Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/2316/GA, 12 december 2002, beroep
Uitspraakdatum:12-12-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/2316/GA

betreft: [klager] datum: 12 december 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 31 oktober 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 21 oktober 2002 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Midden Holland, locatie Alphen aan den Rijn te Alphen aan den Rijn,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het verdwijnen van kleding (bestemd voor gedetineerden) en van geluidsapparatuur (bestemd voor de band van gedetineerden).

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep - zakelijk weergegeven - als volgt toegelicht. Hij meent dat functionarissen van de inrichting gebruik maken van middelen die voor gedetineerden zijnbestemd. Hij geeft hiervan de volgende voorbeelden.
Op de badafdeling van de inrichting wordt een voorraad nieuwe kleding en schoenen bewaard om te worden verstrekt aan gedetineerden die geen of te weinig eigen kleding of schoeisel hebben. Klager heeft van gedetineerden die op dezeafdeling werken gehoord dat zij hebben gezien dat personeelsleden van de inrichting die schoenen en kleding passen en meenemen.
Klager heeft gezien dat een geuniformeerd persoon buiten de inrichting liep met een monitor (een soort speaker-kast) uit de oefenruimte van de gedetineerden in zijn handen.
Die monitor bleef vervolgens vele weken zoek.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Hetgeen klager in beroep aanvoert betreft vermeende feitelijke gedragingen van personeelsleden van de inrichting. Dergelijke gedragingen kunnen niet worden beschouwd als beslissingen van de directeur zoals bedoeld in artikel 60 Pbw.

De beroepscommissie komt daarom tot het oordeel dat de beklagrechter met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. Chr.F. Swart-Babbé, secretaris, op 12 december 2002.

secretaris voorzitter

Naar boven