Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/3449/GB, 12 januari 2016, beroep
Uitspraakdatum:12-01-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/3449/GB

Betreft: [klager] datum: 12 januari 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.L. van Gessel, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 14 oktober 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Esserheem te Veenhuizen afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 23 februari 2007 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Groot Alphen te Alphen aan den Rijn.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klagers verzoek tot overplaatsing naar een p.i. in de buurt van de woonplaats van zijn broer en vriendin is afgewezen. Volgens de selectiefunctionaris heeft klager niet
aangetoond dat zijn broer en vriendin respectievelijk in Groningen en in Assen woonachtig zijn. Namens klager wordt aangeboden een en ander met bewijsstukken nader te onderbouwen. Daarnaast zou een overplaatsing naar een inrichting met een lager
beveiligingsniveau “geen goed idee zijn” aangezien klager al eerder betrokken zou zijn geweest bij allerlei incidenten. Zo zou klager betrokken zijn geweest bij een opstand en de bezetting van de teamkamer van de p.i. Almere, een (poging tot)
ontvluchting en het illegaal binnen de inrichting brengen van diverse verboden goederen, zoals mobiele telefoons, een inbussleutel en een USB kabel. Klager ontkent bij deze incidenten betrokken te zijn geweest, althans betwist zijn betrokkenheid bij
gebrek aan een nadere motivering en onderbouwing.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager heeft een verzoek tot overplaatsing naar de locatie Esserheem ingediend, vanwege zijn broer en vriendin die woonachtig zijn in
respectievelijk Groningen en Assen. Uit het advies van het bureau Gedetineerden Recherche Informatiepunt (GRIP) volgt niet dat klagers broer en vriendin in die regio woonachtig zijn. Nader bewijs is door klager niet aangeleverd. Het GRIP heeft bij
raadpleging van het GBA-systeem de broer noch de vriendin van klager gevonden. Klager heeft nog een lang strafrestant en is gedurende zijn detentie bij verschillende incidenten betrokken geweest, waaronder mogelijk bij een opstand en de bezetting van
de
teamkamer van de p.i. Almere. Verwezen wordt naar de selectiebeslissing waaruit blijkt dat klager van de p.i. Almere naar de p.i. Groot Alphen is overgeplaatst in verband met het handhaven van de veiligheid. De selectiefunctionaris merkt op dat zowel
de
directeur van de p.i. Groot Alphen als het GRIP negatief heeft geadviseerd ten aanzien van een overplaatsing naar een inrichting met een lager beveiligingsniveau.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Groot Alphen te Alphen aan den Rijn is een inrichting voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager verzoekt om te worden overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Esserheem te Veenhuizen in verband met bezoekproblemen. De beroepscommissie overweegt dat bezoekproblemen inherent zijn aan het ondergaan van detentie en, behoudens
bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium vormen. Klager heeft geen nadere gegevens overgelegd over de adressen in de regio van Esserheem van zijn broer of vriendin. Evenmin is gebleken dat zijn broer en vriendin niet in staat zijn de
reisafstand naar de p.i. Groot Alphen af te leggen. Gelet op het vorenstaande alsmede de negatieve adviezen van de directeur van de p.i. Groot Alphen en het GRIP kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris,
bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van M.C. Coster, secretaris, op 12 januari 2016

secretaris voorzitter

Naar boven