Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 99/0361/GB B, 25 oktober 1999, beroep
Uitspraakdatum:25-10-1999

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: B 99/361/GB

Betreft: [klager] datum: 25 oktober 1999

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (PBW) heeft kennis genomen van een op 30 juni 1999 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1980], verder te noemen appellant,

gericht tegen een beslissing d.d. 16 juni 1999 van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van appellant gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de penitentiaire inrichting „Nieuw Vosseveld“ te Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Appellant is sedert 27 november 1998 gedetineerd. Vanuit het huis van bewaring „De Grittenborgh“ te Hoogeveen is hij op 23 juni 1999 geplaatst in de p.i. „Nieuw Vosseveld“.

2.2. Appellant ondergaat drie gevangenisstraffen van respectievelijk drie jaar met aftrek, drie maanden met aftrek en twee weken. De tenuitvoerlegging van deze straffen is aangevangen op 6 april 1999. De wettelijk vroegstmogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 24 januari 2001.

3. De standpunten
3.1. Appellant is van mening dat ten onrechte is beslist tot zijn plaatsing in de p.i. „Nieuw Vosseveld“. Zijn moeder, zusje, broertje en vriendin wonen allen in Groningen. Financieel gezien is het voor hen niet mogelijk hem eensper week of per twee weken te bezoeken. Zijn moeder zou hem misschien eens per twee maanden kunnen bezoeken, maar dan kunnen zijn zusje en broertje niet mee, omdat zij naar school moeten. Appellant zou dan ook graag wordenovergeplaatst naar een inrichting in de buurt van Groningen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Appellant behoort tot een zogenaamde categorie jong volwassenen. Unit 2 van de p.i. „Nieuw Vosseveld“, waarvoor appellant is geselecteerd en waarin hij is geplaatst, is bestemd voor deze categorie gedetineerden. Deze gedetineerdenkunnen niet elders worden geplaatst. Gezien zijn leeftijd komt appellant niet in aanmerking voor plaatsing in de gevangenis „Esserheem“ te Veenhuizen, waar hij graag naar toe wilde. Voor plaatsing is een half open inrichting isvooralsnog niet gekozen, gelet op appellants alcoholprobleem en het feit dat het openbaar ministerie bezwaar heeft tegen een dergelijke plaatsing.

3.3. Blijkens telefonische inlichtingen d.d. 29 september 1999 van de zijde van het Bureau selectie en detentiebegeleiding van de p.i. "Nieuw Vosseveld" is appellant geplaatst in unit 2, afdeling 2 B, met een regime van algehelegemeenschap. Deze afdeling is gelegen in het gebouw dat tot op heden formeel is aangewezen als Jeugdgevangenis II met een regime van beperkte gemeenschap. In deze afdeling worden evenwel langgestrafte jong volwassen mannen (tot 25jaar) geplaatst in zowel een regime van algehele gemeenschap als een regime van beperkte gemeenschap

4. De beoordeling
4.1. De beroepscommissie stelt vast dat de selectiefunctionaris appellant geschikt heeft bevonden voor een inrichting met een regime van algehele gemeenschap. Hij heeft appellant vervolgens geselecteerd voor de unit 2 van de p.i.„Nieuw Vosseveld“ te Vught. Blijkens telefonische inlichtingen d.d. 29 september 1999 van het Bureau detentie en selectiebegeleiding is appellant geplaatst in unit 2, afdeling 2 B. Deze afdeling is echter gelegen in het gebouw dattot op heden formeel is aangewezen als jeugdgevangenis II met een regime van beperkte gemeenschap. De beroepscommissie acht de beslissing van de selectiefunctionaris dan ook in strijd met de wet.

4.2. Gelet op het vorenoverwogene dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op binnen een termijn van twee weken een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak van de beroepscommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 25 oktober 1999

secretaris voorzitter

Naar boven