nummer: 15/3447/GA
betreft: [klager] datum: 31 maart 2016
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 9 oktober 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht, gegeven op klagers beklag met kenmerk PD-2015-697 betreffende de schending van de ambtseed door een personeelslid door
onjuistheden te vermelden in het schriftelijk verslag,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven
Klager en de directeur hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord ter zitting van de beroepscommissie van 8 maart 2016, gehouden in de p.i. Krimpen aan den IJssel.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De beoordeling
De beroepscommissie stelt voorop dat over de inhoud van een door een personeelslid opgesteld schriftelijk verslag als bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de Pbw, op basis waarvan een disciplinaire straf is opgelegd, niet separaat kan worden
geklaagd.
Het enkel opstellen van een schriftelijk verslag door een personeelslid kan namelijk, zoals de beklagrechter ook heeft overwogen, niet worden aangemerkt als een door of namens de directeur genomen beslissing als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van
de
Pbw. Tegen de oplegging van een disciplinaire straf staat wel beklag open; bij de beoordeling van een beklag over een opgelegde disciplinaire straf worden de inhoud van het schriftelijk verslag en de daartegen door een gedetineerde geuite bezwaren door
de beklag- en beroepscommissie meegewogen.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie derhalve niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. In aanvulling op de beslissing van de beklagrechter overweegt de beroepscommissie dat een
schriftelijk verslag naar waarheid – en niet op ambtseed – wordt opgemaakt.
De beroepscommissie zal het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden bevestigen.
2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, J.G.A. van den Brand en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 31 maart 2016.
secretaris voorzitter