Nummer: 16/1308/GB
Betreft: [klager] datum: 20 juni 2016
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 12 april 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Roermond afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 30 december 2015 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de locatie Hoogvliet.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager begrijpt dat een gedetineerde in beginsel moet worden ondergebracht in de buurt van de plaats waar de strafrechtelijke vervolging plaatsvindt. In klagers geval zijn er echter redenen daarvan af te wijken. Hij moet alleen op 17 juni 2016 nog voor
de rechtbank in Rotterdam verschijnen. Dan wordt zijn strafzaak inhoudelijk behandeld. Voor klager is bezoek erg belangrijk; het is zijn enige directe contact met de buitenwereld. Het is voor klager van groot belang een solide relatie met zijn familie
en gezin te behouden. Op dit moment ziet hij zijn vriendin en zijn kinderen maar één keer in de vier tot vijf weken. Klagers vriendin woont in België op ongeveer 30 minuten reisafstand van Eindhoven en Roermond. Zij heeft een drukke baan en kan niet
iedere week een vrije dag nemen om klager te komen bezoeken. Klagers zoontjes zitten daarenboven op school en kunnen geen schooldagen missen. Als klager in Roermond zou worden geplaatst, kan zijn vriendin hem wekelijks komen bezoeken, omdat zij dan
maar
drie tot vier uur kwijt is tegen de acht uren die het haar kost naar Rotterdam te reizen. Klager kan overigens gelukkig wel deelnemen aan de ouder-kinddagen in Rotterdam, zodat hij zijn kinderen dan wat langer kan zien. Naast de bezoekmogelijkheden
zijn
ook de sportmogelijkheden in Roermond beter en kan hij daar lectuur invoeren zonder abonnement en vaker kleding invoeren. Ook kan hij daar, anders dan in Hoogvliet, zelf koken. Klager merkt nog op dat zowel de inrichting als het Openbaar Ministerie
(OM)
positief heeft geadviseerd over klagers verzoek.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager wordt vervolgd door het OM te Rotterdam en is geplaatst in de locatie Hoogvliet. Klagers strafzaak zal op 17 juni 2016 inhoudelijk worden behandeld bij de rechtbank. Uitgangspunt is dat voorlopig gehechten worden geplaatst in een h.v.b. in of
nabij het arrondissement van vervolging. Slechts in bijzondere gevallen wordt hierop een uitzondering gemaakt. Daarvan is hier, volgens de selectiefunctionaris, geen sprake. Bezoekproblemen als aangevoerd door verzoeker zijn inherent aan de detentie.
Daarnaast geldt dat klager wekelijks bezoek krijgt , waarvan eenmaal per vier of vijf weken van zijn gezin. Hij ziet zijn gezin dan in het kader van het ouders, kinderen en detentieprogramma gedurende drie uur. Het beroep zou daarom ongegrond moeten
worden verklaard.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte veroordeelde tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. Klager vraagt overplaatsing naar het h.v.b. in Roermond, omdat hij daar wekelijks bezoek van zijn vriendin en kinderen kan ontvangen, die in België op relatief korte reisafstand van Roermond wonen. Daarnaast heeft klager nog een aantal
(materiële) redenen opgegeven waarom hij graag naar Roermond wil worden overgeplaatst.
4.3. Het door de selectiefunctionaris ingenomen uitgangspunt, plaatsing in of in de nabijheid van het arrondissement van vervolging, is juist. Uitzonderingen daarop zijn evenwel mogelijk. Achtergrond van dat uitgangspunt is immers een goede
rechtsgang. Nu het vervolgende OM, blijkens het selectieadvies, geen bezwaar tegen een overplaatsing van verzoeker naar Roermond heeft en ook de directeur van de locatie Hoogvliet positief heeft geadviseerd over een dergelijke overplaatsing, is de
enkele verwijzing naar het beginsel van plaatsing in of in de nabijheid van het arrondissement van vervolging onvoldoende om de bestreden beslissing te kunnen dragen. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris
moet daarom, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt.
Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 20 juni 2016.
secretaris voorzitter