Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2448/GA, 28 december 2015, beroep
Uitspraakdatum:28-12-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/2448/GA

betreft: [klaagster] datum: 28 december 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.G.H. van de Kamp, namens

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een uitspraak van 16 juli 2015 van de beklagcommissie bij de locatie Ter Peel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 20 november 2015, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, is [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de locatie Ter Peel, gehoord.
Hoewel voor klaagsters vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft zij daarvan geen gebruik gemaakt.
Klaagsters raadsvrouw heeft schriftelijk aangegeven verhinderd te zijn om ter zitting te verschijnen en verzocht om aanhouding van de behandeling van de zaak met verwijzing naar een eerder verzoek tot aanhouding van 2 november 2015, waarop nog niet was
beslist.

Van hetgeen door de directeur tegenover de beroepscommissie naar voren is gebracht, is verslag opgemaakt, welk verslag na vaststelling aan partijen is verzonden. Klaagster en haar raadsvrouw zijn in de gelegenheid gesteld om hun beroep schriftelijk
nader toe te lichten en om te reageren op hetgeen door de directeur ter zitting naar voren is gebracht. Klaagster en de raadsvrouw hebben van die gelegenheid geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de plaatsing in een meerpersoonscel.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klaagster en de directeur
Namens klaagster is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klaagster is voorafgaand aan haar overplaatsing naar een meerpersoonscel niet geïnformeerd. Zij weet nog steeds niet de reden(en) voor deze overplaatsing. Klaagster heeft een posttraumatisch stresssyndroom (PTSS). Het is bij klaagster bekend dat er
eenpersoonscellen beschikbaar waren. Een externe psycholoog heeft aan klaagster te kennen gegeven geen EMDR-therapie te zullen starten zolang klaagster in een meerpersoonscel verblijft. De beslissing van de directeur is niet gemotiveerd en er bestond
geen noodzaak tot de plaatsing in een meerpersoonscel.

De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Er was geen contra-indicatie voor plaatsing in een meerpersoonscel gegeven door de inrichtingspsycholoog. Een externe psycholoog heeft daar geen bemoeienis mee. Als de inrichtingspsycholoog aangeeft dat plaatsing in een meerpersoonscel ‘niet wenselijk’
is, dan wordt dat in zijn algemeenheid, als er voldoende celruimte is, aangemerkt als een contra-indicatie. In het geval van klaagster was daarvan geen sprake. De directeur weet niet of de inrichtingspsycholoog toen wist dat klaagster zou gaan
deelnemen
aan EMDR-therapie. Klaagster heeft ook nu, nu de EMDR blijkbaar is gestart, nog steeds geen contra-indicatie. Klaagster verblijft momenteel wel op een eenpersoonscel, omdat dit in overleg met de afdeling is geregeld. De directeur heeft een afschrift
van
een
e-mailbericht van de inrichtingspsycholoog overgelegd.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om thans op het beroep te kunnen beslissen en zal het verzoek om aanhouding van de behandeling daarom afwijzen.

In artikel 2.2.1 van de huisregels van de locatie Ter Peel is bepaald dat in principe iedere gedetineerde een bepaalde tijd met een andere gedetineerde een cel moet delen, tenzij er sprake is van een contra-indicatie. De beroepscommissie stelt vast dat
de inrichtingspsycholoog geen contra-indicatie voor plaatsing in een meerpersoonscel heeft afgegeven. Andere feiten of omstandigheden die een verblijf van klaagster in een meerpersoonscel onwenselijk zouden kunnen maken zijn onvoldoende aannemelijk
geworden. Hetgeen hiervoor is overwogen leidt ertoe dat de bestreden beslissing van de directeur, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom
ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie zal worden bevestigd met aanvulling van de gronden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie wijst het verzoek om aanhouding van de behandeling van het beroep af. Zij verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. A.T. Bol en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.P. Versluis, secretaris, op 28 december 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven