Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/2561/GB, 3 februari 2003, beroep
Uitspraakdatum:03-02-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 02/2561/GB

Betreft: [klager] datum: 3 februari 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 4 december 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1951], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 21 november 2002 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis Lelystad afgewezen.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 19 februari 1999 gedetineerd. Op 18 december 2001 is hij geplaatst in de gevangenis Esserheem te Veenhuizen, waar een regime van algemene gemeenschap geldt.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van tien jaar met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 27 februari 2001. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 18 oktober 2005.Aansluitend dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van 60 dagen te ondergaan.

3. Ontvankelijkheid
3.1. Artikel 18, derde lid, Pbw bepaalt dat indien een verzoek om overplaatsing als bedoeld in artikel 18, eerste lid, Pbw is afgewezen, zes maanden na deze afwijzing opnieuw een dergelijk verzoek kan worden gedaan.

3.2. De beroepscommissie stelt vast dat een eerder verzoek om overplaatsing van klager op 7 juni 2002 werd afgewezen. Zij stelt voorts vast dat thans in beroep ter beoordeling voorliggende – ongedateerde – verzoek op 21 november2002 is afgewezen. Gelet op deze data kan de conclusie geen andere zijn dan dat klager het tweede verzoek om overplaatsing binnen de in artikel 18, derde lid, Pbw genoemde termijn van zes maanden heeft gedaan. Klager had dan ookniet in zijn verzoek mogen worden ontvangen. De beroepscommissie zal de beslissing van de selectiefunctionaris, strekkende tot afwijzing van klagers verzoek, dan ook vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de beslissing van de selectiefunctionaris en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn verzoek.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 3 februari 2003

secretaris voorzitter

Naar boven