Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/1679/GA, 25 november 2002, beroep
Uitspraakdatum:25-11-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/1679/GA

betreft: [klager] datum: 25 november 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 13 augustus 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 10 juli 2002 van de beklagcommissie bij het huis van bewaring (h.v.b.) Demersluis te Amsterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen zijn ter zitting van de beroepscommissie van 15 oktober 2002, gehouden in de locatie Alphen a/d Rijn te Alphen a/d Rijn, noch klager noch de directeur van het h.v.b. Demersluis verschenen. Deraadsvrouw heeft telefonisch laten weten niet ter zitting te kunnen verschijnen en heeft een toelichting op het beroep per fax gestuurd.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de beschadiging van diverse kledingstukken en de vermissing van een trui na overplaatsing van klager vanuit het h.v.b. Demersluis naar locatie h.v.b. De Schie te Rotterdam en vervolgens naar het h.v.b. Noordsingelte Rotterdam.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Bij het inpakken van de spullen van klager is niet de voorgeschreven procedure gevolgd. De doos is niet in zijn aanwezigheid afgesloten. Klager heeft 2 plastic zakken met kleding naar de badmeester van het h.v.b. Demersluis gebrachtin verband met een reguliere overplaatsing naar locatie h.v.b. De Schie. Er is toen een plastic zak in zijn bijzijn in een verhuisdoos gedaan. De andere plastic zak heeft hij daar achtergelaten. De schade aan de kleding is ontstaanin de lange periode die de spullen van klager onderweg waren. Bij het openen van de doos in het h.v.b. Noordsingel, zaten 4 halfjes brood in een plastic zak tussen de kleding en lagen 4 halfjes brood op een plastic zak in deverhuisdoos. Omdat niemand de doos in de tussentijd heeft geopend, kan slechts worden geconcludeerd dat de badmeester van het h.v.b. Demersluis de verhuisdoos heeft gesloten terwijl op dat moment zichtbaar zakken brood op de spullenlagen. Dit had niet mogen gebeuren. De inrichting is dan ook aansprakelijk voor klagers schade. Uit de transportdoos is ook een trui verdwenen.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Uit de stukken komt naar voren dat klager zijn spullen zelf heeft ingepakt in plastic tassen en deze vervolgens zelf naar de badafdeling van het h.v.b. Demersluis heeft gebracht. Daar zijn de tassen in dozen gestopt en die zijnafgesloten voor verzending naar Rotterdam.
Het is niet aannemelijk geworden dat de inrichting bij deze procedure iets fout heeft gedaan. Onder deze omstandigheden blijft het risico voor de spullen bij klager liggen.
Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, dr. E. Rood-Pijpers en mr.drs. A. Rook, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 25 november 2002

secretaris voorzitter

Naar boven