissing is niet in strijd met de wet en evenmin als onredelijk of onbillijk aan temerken.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 27 januari 2003

secretaris voorzitter

Naar boven