Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2297/GA, 17 november 2015, beroep
Uitspraakdatum:17-11-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/2297/GA

betreft: (klager) datum: 17 november 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S. van Hees, namens

(...), verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 13 juli 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den Ijssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 november 2015, gehouden in de p.i. Lelystad is gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. S. van Hees.
De directeur van de p.i. Krimpen aan den Ijssel heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft, voor zover in beroep aan de orde:
a. een disciplinaire straf van vijf dagen strafcel ingaande 11 november 2014 wegens weigering plaatsing in een meerpersoonscel;
b. een disciplinaire straf van zeven dagen strafcel ingaande 14 november 2014 wegens weigering plaatsing in een meerpersoonscel;
c. een ordemaatregel van 14 dagen afzondering in een afzonderingscel ingaande 21 november 2014 wegens het meermalen weigeren van plaatsing in een meerpersoonscel;
d. het regime van beperkte gemeenschap in het basisprogramma is onrechtmatig;
e. klager krijgt geen gehoor op zijn brief aan de directeur over onderlinge pesterijen en een machtsstrijd tussen personeelsleden.

De beklagrechter heeft het beklag onder a, b, c en e ongegrond verklaard en klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht onder d op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het gaat klager vooral om de drie isoplaatsingen. Hij heeft achter elkaar in de iso verbleven en is er niet uit geweest. Toen het schorsingsverzoek liep heeft de directeur meteen een nieuwe beslissing genomen. De directeur zegt dat klager korter in
afzondering heeft gezeten, maar dat is niet juist. Klager heeft na de toewijzing van zijn schorsingsverzoek nog een dag in de iso gezeten. De gang van zaken is schandalig. Klager weigert plaatsing in een meerpersoonscel en dat doet hij niet zomaar. Hij
heeft zich steeds netjes gedragen, als het uit de hand loopt krijgt hij een straf voor de maximale duur van 14 dagen. Klager verbleef in het huis van bewaring ook in een enkelcel in verband met psychische problematiek. De psycholoog heeft geen
contra-indicatie afgegeven, maar er werd wel rekening met hem gehouden. Als klager samen in een cel met iemand anders moet verblijven gaat het mis en kan het uitmonden in een rapport voor iets anders. In de gevangenis verbleef klager in eerste
instantie
in een enkelcel. Er ging van alles mis en daarom heeft klager een brief geschreven aan de directeur. Klager had deze problemen eerder in het huis van bewaring niet.

De directeur heeft in beroep verwezen naar het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt.

3. De beoordeling
Ten aanzien van a: hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voor zover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond
worden verklaard.

Ten aanzien van b: de eerste straf die is opgelegd van vijf dagen plaatsing in een strafcel is ingegaan op 11 november 2014 en liep tot 16 november 2014. Op 14 november 2014, derhalve voordat de vorige straf was afgelopen, is echter alweer een nieuwe
straf opgelegd van zeven dagen plaatsing in een strafcel wederom vanwege de weigering plaatsing in een meerpersoonscel. In de schriftelijke mededeling van de straf wordt verwezen naar een schriftelijk verslag van 14 november 2014 maar dat bevindt zich
niet bij de stukken. Wel is bijgevoegd een verslag van 11 november 2014 dat sterke gelijkenis vertoont met het verslag van 11 november 2014 dat aan de disciplinaire straf ingaande 11 november 2014 ten grondslag lag. Vanwege deze formele gebreken kan de
beslissing tot oplegging van de disciplinaire straf van zeven dagen plaatsing in een strafcel niet in stand blijven. Het beroep zal gegrond worden verklaard en aan klager zal een tegemoetkoming van €70,= worden toegekend.

Ten aanzien van c: het niet meewerken aan een opdracht van het personeel, in dit geval het niet meewerken aan een plaatsing in een meerpersoonscel, levert in beginsel een strafwaardige gedraging op. Voor een dergelijke strafwaardige gedraging dient in
beginsel een disciplinaire straf opgelegd te worden en geen ordemaatregel van plaatsing in afzondering. In dit geval was daarvoor al tweemaal een disciplinaire straf opgelegd. Zonder nadere toelichting, die in dit geval ontbreekt, kan niet naar
believen
gevarieerd worden tussen straf en maatregel. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard. Nu de ordemaatregel bij beslissing van 25 november 2014 van de voorzitter van de beroepscommissie is geschorst, zal aan klager een tegemoetkoming van €90,=
worden toegekend.

Ten aanzien van d en e: hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voor zover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve in zoverre
ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van a, d en e ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter.
De beroepscommissie verklaart het beroep en aanzien van b en c gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van in totaal €160=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 17 november 2015

secretaris voorzitter

Naar boven