Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2820/GM, 3 november 2015, beroep
Uitspraakdatum:03-11-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/2820/GM

betreft: [klager] datum: 3 november 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan het penitentiair psychiatrisch centrum (PPC) van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 12 augustus 2015 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 13 oktober 2015, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel, is klager gehoord.
De inrichtingsarts verbonden aan het PPC te Vught heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het op 27 juli door de medisch adviseur door tussenkomst van de beklagcommissie bij de p.i. Vught ontvangen klaagschrift van 6 juli 2015, zoals ter zitting van de beroepscommissie van 13 oktober 2015 nader toegelicht,
betreft:
a. de wijze waarop klagers medisch dossier wordt bijgehouden;
b. het niet voorschrijven van acupunctuur.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft het volgende aangevoerd.
Klager vraagt zich allereerst af waarom zijn raadsman niet ter zitting aanwezig is.
Hij heeft verscheidene medische klachten en kampt daarnaast met overgewicht. Voor een en ander heeft hij aan de medische dienst om hulp gevraagd. Hij kreeg op de verblijfsafdeling onvoldoende rust en heeft daardoor ook slaapproblemen. Klager heeft aan
de medische dienst gevraagd of hij acupunctuur kon krijgen als ondersteuning bij het stoppen met roken. Dat verzoek werd afgewezen omdat acupunctuur niet in het verstrekkingenpakket van de door de Dienst Justitiële Inrichtingen voor de gedetineerden
afgesloten zorgverzekering zou zitten. Klager is het daar niet mee eens. Hij is van mening dat acupunctuur in het (basis)verstrekkingenpakket behoort te zitten.
Aan klager is continu Vitamine D verstrekt. Daar ziet zijn klacht dan ook niet op. De klacht ziet op de wijze waarop de medische dienst met klagers (medische) gegevens omgaat. Er wordt onzorgvuldig gewerkt en de vermeldingen in zijn medisch dossier
kloppen niet.

De inrichtingsarts heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de medisch adviseur, als volgt, schriftelijk, toegelicht.
Aan klager is op (extra) vitamine D voorgeschreven voor de duur van zijn detentie. Gebleken is dat de inrichtingsapotheek daar op enig moment mee is gestopt. Zodra dit bekend werd, is de vitamine D andermaal voorgeschreven. Het beroep tegen het niet
voorschrijven van acupunctuur is geen medische beslissing als bedoeld in de Penitentiaire maatregel.

3. De beoordeling
Nu klager in zijn klaagschrift noch in het beroepschrift heeft vermeld dat hij bij de behandeling van zijn klacht en beroep bijgestaan wilde worden door een rechtsbijstandverlener, is deze niet opgeroepen. De beroepscommissie ziet, nu zij zich
voldoende
ingelicht acht, geen aanleiding om de behandeling van het beroep aan te houden en zal de zaak thans afdoen.

Artikel 28 van de Pm luidt:
1. Een gedetineerde kan een beroepschrift indienen tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts. Met de inrichtingsarts wordt in dit hoofdstuk gelijkgesteld de verpleegkundige dan wel andere hulpverleners die door de inrichtingsarts bij
de zorg aan gedetineerden zijn betrokken.
2. Onder medisch handelen als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan:
a. enig handelen in het kader van of nalaten in strijd met de zorg die de in het eerste lid bedoelde personen in die hoedanigheid behoren te betrachten ten opzichte van de gedetineerde, met betrekking tot wiens
gezondheidstoestand zij bijstand verlenen of hun bijstand is ingeroepen;
b. enig ander dan onder a bedoeld handelen of nalaten in die hoedanigheid in strijd met het belang van een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg.

De wijze van bijhouden van het medisch dossier noch de inhoud van het door DJI vastgestelde verstrekkingenpakket kunnen worden verstaan als medisch handelen van de inrichtingsarts als bedoeld in artikel 28, eerste of tweede lid, van de Pm. Klager moet
daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn klacht.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, dr.ing. C.J. Ruissen en drs. J.H.A.M.C. Schoenmaeckers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 3 november 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven